Zoeken naar efficiënte fosfaatbemesting

Fosfaatvoorraden verschillen per perceel
Zo eenvoudig als het klinkt, zo lastig is het in de uitvoering. Hoewel zo veel mogelijk percelen zijn samengevoegd, bestaat het pachtbedrijf uit 29 percelen. De voorgeschiedenis van de percelen varieert, waardoor onder meer de fosfaatvoorraden verschillen. Elk jaar is het een hele puzzel om alle gewassen te geven wat ze nodig hebben, te voldoen aan de gebruiksnormen en de bemesting overzichtelijk te houden.
Vorig jaar ging het goed. 'We hebben nog nooit zulke hoge opbrengsten gehad', zegt Jacob Grijpma. „50 ton netto voor pootaardappelen Red Scarlett en 48 ton netto bij consumptieaar'appelen Bildtstar, dat is hartstikke goed.'
Ruimte voor dierlijke mest
Ondanks die resultaten gaan ze dit jaar iets nieuws proberen: een rijenbemesting met APP in de aardappelen, toegediend tijdens het poten. 'Het mooie is dat je met APP kunt volstaan op het moment dat het Pw-getal 45 is', zegt Gert Brommer van Agrifirm Plant. Hij stelt elk jaar met de familie Grijpma het bemestingsplan op. 'Bij een Pw van 45 hebben de aardappelen voldoende aan 75 kg fosfaat. Met 100 kg APP geef je 37 kg in de rij. Dat benutten de aardappelen even goed als 75 kg volvelds. Daar win je ruimte voor dierlijke mest.'
Andere pootmaschine
Om de vloeibare meststof te kunnen toedienen, schaffen de Grijpma's een andere pootmachine aan. 'Het blijft wel een bekerpootmachine', zegt Jan Grijpma. 'Een pootmachine met snarenbed vinden we te duur.' Naast vloeibare mest kunnen ze tegelijkertijd de middelen Subliem en Actara toedienen. Voorheen kozen ze als rhizoctoniabestrijding voor het poederen van het uitgangsmateriaal. Met het vloeibare middel Subliem krijgt zowel de knol als de grond een behandeling. De rijenbehandeling Actara zorgt ervoor dat het pootgoed meteen vanaf opkomst is beschermd tegen luizen.
Invoeren in computer
Voor het opstellen van het bemestingsplan heeft Brommer alle percelen met de voorvruchten in de computer staan. 'We voeren eerst in welke gewassen op welke percelen komen. Daarna vullen we de mineralenbehoefte van elk gewas in met zo veel mogelijk dierlijke mest aangevuld met kunstmest. Blijft de mineralentoediening daarmee binnen de gebruiksnormen die voor het bedrijf gelden, dan zijn we klaar. Maar de kans is groot dat we de gebruiksnormen overschrijden, dus moeten we daarna schrappen in de dierlijke mest totdat het goed uitkomt.'
Weinig stikstof nodig
Om de structuur te behouden, krijgen de aardappelen nooit dierlijke mest. Vorig jaar werd de totale mineralenbehoefte gedekt met Kemistar, een op maat gemaakte kunstmestsoort. Daarmee kreeg het basispootgoed 75 kg stikstof aan de basis. Een tweede gift was niet nodig. 'De voorvrucht was graszaad, dat geeft extra stikstofnalevering', zegt Jacob Grijpma. Dit jaar krijgen de aardappelen weer een basisbemesting met 75 kg stikstof. Alle rassen op het bedrijf behalve Jaerla vallen voor de pootaardappelteelt in de gemiddelde gebruiksnorm, wat betekent dat ze 120 kg mogen krijgen. Voor Jaerla geldt een gebruiksnorm van 140 kg stikstof. Daarmee is de eerste stikstofruimte gewonnen.
Lage fosfaattoestand
Het handelspootgoed komt dit jaar deels op een perceel met een lage fosfaattoestand. Het Pw-getal was in 2008 35, blijkt uit de grondanalyses. 'Dat betekent dat de aardappelen een behoefte van in totaal 105 kg fosfaat hebben', zegt Brommer. Met 100 kg APP krijgen ze 11 kg stikstof en 37 kg fosfaat. Vanwege de efficiënte opname van rijenbemesting telt die 37 kg fosfaat als het ware dubbel bij de aanvoer. 'Als we de rijenbemesting dan aanvullen met 200 kg 26-14 volvelds, dan is de totale stikstofgift 52 plus 11 in de rij dus 63 kg. Aan beschikbaar fosfaat is er 37 in de rij, dus effectief twee keer 37 is 74 kg. Plus 28 kg uit 26-14, dan is er totaal 102 kg beschikbaar.'
