Stabiele graanprijs zorgt voor voedselzekerheid
Telers en verwerkers
De telers en verwerkers zijn gebaat bij een stabiele graanprijs op een redelijk niveau. De gevolgen van sterk fluctuerende graanprijzen op de andere landbouwproducten zijn in 2007/2008 duidelijk gevoeld. Het heeft winst en verlies gebracht. Ook in de veehouderijsector. 'Een hoge graanprijs hoeft niet slecht te zijn voor de veehouderij', zegt Haanstra. 'Als de prijs maar stabiel is.'
Een graanprijs op een redelijk niveau is het fundament onder de prijzen van contractteelten en vrije producten. 'Bij de huidige kosten en opbrengsten, zonder toeslagen, is 180 euro per ton redelijk', zegt Klaas Hoekstra van de NAV. Een goede graanprijs houdt bovendien het Europese landbouwareaal in stand. 'Dat voorkomt ontbossing elders.'
De landbouw staat bovendien voor de opgave binnen enkele decennia 9 miljard mensen te voeden. Haanstra: 'Dat kan alleen als de landbouw verdiencapaciteit heeft en volop produceert.'
Liberalisering
De trend is liberalisering. De EU-landbouwcommissaris, Dacian Ciolos, wil quoteringen afschaffen en de wereldmarkt op. De EU bouwt al jaren de interventie voor granen af. Bij de WTO-partners zal het bijmengplan ook vragen oproepen.
Europese eiwitproductie
Europa importeert nu 70 tot 80 procent van de eiwitbehoefte. Landen en organisaties denken verschillend over eigen eiwitteelt in de EU. De NAV maakt zich hard voor eigen eiwitproductie en dus minder afhankelijkheid van importen uit -voor een groot deel- Brazilië. Frankrijk subsidieert de eigen eiwitteelt uit een potje afgeroomde bedrijfstoeslagen. Bijproduct van bio-ethanol uit graan is tarwegistconcentraat, ook DDGS genoemd. Dat is eiwitrijk veevoer.
Politiek kiest brandstof
De politiek kiest voor tweede en derde generatie biobrandstoffen. Bio-ethanol uit graan valt onder de eerste generatie. De eerste generatie wordt geproduceerd uit landbouw- en energiegewassen. Dat leidt tot uitbreiding van het landbouwareaal. De grondstof voor tweede generatie biobrandstoffen is niet geschikt als voedsel. Het is bijvoorbeeld bermmaaisel of houtige biomassa. De teelt vraagt nauwelijks extra landbouwareaal. De derde generatie concurreert geheel niet met voedselproductie.
Begin mei nog pleitten de ministers Gerda Verburg van LNV en Tineke Huizinga van VROM in een brief aan de Tweede Kamer ervoor om in EU-verband de duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen uit te breiden.
Food, feed & fuel
Het flexibele bijmengplan past in het streven naar voedselzekerheid. Bij de graantekorten van twee jaar geleden ontspon zich een discussie over de ethische kant van het gebruik van landbouwgewassen als energiebron. Bij graantekorten gaat er minder volume naar de ethanolproducent en blijft dus meer over voor voedsel en voer. Op dit moment gebruiken we slechts 3 procent van de Europese graanoogst voor de productie van bio-ethanol. Daarvan gaat eenderde deel terug het veevoer in als DDGS. Dat komt bij de 62 procent van het graan dat rechtstreeks naar de voerbakken gaat. Zo'n 23 procent wordt verwerkt tot voedsel.
Producenten bio-ethanol
'Het is een interessant plan', vindt Rob Vierhouten van Ebio, de Europese organisatie van producenten van bio-ethanol. 'We moeten er over doorpraten. Er zitten natuurlijk haken en ogen aan, maar die kunnen we wellicht oplossen.'
De verwerkingscapaciteit is er. In 2008 produceerde de EU 2,2 miljard liter bio-ethanol. Een jaar later was de capaciteit 3,5 miljard liter, in 2010 is het bijna 7 miljard liter. De producenten hebben gezamenlijk zo'n 6,5 miljard euro geïnvesteerd. Voor nog eens 1,5 miljard euro wordt nu bijgebouwd. Om aan de bijmengverplichting in 2020 te voldoen, heeft de EU minimaal 22 miljard liter bio-ethanol nodig.
