Theorie en praktijk versmelten in Vredepeel
Wijnandsrade
Daarnaast zijn bedrijfsleider Marc Kroonen en PPO-onderzoekers verantwoordelijk voor de proeven op die andere bijzondere onderzoekslocatie, die in het Zuid-Limburgse Wijnandsrade. 'We voeren daar in samenwerking met een regulier akkerbouwbedrijf allerlei onderzoeken uit', vertelt Gerard Meuffels. 'We zitten daar op löss in een hellend landschap op een groot waterwingebied. Telers zagen daar in de jaren tachtig al veel problemen met erosie.'
Al lang voordat niet kerende grondbewerking in de landelijke belangstelling kwam, werd deze techniek al in het Limburgse heuvellandschap getest. Kroonen: 'Het wachten was op de ontwikkeling van geschikte machines. Het moet wel in het bedrijfssysteem passen.'
Onderzoek in de regio is volgens beiden belangrijk. Niet alleen vanwege de specifieke kenmerken van zand- en lössgrond, maar ook vanwege de affiniteit met de regio. 'Een teler in Helden of Margraten zal veel minder binding hebben met onderzoek dat bijvoorbeeld in Lelystad wordt uitgevoerd, dan met onderzoek in Vredepeel', verwoordt Kroonen.
Industriegroenten
Vindt in Wijnandsrade vooral onderzoek naar traditionele akkerbouwgewassen als aardappelen, granen, uien en suikerbieten plaats, het onderzoekspallet van Vredepeel is aanzienlijk uitgebreider. Aardappelen, suikerbieten, granen, gras, maïs, industriegroenten, prei, asperge, bladgewassen en zacht fruit behoren er tot de aandachtsvelden van vijf onderzoekers en zeven proefveldmedewerkers. Wintergranen worden op de PPO-locatie slechts beperkt onderzocht, legt onderzoeker Meuffels uit. 'Wintergraan maakt maar een bescheiden onderdeel uit van het bouwplan op zandgrond.'
128 onderzoeken in 2010
In 2010 voerden de medewerkers van PPO-locatie Vredepeel 128 uiteenlopende onderzoeken uit op het 168 hectare omvattende bouwplan van het proefbedrijf. De PPO-medewerkers voeren onder meer rassenvergelijkingen, proeven met gewasbescherming, bemesting, bodemgezondheid, bodemvruchtbaarheid en watergebruik uit voor commerciële bedrijven, productschappen en overheden. 'Zo zijn er bijvoorbeeld commerciële firma's die een ziektebestrijdingproef in de regio vinden passen en die op Vredepeel neerleggen. Andere bedrijven willen hun groenbemesterrassen in een vruchtwisseling mee laten draaien om het effect van aaltjes op gewas te onderzoeken', vertelt Meuffels. Onderzoek waar de bedrijven voor betalen, want PPO-locatie Vredepeel fungeert als zelfstandige onderneming, legt Kroonen uit. 'We moeten onze eigen broek ophouden.'
Ambassade
De bedrijfsleider ziet de proeflocatie als een ambassade van Wageningen Universiteit en Research (WUR) op de zuidoostelijke zandgrond, een plek waar praktijk en wetenschap elkaar ontmoeten. Meuffels beaamt dat. 'We hebben korte lijnen met zowel telers als de wetenschappers van Wageningen Universiteit"' vertelt de onderzoeker. 'We staan met beide benen in de praktijk. Daarom vinden ook zoveel mogelijk proeven onder praktijkomstandigheden plaats. Dat maakt het ook mogelijk dat het proefbedrijf met de landbouw mee evolueert, dat we reageren op ontwikkelingen zoals, specialisatie het toepassen van lage doseringen van gewasbeschermingsmiddelen en het in- en extensiveren van het bouwplan.'
Bodemgezondheid
'Kijk bijvoorbeeld naar de ontwikkeling van bodemgezondheid sinds de begin jaren negentig', haakt Kroonen in. 'De plantenteelt had toen als gevolg van de intensieve teelten opeens te maken met een sterke opkomst van vrij levende aaltjes en bodemschimmels als rhizoctonia. Ook wij zaten op het proefbedrijf in die situatie. Door het faciliteren van bodemgezondheidsonderzoek en het zelf hebben van zuivere populaties nematoden hebben we een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de kennisontwikkeling op dit gebied. Door onderzoek naar de oorzaken is uiteindelijk het actieplan beheersing aaltjes ontstaan. Dat is allemaal gevoed met informatie uit onderzoek van de afgelopen twintig jaar. Mede hierdoor is er veel meer aandacht bij de telers ontstaan voor de bodemgezondheid.'
Grondloze teelt
Het aantal onderzoeksterreinen van PPO-locatie Vredepeel kent een grote variatie en een lange lijst. Meuffels en zijn collega's doen niet alleen onderzoek naar rassen in diverse open teelten, bemesting, gewasbescherming maar ook naar biologische en geïntegreerde bedrijfssystemen, bodemgezondheid, bodemvruchtbaarheid, mechanisatie, precisielandbouw, grond- en oppervlaktewater, beregening, peilgestuurde drainage en natuurlijke waterzuiveringsystemen.
Een van deze onderzoeken betreft het verbouwen van prei los van de grond. Hierbij experimenteren de PPO-medewerkers sinds drie jaar met de teelt in goten, bakken en vijvers, vergelijkbaar met het op stellingen telen van aardbeien. 'We kijken hierbij naar de belangrijke kengetallen als opbrengst, kwaliteit van de prei en de kosten voor het teeltsysteem', vertelt Meuffels. 'Een belangrijk aspect van de preiteelt is het wit houden van de schachten. Welke type plant past hier het beste bij? Op zulke vragen proberen we antwoord te vinden.'
