Gerst telen tot eind oktober: Wat zijn de voordelen?
HYVIDO hybride gerstrassen bieden meer flexibiliteit qua zaaitijdstip. Zaai tot 20 oktober is mogelijk zonder significante opbrengstdaling. Dat geeft ook opties voor vruchtwisseling zoals hybride gerst na maïs of na vroeg gerooide suikerbieten. Bovendien beperkt een latere zaai het risico op vector- en virale besmetting. De verlaging van de fusariumdruk na maïs en de spreiding van werkpieken vóór het zaaien zijn ook mooi meegenomen.
HYVIDO wintergerst toont in alle omstandigheden de hoogste graanopbrengst. Het opbrengstvoordeel wordt bij latere zaai zelfs iets groter in vergelijking met gewone 6- of 2-rijige gerst.
Grafiek: Opbrengstpotentieel bij verschillende zaaidata. Bron: LKW Niedersachsen.
Pluspunten
Naast deze voordelen heeft HYVIDO-wintergerst de volgende pluspunten:
- Vroeg oogsten (juli): hierdoor heb je de mogelijkheid voor het telen van een hoog opbrengende groenbemester of andere gewassen zoals gras
- Meer stabiliteit en minder kans op misoogsten of tegenvallende opbrengsten: hybriden reageren beter op bodemheterogeniteit en stress
- Efficiëntere benutting van water en nutriënten door betere beworteling, goed te managen
- Meer opbrengstzekerheid door betere ziektetoleranties
- Onderdrukt duist; door betere uitstoeling en een groter wortelgestel zijn er minder water en nutrienten beschikbaar voor onkruiden
- Gerst als korrel of gps (geheleplantsilage) is vaak eenvoudig in te passen in voerrantsoenen.
De gouden regels voor een geslaagde teelt
- Zaaidatum: half september tot eind oktober
- Aanbevolen zaai-/plantdichtheid: gemiddeld 3,6 eenheden/ha (=180 korrels/m²). Een eenheid/zak is 500.000 korrels. De zaaidichtheid is ongeveer 25 procent lager dan bij klassieke gerst en is afhankelijk van bodem- en weersomstandigheden
- Gewenst aantal planten per m²: 180. Bereken de zaadhoeveelheid op basis van het DKG en verhoog dit naar het einde van de zaaiperiode.
De stikstofgift bij HYVIDO is een beetje anders. Alle goeds komt in drieën.
- 1e fractie: einde uitstoeling (10-15 procent van de totale N-behoefte)
- 2e fractie: aar is 1 cm (70-75 procent van de totale N-behoefte)
- 3e fractie: vanaf 2e knoop: (10-15 procent van de totale N-behoefte)
Een juiste bemestingsstrategie helpt om opbrengst en kwaliteit te optimaliseren. We zullen hier in een volgend artikel verder op ingaan.
Download hier de folder met info en rassen voor 2023.