Halvering gebruik gewasbeschermingsmiddelen in 2030 afgezwakt

De Europese Commissie (EC) streefde in eerste instantie naar een halvering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tegen 2030. Dit is nu afgezwakt. In de behandeling van de hiermee samenhangende wet hebben zeven onderhandelaars, waaronder VVD’er Jan Huitema, nadrukkelijk gewezen op het belang van gewasbeschermingsmiddelen voor boeren en tuinders in de bescherming van hun gewassen tegen ziektes en plagen. Het zevental heeft de milieucommissie van het Europees Parlement kunnen overtuigen. Deze heeft nu voor de aangepaste wet gestemd.
Aanpassingen
Na maanden van onderhandelen zijn in de wet tal van aanpassingen doorgevoerd. Zo wordt de toelating van laag-risicomiddelen en biologische middelen versneld. Verder zal met het reductiedoel flexibel worden omgesprongen. Blijkt in 2029 dat er onvoldoende alternatieve middelen op de Europese markt beschikbaar zijn, dan kan het reductiedoel alsnog worden aangepast. Verder krijgen de lidstaten zelf de optie om jaarlijks te bekijken of er voldoende alternatieve middelen beschikbaar zijn. Als blijkt dat er onvoldoende reductie heeft plaatsgevonden, zonder dat de lidstaat hiervoor verantwoordelijk kan worden gehouden, kan de EC dit niet afkeuren.
Minder emissies
In plaats van enkel te kijken naar het verminderen van het aantal gebruikte gewasbeschermingsmiddelen, komt er nu meer oog voor het sturen op het verminderen van emissies. Volgens Huitema is deze verschuiving in de wetgeving essentieel om de milieu-impact ook daadwerkelijk te verminderen en tegelijkertijd productie te behouden.
Toelichting
In een toelichting stelt Jan Huitema: „Boeren en tuinders gebruiken gewasbeschermingsmiddelen om hun gewassen te beschermen tegen bijvoorbeeld ziektes en plagen. Eenzijdig inzetten op halvering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen vergroot het risico op mislukte oogsten dramatisch. Dat leidt tot pure voedselverspilling. Bovendien zijn de ingezette middelen, van zaaizaden tot diesel, dan voor niets geweest. Daar is niets duurzaams aan. We moeten inzetten op alternatieven, zoals laag-risicomiddelen en biologische middelen. Daarmee kunnen we onze voedselgewassen blijven beschermen en de meest risicovolle middelen uitfaseren. Ik ben blij dat de milieucommissie van het Europees Parlement voor mijn aanpassingen in de wet heeft gestemd.”