In 20 minuten ander pootaardappelras sorteren
Eerste stap: combine aanschaffen
De eerste stap in samenwerken met collega's was de aanschaf van een combine. Met een collega die twee wegen verderop woont, kocht Schenk een moderne machine. 'We hebben goede afspraken gemaakt. De exploitatie is 50-50. Verder helpen we elkaar ook als dat nodig is. Aan het eind van het jaar rekenen we af.'
Vier jaar geleden werd Schenk benaderd voor de overname van een sorteerbedrijf. Daar had hij wel oren naar. Zijn eigen pootgoed werd bij het sorteerbedrijf verwerkt, evenals partijen van derden. De overname liep echter spaak na bijna twee seizoenen. Schenk was weer afhankelijk van zijn eigen sorteerinstallatie. Vorig jaar verwerkte hij de aardappelen bij ZAP, de coöperatieve Zaaizaad- en Pootgoedtelersvereniging Anna Paulowna.
Daarna zette Schenk de zaken op een rijtje. Hij had te weinig opslagcapaciteit; veel product ging elders in opslag en een deel stond buiten. Zijn eigen sorteerinstallatie had te weinig capaciteit. 'Met 100 ton gemiddeld per week was ik te lang bezig. Het kostte bovendien veel geld doordat vreemde arbeid nodig was.' Er moest iets gebeuren.
Samen investeren
Met collega en dorpsgenoot Henk Wilms had hij al goede contacten. Samen bekeken ze de mogelijkheden. Henks zoon Simon, student aan Van Hall Larenstein in Leeuwarden en potentiële opvolger, werd ook bij de gesprekken betrokken. In november 2009 werd de knoop doorgehakt: de twee bedrijven zouden samen investeren in een bunkersorteerinstallatie. Ze bekeken alle opties, vroegen offertes aan en beoordeelden die samen. Besloten werd om de installatie te plaatsen op het bedrijf van Schenk, in een nieuwe loods. Tegelijkertijd werd ook de opslag op het bedrijf omgebouwd tot kistenbewaring. Alle pootaardappelen en uien zitten in kisten. De opslagcapaciteit werd bovendien uitgebreid.
Klaar voor de oogst
Net voor de oogst van 2010 was alles klaar. In december rolden de eerste pootaardappelen door de sorteerinstallatie. Dat moest ook, want half januari moet het pootgoed voor overzeese bestemmingen zijn verwerkt. Dat zijn doorgaans de grotere partijen. Daarna begint het 'kruidenierswerk', zoals Schenk het noemt; de kleinere partijtjes. 'Een palletje van dit, een palletje van dat.' Het gezamenlijke areaal is 70 hectare. Daarnaast gaat een andere teler uit de buurt zijn pootaardappelen lezen en opzakken op het bedrijf van Schenk. 'We staan open voor loonwerk, maar het hoeft niet.'
Snel schakelen
De grote capaciteit ervaart Schenk als een verademing. 'We kunnen 8 ton per uur opzakken. Dat werkt snel genoeg voor een boerenmachine.' Boerenmachine is echter een te bescheiden typering van de semiprofessionele installatie. De akkerbouwers kozen voor een heel flexibele opstelling. Het is mogelijk om de ene partij te sorteren en tegelijkertijd een andere partij op te zakken. 'Binnen twintig minuten kunnen we van het ene ras overstappen op het andere ras. We kunnen snel schakelen, zijn flexibel. Dat wordt steeds meer gevraagd', zegt Schenk. 'We willen kunnen inspelen op de vraag van de afnemer, ook als we daarvoor ad hoc moeten werken. Het levert geen meerprijs op, maar ik ben ervan overtuigd dat het op een andere manier weer terugkomt.'
'Het gaat gewoon leuk'
'Het mooie van deze samenwerking is dat het gewoon leuk gaat', zegt Schenk. 'We kunnen allerlei dingen met elkaar bespreken. Als je eens een halve dag weg moet voor lopende zaken, gaat het sorteerwerk gewoon door. En je kunt erop vertrouwen dat de ander je aardappelen behandelt alsof het zijn eigen product is. Ook als Simon straks in het bedrijf komt. Het gaat bij pootaardappelen om de kwaliteit en daar denken we alle drie hetzelfde over. Er gaat hier niets van het erf af waar we niet beiden achterstaan. Dat is onze handtekening.'
