Oogsten in het heuvelland
Maaibord bij maainmachine
De aanpassing aan het wisselende landschap begint bij een maaidorser natuurlijk bij het maaibord. Bij New Holland kan dit in de lengterichting pendelen en regelt een hydraulische cilinder dat het maaibord parallel op constante hoogte van het grondoppervlak blijft. De elektronische aansturing van dit geheel vindt plaats door twee sloffen van een meter breed, ongevoelig voor spuitsporen, links en rechts onder het maaibord.
Een ander belangrijk aspect vormt de verdeling van het geoogste gewas in de machine. Vooral de zeefkast moet zo vlak mogelijk blijven om voldoende zeef- en dus machinecapaciteit te houden. Wanneer het graan naar één kant schuift, treden openingen en dus wind- en eventueel korrelverlies op, terwijl aan de andere kant het materiaal te dik ligt en onvoldoende reiniging plaatsvindt.
Speciaal type
'In Zuid-Limburg verkopen wij vooral vijf- en zesschudders van de CX8000-serie', aldus Nico Frijns van New Holland-dealer Intrak. 'Hierbij lossen wij dit probleem op met een zelfnivellerende zeefkast. Deze kast kan in de lengterichting pendelen. Een servocilinder, aangestuurd door een niveausensor, houdt het geheel dan automatisch horizontaal tot een maximale hellingshoek van 17 graden.'
Frijns: 'Speciaal voor de CSX7000 levert New Holland het type 7050 Hillside. Deze machine is vooral bedoeld voor extreme omstandigheden, waarbij een automatisch systeem met hydraulische cilinders zorgt dat de volledige machine zowel voor- als achterover als zijdelings vlak blijft. Dit biedt de mogelijkheid de maaidorser voorover tot een helling van 30, achterover tot 10 en zijdelings tot een helling van 38 procent te corrigeren.'
'De maximale breedte van het maaibord is 7 meter', legt Frijns uit. 'Bij bredere maaiborden komt de stroverwerking namelijk in het gedrang. Om toch hard genoeg te kunnen rijden en dus voldoende capaciteit uit de machine te halen, kiezen veel gebruikers voor een in lengte verstelbaar Varifeed- maaibord. Het moet ten slotte uit de lengte of uit de breedte komen.'
Differentieelblokkering
Bij de Lexion-aaidorsers van Claas regelen elektronische sensoren en stikstofbuffers van AutoContour II dat het maaibord altijd parallel en op gelijke afstand van het oppervlak blijft. Als optie levert de fabrikant het 3-D-reinigingssysteem dat tot een helling van 20 procent zorgt voor een gelijkmatige verdeling van het product over de zeven. Zodoende blijft de capaciteit van de machine en de kwaliteit van de reiniging behouden.
Speciaal voor extreme omstandigheden levert Claas enkele Lexion-modellen in een Montana-uitvoering. Deze beschikken naast het 3-D-systeem ook over de mogelijkheid de hele machine automatisch zijdelings 17 procent en voor- en achterover 6 procent te corrigeren. Bovendien voorkomt overdrive met een differentieelblokkering afdrift doordat het wiel aan de hellingzijde niet slipt en de machine wegschuift.
De Claas-maaidorsers, een Mega 218, een Lexion 450 en een Lexion 550 van loonwerker en akkerbouwer Ruud Steinbusch uit Voerendaal beschikken over een 3-D-systeem. 'Zonder een 3-D-systeem verlies je al gauw 20 procent capaciteit', aldus Ruud. 'Onze Lexion 550 heeft een maaibord van 7,50 meter en levert geen enkel probleem op. Vanwege het rustige rijden en de capaciteit zou ik zelfs naar 9 meter gaan.'
Gelijke gewichtsverdeling
Voor het werken in heuvelachtig terrein levert John Deere enkele maaidorsers in een HillMaster-uitvoering. Het HeaderTrak-systeem zorgt met mechanische voelers voor een constante hoogte van het maaibord. Het Hillmaster II-vlakstelsysteem herkent veranderingen in de hellingshoek en compenseert deze automatisch tot 22 procent door de hele machineopbouw te kantelen.
Bijkomende voordelen van een dergelijk systeem vormen in ieder geval dat de bestuurder de graantank volledig kan vullen en hij niet langdurig schuin hoeft te zitten. Daarnaast zorgt een gelijke gewichtsverdeling over de voorwielen voor betere trekkracht en stabiliteit.
