Optrekken aan de toptelers
In 2015 loopt de huidige Europese marktordening voor suiker af. Telers die dan nog rendabel bieten willen telen, zullen het rendement moeten verbeteren. En dat kan, is de vaste overtuiging van Frans Tijink, directeur van het onderzoeksinstituut voor de suikerbietenteelt IRS in Bergen op Zoom.
3x15
In juni vorig jaar, toen CSM Suiker officieel onderdeel werd van Suiker Unie, hield Tijink een inleiding waarin hij onder meer sprak over '3x15'; de ambitie om in Nederland in 2015 een gemiddelde suikeropbrengst te realiseren van 15 ton per hectare bij een kostprijs van maximaal 15 euro per ton bieten. De ambitie vloeit voort uit het project Verbetering rendement suikerbietenteelt, dat weer uiteen valt in twee deelprojecten: het opbrengstproject SUSY (Speeding Up Sugar Yield) en het kostenproject LISSY (Low Input Sustainable Sugar Yield).
Variabele kosten rond 15 euro per ton
Uit de bietenstatistiek die het IRS van elk bietenjaar opstelt, blijkt dat de variabele teeltkosten (kosten voor zaaizaad, bemesting, onkruidbestrijding, bestrijding ziekten en plagen, oogst, rente en overige kosten) van 2002 tot en met 2006 al min of meer rond de 15 euro per ton bieten schommelen (zie tabel).
Daarmee zitten de telers dus al op de doelstelling voor 2015, erkent IRS-directeur Tijink. ´De komende jaren moeten telers proberen de opbrengsten te laten stijgen zonder dat de kosten toenemen. En daarnaast gaat het er natuurlijk om dat áls telers geld uitgeven, dat echt effect heeft. Denk bijvoorbeeld aan een bespuiting tegen cercospora. Die uitgave is prima als de teler op het juiste moment spuit. Doet hij dat niet, dan is het weggegooid geld.´
Grootste slag
Niettemin is duidelijk dat de grootste slag, zeg 80 procent, moet worden bereikt door een verhoging van de opbrengsten, zegt Tijink. Uit de statistieken van het IRS blijkt dat de suikeropbrengsten de afgelopen jaren gemiddeld tussen de 10 en 11 ton schommelden en dat er dus grofweg nog een ton of 4 te gaan is.
Toch is de ambitie wel degelijk realistisch, vindt Tijink. ´In 2006 hebben we op een proefveld een suikeropbrengst van 22,7 ton per hectare gehaald. En je hebt nu al telers die 85 ton bieten rooien met 17,6 procent suiker. Dan zit je aan 15 ton suiker per hectare. Het is de komende jaren zaak dat niet alleen de beste telers zulke goede resultaten realiseren, maar ook de telers uit de middengroep.´
In de praktijk blijkt volgens de IRS-directeur dat het verschil in suikeropbrengst tussen telers binnen een teeltgebied groter is dan het verschil tussen de verschillende teeltgebieden. ´De toptelers halen onder vergelijkbare condities, met vergelijkbare grond en weersomstandigheden, dus een hogere suikeropbrengst dan de grote middengroep´, zegt Tijink. De opbrengstverschillen zijn niet te verklaren uit één enkele factor, maar zijn het gevolg van een combinatie en een interactie van factoren.
Bedrijfsparen
Vanuit die gedachte is het IRS in 2006 gestart met het deelproject SUSY. Verspreid over het land zijn 26 bedrijfsparen gevormd van een topteler (structureel bij de top 25 van een gebied) en een representatieve teler uit de middengroep. Deze telers worden tot en met dit jaar intensief gevolgd, vertelt Tijink. Hoe maken ze hun land klaar? Wat is de voorvrucht? Wanneer zaaien ze? Hoeveel bemesten ze? Wanneer voeren ze een ziektebestrijding uit? Hoe worden de teeltmaatregelen uitgevoerd? Enzovoort. Idee is dat het project uitwijst welke factoren of combinatie van factoren de opbrengstverschillen verklaren. In de loop van dit jaar hoopt het IRS met een analyse van de resultaten naar buiten te komen.
´Oogsten van zon´
Maar ook zonder die analyse is al wel een aantal zaken duidelijk. Zo wijst het IRS in verscheidene publicaties op het belang van een goed ontwaterde en doorwortelbare grond. Ook komt het aan op een goede bodemstructuur, de keuze van rassen met de juiste resistenties, een gezond bladapparaat en onkruidbestrijding. ´Bieten telen is oogsten van zon´, zegt Tijink. ´Het is zaak om zoveel mogelijk zonlicht te vangen. Daarom is het ook van belang vroeg te zaaien, zodat het gewas kan profiteren van een lang groeiseizoen.´
Verder moeten de telers niet tot het laatste moment wachten met rooien. Onderzoek wijst uit dat een week eerder rooien onder gunstige omstandigheden lucratiever is dan een week later onder ongunstige omstandigheden.
Behalve de telers zelf zullen ook veredelaars een steentje blijven bijdragen aan hogere suikeropbrengsten, verwacht Tijink. ´De afgelopen jaren heb je gezien dat de nieuwe rassen met resistenties tegen rhizoctonia, rhizomanie en bietencysteaaltjes de opbrengstzekerheid enorm hebben verbeterd. Verder zie je dat de nieuwe rassen zich vooral in het begin van het seizoen sneller ontwikkelen, waardoor ze sneller een volledig bladapparaat hebben en dus zo lang mogelijk zonlicht kunnen vangen.´
Kosteneffectief
Hoewel de grootste bijdrage aan de rendementsverbetering dus moet komen van een verhoging van de suikeropbrengst, zullen telers ook kritisch moeten blijven op de kosten, meent Tijink. Binnen het deelproject LISSY zijn de belangrijkste variabele kosten geanalyseerd en zijn mogelijkheden om kosten te besparen naar voren gekomen.
Zo kunnen telers besparen op de (brandstof)kosten door minder diep te ploegen en hun land in één werkgang klaar te leggen. Ook bij de bemesting, de onkruidbestrijding en het in sommige teeltgebieden onnodige gebruik van duur speciaal pillenzaad, ziet het IRS nog wel besparingsmogelijkheden.
Het belangrijkste is echter dat de gemaakte kosten echt effect hebben. Denk aan het rooien, noemt Tijink als voorbeeld. ´De kopdemonstraties van de afgelopen twee jaar bewijzen dat precies koppen van de bieten al snel een verschil betekenen van 140 tot 350 euro per hectare. Een optimale afstelling van de reiniging op de rooier scheelt ook al snel 100 euro per hectare. De les hieruit is dat een goede chauffeur een verschil maakt dat vergelijkbaar is met het rooitarief.´
Opbrengsten en kosten suikerbietenteelt
Jaar | Suikeropbrengst (ton per ha) | Bietenopbrengst (ton per ha) | kosten per ha | kosten per ton bieten |
2002 | 9,6 | 60 | 915 | 15,25 |
2003 | 10,8 | 62,9 | 950 | 15,1 |
2004 | 10,8 | 66,7 | 980 | 15,83 |
2005 | 11,1 | 66,1 | 980 | 14,83 |
2006 | 10,9 | 67,1 | 965 | 14,38 |
2007 | 11,1 | 64 | * | * |
Gemiddeld | 10,7 | 64,5 | 958 | 14,85 |
Tekst: Albert van der Horst
Beeld: Jan Bouwman, Susan Rexwinkel