Plantui heeft schone markt nodig voor hoog rendement
Prijzen van plantuien liggen dan in veel jaren op een relatief hoog niveau. Zodra de eerste zaaiuien op de markt komen, zakken de prijzen van plantuien snel in. Door selectie en veredeling zijn de zaaiuien eerder oogstrijp waarmee het tijdstip verder naar voren komt, dat nadelig is voor de plantuien. Telers telen zowel de eerstejaars als tweedejaars plantuien op contractbasis of voor de vrije markt.
Eerstejaars plantuien
In Nederland wordt op ongeveer 1.900 hectare eerstejaars plantuien geteeld. Maas Kruiningen BV is een van de leveranciers van deze uien. Ongeveer driekwart van de eerstejaars plantuien, het uitgangsmateriaal, is volgens Marien Pieter Maas van Maas Kruiningen BV bestemd voor het amateursegment: de moes- en volkstuinders.
Frans Broer van Broer BV uit Andijk vindt het percentage van 75 aan de hoge kant. Hij denkt dat ongeveer 50 procent van het uitgangsmateriaal in het amateursegment wordt afgezet. 'De overige kwart van de uien', vervolgt Maas zijn verhaal, 'is voor het professionele circuit. Ik exporteer enkele tienduizenden plantuien naar Kroatië, Servië, Roemenië en Rusland. In deze landen gaan de uien veelal in moestuinen de grond in.'
Broer BV exporteert 90 procent van de eerstejaars plantuien naar Rusland. De Stuttgart Riesen is een favoriet ras. Deze ui is relatief goedkoop en het is een mooi plat plantuitje. Het is de moeder van de plantui; veel andere soorten zijn uit deze ui voortgekomen.
Vorig jaar was de opbrengst van de eerstejaars plantuien zeer hoog, te hoog om alle uitgangsmateriaal af te kunnen zetten. Prijsdaling van het product was het gevolg. Voor weinig geld zijn de plantuien verkocht. Ondanks de zeer lage prijs zijn niet alle plantuien afgezet.
Tweedejaars plantuien
Voor het telen van tweedejaars plantuien is een goede, vroege grond belangrijk. Hierdoor is in Nederland een beperkt gebied geschikt voor de teelt. Een andere eis is volgens Rinus Struik, verkoopleider van Mol Agrocom, het ondernemerschap van de teler. 'Voor het telen van plantuien is andere kennis nodig dan voor zaaiuien. Het is een moeilijker gewas om te telen dan zaaiuien.'
Het areaal waarop in Nederland tweedejaars plantuien wordt geteeld, ligt tussen 2.000 en 3.000 hectare. 'Het zijn primeuruien en ze zijn beperkt houdbaar. De afzet is vooral in Nederland, Duitsland en Engeland.'
Jan te Selle in Ens teelt al ruim tien jaar tweedejaars plantuien. Dit jaar heeft hij 18 hectare met drie rassen: Forum, Jetset en Setton. 'Ik heb goede en zeer vroege grond. In februari gaan bij ons de eerste uien de grond in.'
Te Selle gebruikt ontsmet plantmateriaal. 'Het kost iets meer, maar niet-ontsmet materiaal gebruiken is vragen om problemen.'
Rond 20 juni begint de akkerbouwer met de oogst van de tweedejaars plantuien. 'Met drie rassen spreid ik mijn risico en kan ik goed de markt bedienen. Eerst oogst ik Forum, twee weken later is Jetset aan de beurt en weer twee weken later rooi ik Setton.'
Te Selle zet zijn product af op de vrije markt. Waterman Onions in Emmeloord is een van zijn afnemers. 'Het is een risico om niet op contract te telen, maar over het algemeen pakt het voor mij goed uit. Als contractteler ontvang je 6 tot 7 cent per kg. Dat is hoger dan de kostprijs, maar voor de uien die ik afzet, krijg ik hogere prijzen.'
Schone markt
Voor goede prijzen moet volgens Te Selle aan twee voorwaarden worden voldaan: vroeg op de markt komen en een schone markt. 'Als er nog zaaiuien van de oude oogst op de markt zijn, staat de prijs van plantuien direct onder druk. De uienschilbedrijven hebben een voorkeur voor plantuien, maar soms kiezen ze om de prijs voor zaaiuien.'
Maas legt uit dat plantuien een hoger drogestofgehalte hebben dan zaaiuien van de oude oogst. 'Hierdoor is het gesneden product minder papperig en blijft bij bakken meer product over.' Verder hebben plantuien minder huid en dus minder afval.
Dit jaar is de kans op een schone markt niet groot. De afzet van zaaiuien loopt stroef, vooral door het uitblijven van Rusland op de markt. Vorig jaar brachten plantuien ook een matige prijs op, doordat het aanbod groter was dan de vraag.
Tekst: Kitty Hovenkamp
Beeld: Carolien Tiernego