Meer geld voor Erwinia-onderzoek
Steeds meer informatie
Sinds 2005 komt er stukje bij beetje meer informatie boven water over bacterieziek. In dat jaar sloegen telers en aardappelbedrijfsleven de handen ineen door een onderzoeksproject op te starten, dat dit jaar afloopt. De aanleiding was een reeks jaren waarin het aantal afkeuringen tot recordhoogtes opliep. Toen al werd de schade voor de pootgoedsector geschat op 17 miljoen euro per jaar (bijna 20 euro per ton), puur en alleen aan declasseringen, afkeuringen en klachten van afnemers. De afgelopen jaren is deze schadepost alleen maar groter geworden.
Helaas zijn er nog altijd veel vragen rond de Erwinia-bacterie, of beter gezegd: de verschillende Erwinia-stammen. De sector heeft dan ook besloten om het project de komende vier jaar voort te zetten en het budget te verdubbelen naar 1,98 miljoen euro.
Met de hand rapen
Wat heeft het onderzoek tot nu toe opgeleverd? Bijvoorbeeld dat miniknollen vrij zijn van Erwinia. De eerste besmetting komt dus niet uit het laboratorium, maar sluipt bij de vermeerdering langzaam in het (pre-)basispootgoed. Wanneer en hoe dat precies gebeurt, is nog steeds niet duidelijk. De komende jaren is dit een belangrijk punt van aandacht.
Ook bleek dat Erwinia bij plensbuien gemakkelijk naar buurplanten 'zwemt', ook in de naastgelegen ruggen. 'Dat pleit ervoor om een bufferzone aan te houden op de plek waar je je stammen teelt', aldus technisch projectleider Henk Velvis van handelshuis HZPC.
De manier van rooien is ook van invloed op de verspreiding van Erwinia. Al langer wordt er met gemengde gevoelens naar de opmars van axiaalrollen gekeken. Want versmeren die niet heel erg? Aan de andere kant trekken ze de natte moederknollen uit het product, waardoor die niet langer een besmettingsbron vormen. Uit proeven met verschillende rooiers blijkt niet dat een machine met axiaalrollen meer versmeert dan een machine zonder axiaalset. Voor alle rooiers geldt dat een aangetaste knol tientallen meters lang voor een detecteerbare hoeveelheid bacteriën zorgt. Bij met de hand rooien en tweefasenrooien, waarbij in de tweede fase met de hand werd geraapt, verspreidde de bacterie zich niet.
Bloembollen
Dit teeltseizoen wordt een aantal proeven herhaald en begint er een onderzoek naar de mogelijkheid van ontsmetting. De onderzoekers nemen zowel het desinfecteren van de knol als machines onder de loep.
Verder is de pootgoedsector druk op zoek naar aanvullende financiering om het onderzoek de komende jaren verder te kunnen verzwaren. Voorzitter van de LTO-werkgroep pootaardappelen Joris van Waes: 'We weten nu een aantal verspreidingstrajecten. Maar er zijn nog zoveel vragen open. Daarvoor hebben we meer onderzoekscapaciteit en dus meer geld nodig.'
Dat geld komt onder meer uit de bloembollensector, waar Erwinia ook flinke schade aanricht. De pootgoed- en bloembollensector willen samen investeren in fundamenteel onderzoek naar de bacterie en hebben het ministerie van LNV om financiële steun gevraagd.
Pasklare antwoorden levert het hoe dan ook niet op. Op het internetforum zal bacterieziek voorlopig een onderwerp van gesprek blijven.
Voorlopige resultaten:
- Miniknollen zijn vrij van Erwinia;
- Erwinia overleeft maar kort in de grond (enkele weken);
- Infectie via loofbeschadiging is niet aangetoond;
- Gunstige omstandigheden spelen ziekte meer in de kaart dan de hoeveelheid bacteriën op de poter;
- Er zijn veel meer latent besmette planten dan je op het oog ziet;
- Bij nat weer kan de bacterie gemakkelijk van aangetaste plant naar een schone plant 'zwemmen';
- Rooimachines kunnen voor versmering zorgen tot tientallen meters;
- Bewaarcondities lijken weinig invloed te hebben.