Risico's doorgesproken
Niet alleen de voordelen, maar ook de nadelen zijn goed doorgesproken. 'Quarantaineziekten zijn een groot risico. In dit gebied speelt al tien jaar het chitwoodi-probleem. Meteen na de oogst worden alle percelen door de handelshuizen onderzocht op chitwoodi. Daarbij wordt echt op zandkoppen en lichte grond geprikt, omdat de kans het grootst is dat je daar iets vindt.' Bij beide telers zijn nog nooit besmette percelen gevonden.
Ook aardappelmoeheid speelt niet. 'En als een van ons wel aardappelmoeheid heeft, dan moeten we dat uitspreken. Daar komen we heel goed uit', zegt Schenk vol overtuiging.
Bacterieziek is het grootste risico, zegt de pootgoedteler. 'We telen beiden hoogwaardig pootgoed, klasse S. Bacterieziek moeten we beslist voorkomen.'
Maatregelen bedrijfshygiëne
De ondernemers hebben diverse maatregelen afgesproken die bijdragen aan een maximale bedrijfshygiëne. Beiden hebben hun eigen kisten; de aardappelen komen in die kisten in de sorteerruimte en gaan eventueel in dezelfde kisten terug naar het bedrijf waar ze vandaan komen. De sorteergrond wordt van elke partij apart verzameld en teruggebracht naar de eigenaar. Geregeld gaat de stofzuiger door de sorteerruimte.
'Om de bedrijfshygiëne beperken we ook het loonwerk', zegt Schenk. Onbekende partijen komen er niet in. 'De partijen van derden die eventueel bij ons over de installatie gaan, komen uit de omgeving of van een collega die ik ken. Anders zijn de risico's veel te groot.'
Overeenkomst
Zakelijk gezien hebben de telers alles met elkaar afgesproken in een ondertekende samenwerkingsovereenkomst. Met dag- en weekstaten houden ze de uren bij, die worden eind van het jaar verrekend. De kosten van stroom en de heftrucks van Schenk worden het eerste jaar bijgehouden, waarna de kosten per ton aardappelen worden berekend. Die verwerkingskosten van hun pootaardappelen storten beide ondernemers op een gezamenlijke rekening. Daar komen ook de verdiensten van het loonwerk op. 'Na drie jaar de samenwerkingsovereenkomst evalueren, kijken of er iets moet worden veranderd.'
Voor Schenk en Wilms was het vanzelfsprekend om de afspraken in een ondertekende akte vast te leggen. 'We zijn hele goede vrienden, maar zo'n akte geeft rust. Onze overeenkomst is zakelijk, gebaseerd op wederzijds vertrouwen en inzet. We weten waar we aan toe zijn. En het moet ook gezegd, de overeenkomst is ook een basis van waaruit we kunnen werken voor het geval het er niet meer zo vriendelijk aan toe gaat.'
Geen eindstation
De kans dat de samenwerking stopt, is klein, schat Schenk. 'Eerder zie ik de samenwerking verder gaan. Dit is niet het eindstation. Ik kan me voorstellen dat we samen investeren in een rooimachine met een behoorlijke capaciteit. Of dat we het rassenpakket op elkaar gaan afstemmen, zodat we grotere partijen kunnen leveren. Dat is interessant voor de afnemers. We zullen zien hoe ver het gaat.'
Bedrijfsgegevens
Klaas Schenk heeft een akkerbouwbedrijf in Anna Paulowna. Het bedrijf is 60 hectare groot en hij huurt 15 tot 20 hectare per jaar bij. In een bouwplan van 1 op 3 teelt Schenk 35 tot 40 hectare pootaardappelen, 5 tot 8 hectare uien en 30 hectare winter- en zomergraan voor zaaizaadvermeerdering. De grond is zavel met gemiddeld 15 tot 20 procent afslibbaar, maar de variatie is groot. Schenk heeft afgelopen zomer samen met akkerbouwer Henk Wilms in Anna Paulowna geïnvesteerd in een bunkersorteerinstallatie.
Tekst: Harma Drenth