Brazilië
Zat de EU in 2009 op een productie van 3,5 miljard liter, in dat jaar produceerde Brazilië 25,6 miljard liter en de VS 40,7. De EU importeert veel bio-ethanol uit Brazilië. Dat levert in de Rotterdamse haven het nodige werk op. Brazilië is ook het land dat de prijs van bio-ethanol bepaalt. Die prijs staat los van de graanprijs.
Begin april is Maxime Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, in Brazilië geweest en heeft daar gesproken over vrije toegang voor landbouwgrondstoffen op de Europese markt. Ook Azië, onder andere China, importeert meer Braziliaanse landbouwgrondstoffen (eiwit). Dat stimuleert de ontbossing. Europa kan eisen dat haar producten op 'oude' gronden groeien. 'Maar elke toename van de vraag leidt tot extra ontginning', zegt Hoekstra. 'Om dat te voorkomen, moet ons landbouwareaal in productie blijven. Dat kan met een stabiele graanprijs op een redelijk niveau.'
Idee legt bodem in graanmarkt
Het idee is om bij een te hoge productie van graan in de Europese Unie het overschot te gebruiken voor de productie van bio-ethanol. Dat voorkomt dat de graanprijs onderuit gaat. Bij een te lage graanproductie ontstaat een graantekort. In dat geval gaat geen graan naar de bio-ethanolproductie om te voorkomen dat voedseltekorten ontstaan.
'Het plan legt op deze manier een bodem in de markt', zegt Haanstra. 'Bij de oude interventiesystemen wordt het product niet definitief uit de markt genomen, het komt ooit weer terug. Met dit plan is dat niet aan de orde. Door het graan te gebruiken voor de productie van bio-ethanol is het definitief van de markt. Als het graan eerst in opslag gaat, kan het graan ongeschikt worden gemaakt voor consumptie, bijvoorbeeld met kleurstof.'
De sector heeft het LEI onderzoek laten doen naar de gevolgen van dit plan voor de stabiliteit van de graanprijs. Uit het rapport, 'Stabilisatie van graanmarkten door flexibel gebruik van graan voor bio-ethanol', blijkt dat het idee werkt, het legt een bodem in de graanmarkt en stabiliseert de graanprijs. Door de spilfunctie van graan profiteert de hele akkerbouwsector. De producenten van bio-ethanol krijgen wel te maken met meer fluctuaties in het inkomen, is een van de conclusies in het rapport. Want jaren met graanoverschotten produceren ze meer bio-ethanol dan in jaren met tekorten. In jaren met tekorten profiteert juist de overheid. Dan moet er meer bio-ethanol worden geïmporteerd in de Europese Unie en ontvangt de overheid een groter bedrag aan importheffingen.
Cijfers
Het LEI heeft gerekend met een basisscenario. Dit scenario is de situatie die op langetermijn ontstaat, uitgaande van de verwachte ontwikkelingen. Volgens dat basisscenario ligt in 2020 de graanproductie in de 27 lidstaten van de EU op 260 miljoen ton en geldt daarvoor een basisprijs van 140 euro per ton. Door de afgesproken bijmengverplichting van minimaal 10 procent in 2020 gebruikt de EU dan 29,3 miljoen ton graan voor de eigen productie van bio-ethanol. Daarnaast wordt bio-ethanol geïmporteerd. De omvang van de import is gelijk aan wat met 28,7 miljoen ton graan wordt geproduceerd.
Vervolgens is berekend wat er gebeurt met de prijzen als de Europese graanopbrengsten 5 procent lager, 5 procent hoger en 10 procent hoger zijn dan de genoemde 260 miljoen ton. Dezelfde berekening is gemaakt voor het geval het flexibele bijmengplan is doorgevoerd (zie tabel). Een variatie van 5 procent in de prijs komt tot nu toe eens in de drie jaar voor. Een variatie van 10 procent komt eens in de twintig jaar voor.
Productie ten opzichte van basisscenario (%) | EU-productie (miljoen ton) | Zonder bijmenging: Prijsverandering (%) | Zonder bijmenging: Prijs (€ per ton) | Met bijmenging: Prijsverandering (%) | Met bijmenging: Prijs (€ per ton) |
-5 | 247 | 7 | 150 | 0 | 140 |
0 | 260 | 0 | 140 | 0 | 140 |
5 | 273 | -8 | 129 | 0 | 140 |
10 | 286 | -15,6 | 118 | -4,5 | 134 |
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Susan Rexwinkel, Anton Dingemanse