Veel zaaizaad van nieuwe uienrassen
Lage uienprijs
De uienprijs is laag. Het veldgewas brengt 7 tot 9 cent per kg op voor plantuien en het ziet er naar uit dat de bodem nog niet is bereikt. Bij De Groot en Slot maken ze zich nog geen zorgen. Henk de Groot: 'Zaad verkopen we in de winter en het is de vraag hoe de stemming dán is.'
Voorlopig gaat het erg goed met de uien in West-Europa. Wat de teelt betreft tenminste. 'Het is maar de vraag wat het vervolg is. Hoe gaat het elders in de wereld? Als er veel uien komen, moeten er veel worden geëxporteerd. Eigenlijk moet er dan ergens een gat vallen. Daarbij zijn de opbrengsten in Centraal en Oost-Europa ook van belang.'
Handelsmentaliteit
Verhoudingsgewijs worden in Nederland veel uien geteeld, met De Groot en Slot als medeverantwoordelijke. Het bedrijf levert zaad van het type Rijnsburger, de meest geteelde ui van Nederland. 'Als het zo doorgaat, brengen enkele percelen zelfs 80 tot 90 ton per hectare op', is de schatting van Martin Slot (31). Hij is de beoogde opvolger van Henk de Groot.
De twee weten wel waarom de positie van Nederland op de uienmarkt zo sterk is. Volgens hen is die, behalve aan de goede teeltomstandigheden, het assortiment en de infrastructuur, te danken aan de handelsmentaliteit van de uiensector. De Groot: 'Als er morgen 10 ton uien in Parijs moeten staan, dan staan die er.'
Voorlopig zijn er weinig grote bedreigingen voor die positie, lage uienprijs of niet. 'Ook in Rusland worden veel uien geteeld, maar de teelt gaat daar niet zo hard vooruit als hier. Ook al zijn er Nederlandse akkerbouwers die het daar proberen. Er staan veel uien, maar er wonen ook veel mensen. Boten vol uien varen van Nederland naar Rusland.'
Vijf tot tien rassen
De veredelaar werkt rustig verder aan het verstevigen van zijn marktpositie. In Nederland heeft het bedrijf 70 procent van de markt in handen. De ambitie is het handhaven van dat grote marktaandeel en uitbreiding in het buitenland. De Groot en Slot komt elk jaar met vijf tot tien nieuwe rassen op de wereldmarkt. 'Dat zijn rassen die de commerciële status krijgen en geïntroduceerd worden', zegt De Groot.
De veredelaar komt bijvoorbeeld met een witte ui voor de industrie. Met 25 procent droge stof in plaats van 11. Deze ui wordt geteeld in de Verenigde Staten, China, Afrika en Spanje. Het is een ui die gedijt bij temperaturen boven de 30 graden. Er zijn witte rassen voor Mexico, een rode 'korte dag-ui' voor de teelt in het regenseizoen in landen als Venezuela, Honduras en Guatamala, een makkelijk te snijden lange en hoge ui voor de horeca in, met name, Oost-Europa, en twee hybride stengeluirassen voor Azië, China en de Verenigde Staten.
Nederlandse markt
Uienveredelaar De Groot en Slot heeft de nieuwe rassen - noodgedwongen - voorzichtig geïntroduceerd. 2007 was een slecht jaar was voor de zaadteelt en 2008 een matig jaar. Daardoor kon het bedrijf onvoldoende zaad oogsten om de rassen goed in de markt te zetten.
Dit jaar liggen de kaarten anders. Het bedrijf heeft hoge verwachtingen van de Hytech, Hybelle, Hybing en de Hypark. Deze rassen worden al op grote schaal in de praktijk geteeld, maar de veredelaar verwacht de oppervlakte nog te vergroten. Het bedrijf heeft nu ook een nieuw ras dat geschikt is voor de biologische teelt: de Hybound (BGS 266). Die heeft een grotere spruitrust, waardoor die geschikter is voor bewaring zonder kiemremmers.
De telers die vooral aan de schilfabrieken leveren, mogen een verbetering verwachten van de Hytide. Dit ras zou 10 procent meer opbrengst moeten opleveren voor de fabriek.
Ook de roze ui die onder het label Crimsun wordt verkocht, stijgt nog steeds in populariteit. Deze ui, geïntroduceerd in 2007, is geen noviteit meer, maar de veredelaar ziet wel een grotere markt voor hem ontstaan. Aanvankelijk was de Crimsun vooral voor het Midden-Oosten bestemd, maar het lichtgekleurde product lijkt nu ook in Centraal-Afrika en Midden-Amerika in de smaak te vallen.
Van geel naar rood
De Groot en Slot ziet in alle binnen- en buitenlandse markten een duidelijk rode lijn. Slot: 'Er is een verschuiving van geel naar rood. Het gaat langzaam, maar wereldwijd stijgt de vraag naar rode uien. In de Verenigde Staten associëren ze rood met gezond. Rood heeft een mooie uitstraling. Ze zijn over het algemeen ook wat pittiger. In het Westen hebben we een groeiend aantal allochtonen. Die eten meer rode dan gele uien. Dat merkt de groenteman op de hoek ook.'
Dat wil niet zeggen dat de gele Rijnsburgers op een zijspoor staan. De Groot: 'Ik schat dat 80 procent van de uien die we in Nederland telen gele Rijnsburgers zijn. We werken constant aan de verbetering van kleur, vorm, houdbaarheid en resistenties natuurlijk.'
Meeldauw
Het meeldauwresistente Rijnsburgerras Hystand heeft er sinds dit jaar een 'zusje' bij: de Hylander. Ze schelen vijf jaar in leeftijd. 'De Hystand is laat en dat maakt de teelt op koude gronden soms lastig. Dan wordt de ui pas half september geoogst. Eigenlijk te laat. De Hylander rijpt ongeveer een week vroeger af.' Met dit ras sparen telers een aantal bespuitingen tegen meeldauw uit, schat de directeur. 'Resistentie wil niet zeggen dat de ui niet ziek wordt. Helaas zijn er naast meeldauw nog genoeg andere ziekten.'
Het is de bedoeling dat uiteindelijk het hele assortiment van De Groot en Slot meeldauwresistent is. Tenminste, voor de gebieden waar meeldauw een probleem is. Slot: 'Dat kost veel tijd. Iedere stap kost twee jaar in de veredeling. Behalve met meeldauwresistentie zijn we volop bezig met andere resistenties. Tegen bladvlekkenziekte bijvoorbeeld.' Op korte termijn hoeven de telers geen wonderen te verwachten. De Groot: 'Meeldauwresistentie kostte ook 20 jaar.'
Tekst: Hans van der Lee
Beeld: Dick Breddels