Het ras Fabula komt op een perceel met een Pw van 51. De voorvrucht was groenbemester waarop 25 kuub varkensdrijfmest is uitgereden. 'Daarmee is 105 kg fosfaat en 180 kg kali gegeven', leest Jacob in de analysegegevens. 'Met APP is de fosfaatgift voldoende', zegt Brommer. De stikstofbehoefte is 120 kg. Uit nalevering komt 18 kg vrij, met de APP is de gift 11 kg stikstof. 'Met 225 kg KAS geef je dan nog 61 kg stikstof, en dan is er nog ruimte voor 100 kg KAS om te geven tijdens de knolzetting', rekent Brommer voor.
Onderwatergewicht drukken
Van het perceel voor de consumptieaardappelen geeft de analyse uit 2011 een Pw-getal van 53. 'Ook daar volstaat een rijenbemesting met fosfaat', zegt Brommer. De gebruiksnorm voor stikstof is 250 kg. 'Die moeten we ook wel geven', zegt Jan Grijpma. 'Het onderwatergewicht van de Bildtstar is elk jaar hoog. We kregen het advies om meer stikstof te geven. Een hoge kaligift drukt het onderwatergewicht, maar kali is duur.' Na even rekenen komt Brommer op een basisgift met K60, KAS en APP. Dan is er nog ruimte voor een overbemesting met KAS en 16-0-32. Daarmee komt de bemesting op 257 kg stikstof, 37 kg fosfaat en 209 kg kali.
De vroegste wintertarwe heeft de eerste bemesting met 400 kg KAS-zwavel al gehad: 96 kg zuivere stikstof. De zomertarwe krijgt 250 kg; 60 kg stikstof. KAS-zwavel is een duurdere meststof dan KAS, maar de akkerbouwers hebben berekend dat het 25 kg tarwe per hectare extra moet opleveren. 'Daarom doen we het dit jaar weer', zegt Jacob Grijpma. Juist aan het begin van het groeiseizoen geeft de zwavel iets extra's, zegt Brommer. 'Door de lage temperatuur is de zwavel uit de grond slecht beschikbaar.' De tweede gift op tarwe bestaat uit 25 kuub varkensdrijfmest, uitgereden met de sleepslang. Gemiddeld bevat dat 122 kg stikstof.
12 hectare schrappen
Als ze alle percelen en gewassen hebben gehad, becijfert Brommer dat 1.240 kg fosfaat te veel is aangewend. Niet alle percelen winter- en zomertarwe kunnen varkensdrijfmest krijgen. Brommer: 'We moeten bijna 12 hectare schrappen. Op die percelen moet de stikstof dan uit KAS komen.'
Op de kleinste en moeilijk te bereiken percelen komt geen varkensdrijfmest, besluiten de Grijpma's. 'Dat valt me tegen. Vorig jaar konden we meer dierlijke mest uitrijden', zegt Jan Grijpma. De fosfaatgebruiksnormen zijn 5 kg per hectare gedaald, legt Brommer uit. 'Het is daarom belangrijk om maatregelen te nemen, zoals rijenbemesting. Dan houd je ruimte voor dierlijke mest.'
BEDRIJFSGEGEVENS
Jan Grijpma pacht in maatschap met zijn zoon Wietze een gemengd bedrijf op twee locaties in Warfstermolen. Zoon Jacob is bijna afgestudeerd aan de has en werkt mee. Het akkerbouwbedrijf is 106 hectare groot, verdeeld over 29 percelen. Het bouwplan bestaat in 2011 uit 20 hectare pootaardappelen (Fabula, Jaerla, Red Scarlett, Bildtstar, VR 808), 9 hectare tafelaardappelen (Bildtstar), 49 hectare wintertarwe, 13 hectare zomertarwe, 10 hectare snijmaïs en 5 hectare wordt verhuurd voor aardappelteelt. Het veehouderijbedrijf wordt gerund door Wietze en bestaat uit 33 hectare grasland en 48 melkkoeien met bijbehorend jongvee.Tekst: Harma Drenth