Potato Europe: uitdaging dit jaar is schadevrij aardappelrooien
Maar het is dit jaar extra oppassen, waarschuwt hij. 'Dé uitdaging van dit seizoen, met de hoge onderwatergewichten, is om alles netjes in de schuur te krijgen en netjes te kunnen bewaren.'
Innovation Award
De Innovation Award lijkt voorbehouden aan kiemremmers. Won in 2005 Luxan met het middel Talent, dit jaar ging de Award naar Restrain Company met ethyleen als kiemremmer. 'Dit is een kroon op ons werk', laat Dirk Garos van Restrain Company weten. 'We hebben er tien jaar aan gewerkt om het product geregistreerd te krijgen en het heeft ruim 5 miljoen euro gekost.'
Het moeilijke is volgens hem om te zorgen dat de concentratie ethyleen in de bewaarruimte constant op hetzelfde niveau blijft, zonder explosiegevaar. Ethyleen is toegelaten in de biologische teelt en het laat geen residu achter op de knol.
Nieuwe kiemremmer
Certis kondigde tijdens het symposium van Potato Europe de komst van een nieuwe kiemremmer aan: Fazor. Het middel heeft dezelfde werkzame stof als Royal MH, maleine hydrazide. De toepassing is ook vergelijkbaar met die van MH in uien. 'Het middel wordt in het veld gespoten, het moet worden opgenomen door het gewas', zegt Hofman. Evenals bij uien is ook hier de timing van de bespuiting belangrijk om het middel op de juiste plaats te krijgen: in de knollen.
Het middel blijft twee tot vier maanden aanwezig in de knollen. Een prettige bijwerking van het middel is dat het ook effectief is tegen opslag in het volgende groeiseizoen.
Snelle virustest
De Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK) werd tweede in de strijd om de Innovation Award met Direct Tuber Testing DTT). Met deze methode kunnen per monster vier ziekteverwekkers (virussen, bacteriën) worden aangetoond. Een pluspunt van de test is de snelheid. 'De uitslag kan binnen vier tot vijf dagen bekend zijn', zegt Eric Casteleijn van de NAK. 'Dat is vier weken sneller dan via Elisa.' De tijdwinst komt doordat rechtstreeks aardappelweefsel wordt getest. Bij Elisa moet uit het topoog eerst een plantje groeien, waarna het plantsap wordt onderzocht op virus.
Een snelle test is belangrijk aan het begin van het afzetseizoen, als pootaardappelen vlot na het rooien naar hun exportbestemming moeten. De kiemrust van de aardappelen speelt bij DTT geen rol meer en gooit dus geen roet in het eten bij de eerste virusonderzoeken. 'En aan het eind van het seizoen moeten we de plantjes in een verwarmde kas laten groeien. Dat is duurder dan de snelle test.' De NAK biedt beide tests aan. Casteleijn: 'Elisa blijft betrouwbaar en relatief goedkoop. Bovendien is het de internationale standaard.'
Duurzaam waterbeheer
De derde prijs werd uitgereikt aan Jan Hadders van Dacom voor het Dacom Watersave Sensor System. 'Natuurlijk wil iedereen graag winnen, maar we zijn toch blij met de derde prijs', laat Harders genoeglijk weten.
Dit systeem informeert de teler over de beschikbaarheid van water voor het gewas. Daarmee weet de teler wanneer beregenen nodig is. Vooral in landen als Israël en Saoedi-Arabië hoopt Hadders op een grote vraag. 'In dergelijke droge klimaten wordt te veel beregend. De landbouw gebruikt 70 procent van alle water. Duurzaam watergebruik speelt een steeds belangrijkere rol.'
In Nederland introduceerde Dacom al eerder de bodemvochtsensor. Het Watersave Sensor System wordt vanaf eind september in massa geproduceerd.
Duurzaam produceren
Een van de vele buitenlandse bezoekers aan Potato was Gerhard Meiborg, directeur van het landbouwbedrijf van Farm Frites in Polen. Het bedrijf is uitgeroepen tot Flagship Farm van McDonalds, meldt hij. 'En daar zijn we best trots op.' Het houdt in dat het bedrijf duurzaam produceert met oog voor het milieu, arbeidsomstandigheden en rentabiliteit. Het bedrijf is 3.500 hectare groot, met 950 hectare aardappelen waarvan 280 hectare pootgoed.
'Duurzaamheid is een hot item waar we veel aandacht aan hebben besteed', zegt Meiborg. Zo gebruiken ze een beslissingsondersteunend systeem (BOS) bij het spuiten tegen phytophthora en heeft het bedrijf het ontstenen afgeschaft. Bij ontstenen worden voor de aardappelteelt eerst bedden gemaakt, daarna worden de stenen uit de bedden gerooid en tussen de bedden gelegd. Daarna kan een tweerijige pootmachine op de bedden aardappelen poten. 'Op 100 hectare hebben we het ontstenen achterwege gelaten. We kunnen nu met vierrijige machines poten en rooien. Dat scheelt enorm veel arbeid. We hebben wel meer mensen nodig voor het stenen rapen en we gaan uit van wat extra machinekosten, samen zo'n 100 euro per hectare. Maar ontstenen kost 400 euro per hectare.'
