Controleer pootgoed en zet het goed weg
Levend product
'We doen nu eenmaal niet in schroeven en moertjes. Het gaat om een levend product en dat stelt ook ons soms voor verrassingen', zegt Henk van der Woude, hoofd van de technische afdeling van Agrico. 'Maar tot het moment van levering mag het natuurlijk niet mis gaan. Dan moet het pootgoed gewoon aan de NAK-normen voldoen. Hebben telers de indruk dat het niet zo is, dan hebben ze het volste recht om daarover aan de bel te trekken. Er komt dan iemand van ons kijken waarna we samen naar een oplossing zoeken.'
In de regel lukt dat wel, is de ervaring van Agrico en ook van andere leveranciers. Mocht het zo zijn dat teler en leverancier er samen niet uitkomen, dan kunnen zij de hulp inroepen van keuringsdienst NAK voor een onafhankelijke expertise. Dat gebeurt ongeveer dertig keer per jaar, laat NAK-coördinator Jaap Haak desgevraagd weten. 'Wij halen een paar zakken of kisten over de kop en bekijken dan nogmaals of de partij aan onze normen voldoet (zie kader voor een beknopte versie hiervan).'
Laat voorjaar
De meeste problemen doen zich voor in een laat voorjaar, als het pootgoed al enige tijd klaar staat. In die situatie wordt de rol van de teler steeds belangrijker. Die is op dat moment verantwoordelijk voor de kwaliteit. 'Als een partij twee maanden na levering hartstikke in de kiem is gelopen, dan heeft de teler zelf een scheve schaats gereden. Het is aan de teler om het pootgoed netjes te bewaren en dat gebeurt helaas niet altijd', stelt Agricoman Van der Woude vast.
Missers
Ook de buitendienstmedewerkers van McCain komen ieder jaar weer missers tegen. 'Wij zien nog te vaak dat het pootgoed na aflevering op kiepwagens wordt bewaard of in oude, vieze bigbags buiten staat', zegt Abko Boer. Hij is verantwoordelijk voor de uitgifte van pootgoed bij de frietfabrikant. De beste manier om de poters te bewaren, is volgens hem in kisten onder een afdak met natuurlijke trek of in een dunne laag op de vloer van een loods.
Extra controle
Om zeker te zijn van een goede kwaliteit pootgoed, voeren de buitendienstcollega's van Boer vaak een extra controle uit bij, of vlak na, het afleveren. Ook worden de telers in een brief nog eens op de aandachtspunten gewezen. Boer schat dat er bij vijf procent van de leveringen klachten zijn over het pootgoed, al dan niet terecht. Vaak gaat het om rotte knollen (fusarium), de maatsortering (te veel bovenmaat) of rhizoctonia.
Erwinia
De laatste jaren is er een duidelijke verschuiving te zien van het aantal klachten direct bij levering naar klachten aan de hand van problemen in het veld. Vooral bacterieziek (erwinia) zorgt voor onaangename verrassingen. Gaten in het gewas zijn een doorn in het oog van de consumptieaardappelteler. Toch is het niet altijd terecht om met de beschuldigende vinger naar het pootgoed te wijzen. Want waarom veroorzaakt een bepaalde partij bij teler A wel een probleem en bij teler B niet?
Agrico-man Van der Woude: 'Wij proberen de oorzaak altijd zo goed mogelijk te achterhalen door de lijnen na te trekken. Komt het meer voor en het is duidelijk terug te voeren op erwinia, dan is er wat aan de hand geweest met de partij. Helaas blijft het een ongrijpbaar en groot probleem. Niet voor niets hebben we een deltaplan erwinia.'
Partijnummer
Bij klachten is het belangrijk dat telers weten om welk partijnummer het gaat, zodat de leverancier zusterpartijen kan traceren. Boer: 'Wij zijn verplicht om partijen met verschillende partijnummers gescheiden aan te leveren. Daarvoor worden zelfs speciale compartimenten-trailers ingezet. Helaas blijkt soms dat gedurende de ontvangst, bewaring of tijdens het poten telers niet meer weten waar welk partijnummer is gebleven. Wees je ervan bewust dat dit de afhandeling van klachten kan bemoeilijken.'