Uienteler verwacht met rijpaden hogere opbrengst
Visie
De omgebouwde machines hebben alles te maken met de visie van Jacob Vos op het omgaan met de grond. Sinds twee jaar werkt hij op rijpaden in de teelt van uien en aardappelen. Hij probeert zo veel mogelijk werkzaamheden jaarlijks vanaf dezelfde sporen te verrichten. Daardoor hoeft Vos zijn grond minder intensief te bewerken: 'Rust in de bodem geeft een betere structuur. Als je de grond niet vastrijdt, is het gemakkelijker los maken. Een diepe grondbewerking is dan helemaal niet nodig.'
Betere bodemkwaliteit
Omdat hij zo min mogelijk op de teeltgrond rijdt, lukt het om minder diep te bewerken. Dit minder 'storen' van de grond verbetert volgens Vos de bodemkwaliteit: 'Het gehalte organische stof blijft gemiddeld hoger. Hierdoor is de beschikbaarheid van mineralen groter.'
Het humusgehalte in de bovenste laag blijft hoger dan bij een diepe bewerking, doordat de humus over een minder groot oppervlak wordt verdeeld. 'Meer humus betekent een minder plakkerige grond en minder risico op slemp.' De akkerbouwer vindt een goede structuur van de grond erg belangrijk. Vocht kan hierdoor volgens hem sneller worden afgevoerd en het zorgt voor een betere doorworteling.
Andere uienzaaimachine
Om uien op rijpaden te kunnen telen, moest de firma een andere zaaimachine aanschaffen en een werktuigendrager op de juiste spoorbreedte ontwikkelen. Er werd gekozen voor een spoorbreedte van 3 meter. Dat was praktisch. De aardappel- en bietenrooier stonden al op deze breedte. Bovendien ondervond het loonwerk voor derden geen hinder van het werken op deze spoorbreedte.
De 9 meter brede zaaimachine die Vos op het oog had, had een bedbreedte van 3 meter. Voor het akkerbouwbedrijf was deze breedte geen probleem, maar de klanten van het loonwerkbedrijf beschikken niet over trekkers op zo'n breed spoor. Daarom besloot Vos ieder bed op te splitsen door tussen de middelste zaaielementen 50 centimeter loze ruimte te creëren. Op het land wordt hiermee om de anderhalve meter een halve meter niet gezaaid (lege tussenruimte + wielspoor) zodat een trekker met een traditionele spoorbreedte over het land kan rijden.
Uien oogsten met schijvenrooier
De uienrooier bij de firma stond nog op een breedte van anderhalve meter, maar daar kwam verandering in met de komst van een schijvenrooier op proef. Na het eerste jaar zaaien op rijpaden, probeerde de innovatieve boer hiermee te rooien. Toen dat lukte, schakelde hij een jaar later volledig over op het rooien met hydraulisch aangedreven schijven. Vos: 'Rooien met schijven is minder zwaar. Er hoeft minder grond uitgezeefd te worden. Dat kost minder energie en vergroot de rooicapaciteit.'
Wat nog niet lukt vanaf de rijpaden, is het transport van de oogst. Dat is wel een belangrijke doelstelling waarvoor de teler met een groep biologische telers landelijk een werktuigdrager ontwikkelt. Ook een spuitmachine op een spoorbreedte van 3 meter staat op het wensenlijstje.
Grond lichter bewerken
Met het toepassen van rijpaden hoefde de grond minder diep geploegd te worden. Terwijl Vos voorheen de ploeg op een diepte van 30 centimeter in de grond stak, doet hij dit nu op ruim 20 centimeter diepte. Sinds vorig jaar ploegt hij met een rupstrekker die naast de voor rijdt. 'Dit doen we om de bodem minder te beschadigen. Wanneer je dieper rijdt, druk je de grond meer aan.' Door de spoorbreedte van 2,5 meter lukt het helaas niet om op het rijpad te blijven.
Resultaten
Hoewel Vos nog niet volledig werkt op rijpaden, ziet hij zijn grondkwaliteit verbeteren. Vorig jaar waren de percelen waar met rijpaden wordt gewerkt, twee weken eerder begaanbaar. Dat kwam doordat er niet over de teeltgrond heen gereden hoefde te worden. Vos had bovendien op de percelen waar hij met het rijpadensysteem gewerkt had minder slemp. Tot nu toe heeft de overgang naar rijpaden nog geen effect gehad op de opbrengst. De teler verwacht op lange termijn een stijgende opbrengst door de positieve eigenschappen van een betere bodemkwaliteit.
Tekst: Franka Loman