Ontwikkelingshulp met hightech aardappel
Onderzoekers over de hele wereld zijn al geruime tijd op zoek naar een aardappel die resistent is tegen phytophthora. De zoektocht heeft in Wageningen geleid tot de ontwikkeling van de cisgene aardappel, waarbij resistenties uit wilde aardappelsoorten gericht kunnen worden ingebouwd in bestaande rassen. Deze techniek willen de Wageningers nu samen met internationale partners beschikbaar maken voor ontwikkelingslanden die voor hun voedselvoorziening voor een belangrijk deel van de aardappel afhankelijk zijn.
Drie partijen hebben hiervoor een intentieverklaring getekend tijdens het Potato 2009-congres in Emmeloord. Pamela Anderson van het International Potato Centre (IPC) in Lima (Peru), Ernst van den Ende van de Plant Sciences groep van Wageningen UR en Ronnie Coffman van Cornell University in de Verenigde Staten (van links naar rechts) ondertekenden de verklaring.
Anton Haverkort, onderzoeker bij PRI en trekker van het Nederlandse onderzoeksprogramma: 'Ik ben blij dat het IPC met Nederland wil samenwerken. Op deze manier hoeven wij niet in ons eentje naar ontwikkelingslanden. Wij weten meer van genetisch gemodificeerde organismen, terwijl het IPC meer verstand heeft van ontwikkelingslanden. Cornell University werkte al vanuit een Amerikaans hulpfonds aan de ontwikkeling van resistente rassen in ontwikkelingslanden, maar deed dat tot nu toe met één resistentiegen. Wij hebben ervaring met het stapelen van resistenties en we doen dat bovendien merkervrij, wat de toelating waarschijnlijk eenvoudiger maakt.'
Samen met lokale telers
De bedoeling is dat de samenwerking gaandeweg wordt uitgebreid met onderzoeksinstanties en universiteiten in de ontwikkelingslanden. Samen met de lokale telers zullen zij zich de kennis moeten eigen maken die nodig is om de nieuw ontwikkelde rassen goed te kunnen inzetten. Het inventariseren van de aanwezige phytophthorastammen is daarvan een onderdeel. Volgens Haverkort is het nadrukkelijk niet de bedoeling dat de landen patentgeld moeten betalen voor de Wageningse techniek. 'Daarvan worden ze vrijgesteld.'
Hoewel de focus van het initiatief ligt op voedselzekerheid, hebben de partijen afgesproken dat zij bestaande handelsrelaties niet zullen frustreren. Dit geldt ook voor exportbestemmingen van Nederlands pootgoed.
Aardappelras gedoopt: Monte Carlo
The Potato Company (TPC) heeft dit jaar een nieuw ras consumptieaardappel op de rassenlijst. Tijdens de Potato is dit ras Monte Carlo gedoopt. Opvallend aan het ras is de hoge AM-resistentie.
'Dit is toch wel heel uniek', vond kweker Van Loon. 'Naar mijn weten is de Monte Carlo het eerste aardappelras dat gedoopt wordt. Nieuwe tulpenrassen worden vaak wel gedoopt.'
Van Loon heeft 35 jaar ervaring in het kweken. Bijzonder aan de Monte Carlo is de hoge resistentie tegen aardappelmoeheid, tegen alle pathotypes; A, B, C, D, E en F. Onder de pathotypes D en E vallen de Globodera pallida-types 2 en 3. Onder de pathotypes A, B, D en F vallen de Globodera rostochiensis-types 1 tot en met 4.
Naast de AM-resistentie heeft Monte Carlo een hoog cijfer voor schurft (8). Volgens de kweker is het ras weinig gevoelig voor stootblauw en stressbestendig. Het kooktype is B en de structuur is een klein beetje bloemig. 'Graag had ik de schilkleur donkerder rood willen hebben. Monte Carlo is lichtrood met wit vlees. Vanwege de lichte vleeskleur is het geen aardappel voor de Nederlandse markt. Wel is hij geschikt voor de export, bijvoorbeeld naar Zuid-Europa en Noord-Afrika.'
Goede opbrengst
Monte Carlo geeft volgens Van Loon een goede, maar niet extreem hoge opbrengst. Zonder de uitgebreide AM-resistentie was hij niet met dit ras verder gegaan. Vanwege de hoge resistentie verwacht hij veel vraag naar dit nieuwe aardappelras. De kweker denkt dat meer consumptierassen met AM-resistentie op de markt komen. 'Boeren hebben grote interesse daarvoor.'
De basis van het ras legde Van Loon in 2001. Vijf jaar geleden zette TPC het ras Monte Carlo uit op proefvelden op verschillende plaatsen in het buitenland. 'In het Middellands Zeegebied geeft deze een enorme opbrengst van 60 tot 70 ton', vertelt Gaby Stet van TPC. 'Het is een homogene aardappel.' Het doel van Stet is om snel nieuwe rassen op de markt te brengen. 'We gaan ervan uit dat de kweker een goed ras levert. De proeven, die de kweker al met het ras heeft gedaan, gaan wij als handelshuis niet herhalen. Dat scheelt tijd.' Het handelshuis bracht op de Potato negen nieuwe rassen onder de aandacht, waarvan acht nog niet op de rassenlijst staan.
Tekst: Egbert Jonkheer
Freelance akkerbouwredacteur met focus op duurzame teelt. Ging na zijn opleiding Landbouwplantenteelt in Dronten en Wageningen aan de slag in de landbouwjournalistiek. In 2006 begon hij als zzp’er en is sinds die tijd nauw betrokken bij het vakblad Akkerwijzer. Het liefst is hij in het veld, om te praten met telers en onderzoekers, in binnen- en buitenland.
Tekst: Harma Drenth, Franka Loman
Beeld: Ellen Meinen, Susan Rexwinkel