'Voor de breedte van het maaibord geldt voor hellingen in theorie 'hoe breder hoe lastiger', vooral als het gewas niet meer recht staat en door wind is neergeslagen', aldus Erwin Conjarts van John Deere-dealer M.Grooten Euregiotrac. 'Bij een breed maaibord vooral op de helling kun je oneffenheden gewoon veel moeilijker corrigeren. Op vlak land heb je dat bijvoorbeeld al met diepe spuitsporen, alleen op de helling versterkt dat effect. Maar mede door de maaidorser met de bovengenoemde systemen uit te rusten, kun je ondanks een breed maaibord toch goed werk afleveren. Je moet een machine hebben die geschikt is voor de soort percelen diet je hebt. Voor een loonwerker is dit weer moeilijker, want die zit op veel verschillende plaatsen onder alle omstandigheden.'
Akkerbouwer Frank Lenssen uit Heijenrath rijdt al vier seizenen met een John Deere 2264 Hillmaster. 'Je kunt de machine vooraan vanaf een middenstand laten zakken en opdrukken zowel links als rechts', aldus Frank. 'Dat kan handmatig of automatisch. Hiervoor bevindt zich een soort pendel tussen de voorwielen. Als het dan een beetje begint te hellen, zet hij zich automatisch recht. Aan de linkerkant van het maaibord zit een cilinder die dit automatisch regelt. Het grote voordeel is vooral dat de schudders regelmatig gevuld blijven. Op 35 procent van mijn percelen gebruik ik het systeem.'
Ze rooien het wel
Ook voor het rooien van bijvoorbeeld aardappelen beschikken de machines over enkele aanpassingen die op de helling min of meer noodzakelijk zijn. Zo bezit de De Wulf-bunkerrooier van Ruud Steinbusch aangedreven wielen, een cilinder aan de rechterzijde van de gestuurde as die de machine vlakstelt en een egelband met zelfcorrigerende hoek.
'Bij de bietenrooier kozen we voor een vierwielige Vervaet 617 en niet voor een zeswieler', legt Steinbusch uit. 'De zeswieler is namelijk een stuk onstabieler vanwege de twee wielen die achter naast elkaar zitten. Dat geldt ook voor een driewieler om mest uit te rijden. Vandaar dat je hier hoofdzakelijk vierwielers tegenkomt. De huidige rooiers kunnen in ieder geval wel de assen uitschuiven voor een grotere stabiliteit. Zelfs onze vierwieler tilt soms een linker of rechter achterwiel op. Hondegangbesturing is hier een must om in ieder geval boven te komen.'
Goede remmen zijn heel belangrijk
De huidige oogstmachines vragen om een behoorlijke transportcapaciteit. Kiepers van 15 ton of meer zijn geen uitzondering. In combinatie met de sneller rijdende trekkers is het noodzakelijk voor een goede beremming te zorgen. Dat geldt zeker bij het naar beneden rijden van een helling op de vaak smalle wegen. Hiervoor bestellen de meeste gebruikers hun kieper tegenwoordig met snelverkeersassen onder andere voorzien van bredere remtrommels, afkomstig uit de transportwereld. Gezien het gevraagde remvermogen zijn deze assen geen overbodige luxe. 'Vaak zie je bij kiepers in loonwerkersuitvoering dat fabrikanten al standaard snelverkeersassen monteren', aldus Erwin Conjarts. 'Deze assen hebben bredere remschoenen en trommels die ook een grotere diameter hebben om een grotere remvertraging te genereren.'
Nog veiliger: luchtremmen
Daarnaast kiezen steeds meer gebruikers, vooral loonwerkers, vanwege de bedrijfszekerheid, tevens voor luchtremmen. Bij veel trekkers hoort deze voorziening vaak tot de 50 kilometer-uitvoering. Conjarts: 'Toch zie je tegenwoordig ook dat akkerbouwers die een trekker van rond 130 pk bezitten, waar een grotere kieper achter kan, hierop een luchtreminstallatie laten monteren wanneer ze aan een nieuwe kieper toe zijn.'
'In 1975 begonnen we al met luchtremmen op onze trekkers te bouwen. Daarna hebben we ook de kiepers omgebouwd', vertelt Ruud Steinbusch. 'Sindsdien beschikken vrijwel al onze trekkers over een luchtinstallatie. Dat is gewoon een stuk veiligheid. Goede remmen zijn heel belangrijk.'
Tekst: Harold Mestrom
Beeld: John Deere, Harold Mestrom, Ellen Meinen