Vollegrondsgroenteteelt
De laatste jaren vindt er in Vredepeel in toenemende mate onderzoek plaats naar vollegrondsgroenteteelt. Kennis en kennisontwikkeling in de aspergeteelt, kwamen het afgelopen decennium voornamelijk vanuit Duitsland. Daar kende de teelt een sterke opkomst. Deze kennis voldeed in de laatste jaren echter steeds minder aan de specifieke Nederlandse situatie, zo geeft Meuffels aan. Op initiatief van de Limburgse Landbouw en Tuinbouwbond (LLTB), aspergecentrum Aceera en PPO zijn aspergeteelt en kennisontwikkeling op proefbedrijf Vredepeel weer opgepakt. Meuffels: 'Tot nu toe werd het onderzoek in de aspergeteelt uitgevoerd op praktijkbedrijven in de regio. Maar je kunt niet alle onderzoeken wegleggen op een praktijkbedrijf. Door de aanleg van een proefveld op het eigen terrein, kan PPO inspelen op de vragen vanuit de sector en het bedrijfsleven. Hierbij moet gedacht worden aan vragen over andere plantafstanden, bemesting, gewasbescherming en nieuwe rassen.'
Bloembollenteelt
Kroonen ziet nog een andere sector opbloeien in de regio; die van de bloembollenteelt. De zuidoostelijke zandgronden blijken zeer geschikt voor de teelt van een groot aantal bolsoorten. Op dit gebied werkt Vredepeel nauw samen met de onderzoeksinstelling van PPO in het Zuid-Hollandse Lisse.
Groene energie
Een actueel onderwerp op PPO locatie Vredepeel is het experimenteren met en het ontwikkelen van kennis van groene energie. In samenwerking met de Vereniging Innovatief Platteland (VIP) voert PPO het project Energieboerderij uit. Een project dat de duurzaamheid van de in Nederland geproduceerde biomassa wil verbeteren. Aan het project nemen een vijftiental akkerbouwer deel. Bij deze bedrijven wordt per gewas de energiebalans van de teelt van koolzaad voor puur plantaardige olie en de teelt van bieten en maïs voor covergisting gemeten aan de hand van een binnen het project opgestelde energiemeetlat. Het project wordt in nauwe samenspraak met de agrarische sector, de overheid en energiesector uitgevoerd. Kroonen: 'Je moet je altijd blijven afvragen of de productie van energie uit deze bronnen niet meer energie kost dan dat het oplevert.'
Ook op een andere manier houdt PPO-locatie Vredepeel zich met duurzame energie bezig. Zo beschikt Vredepeel, als een van de weinige PPO-proefbedrijven, over een installatie van zonnepanelen.
Organische mest
PPO-locatie Vredepeel is niet alleen bijzonder als proefbedrijf op zandgrond, het is bovendien omgeven door tal van veehouderijbedrijven. Dat betekent dat organisch mest ruim voorhanden is. Organische mest van varkens- en rundveebedrijven die goed in de teelt van akkerbouw en vollegrondsgroentengewassen past. De organische mest is een belangrijk element bij het in conditie brengen van de van nature schralere zandgronden, vertelt Kroonen. 'We hebben prachtige organische multi-pack meststoffen met daarin allerlei belangrijke hoofd- en spore-elementen. De verhoudingen van de elementen passen echter niet altijd bij de gewasbehoefte, bodemvruchtbaarheid en voorwaarden gesteld in het huidige mestbeleid', weet de bedrijfsleider.
'Door verwerking, bewerking en mogelijk raffinage kun je organische meststoffen opwaarderen tot meststoffen vergelijkend met de werking van kunstmest en passend binnen de voorwaarden die de praktijk stelt aan meststoffen', vult Meuffels Kroonen aan. 'Hiermee kan de toepassing van organische meststoffen in de plantenteelt worden vergroot zonder de kosten hiervan uit het oog te verliezen.' 'Belangrijk is dat de veehouderij en de akkerbouw elkaar hierin vinden', vervolgt de onderzoeker. 'Ik denk dat voor het in gang zetten van deze beweging ook een belangrijke taak is weggelegd voor de grote coöperaties. Zij hebben de sleutel in handen om beide sectoren te binden en de meststoffen in te gaan zetten voor hun leden.'
Manifestaties en onderwijs
Op PPO-locatie Vredepeel vinden regelmatig grote manifestaties plaats, zoals een praktijkdag bodem, een aardappeldag in augustus, Nederlandse gras- en maïsmanifestatie en een landelijke Preidag, waarbij onderzoeksresultaten worden gepresenteerd en nieuwe ontwikkelingen gedemonstreerd.
Bovendien vormt het proefbedrijf Wijnandsrade het decor voor een praktijkdag granen en wordt in samenwerking met het IRS en CSV-Covas een praktijkdag suikerbietenteelt georganiseerd.
PPO-locatie Vredepeel is niet alleen een locatie waar praktijkonderzoek plaatsvindt. De onderzoeksinstelling faciliteert ook praktijkonderwijs voor het middelbaar beroepsonderwijs, maar ook voor collega-onderzoekers. De onderzoekers van Vredepeel trekken er in de winter zelf ook op uit om hun kennis uit te geven aan talrijke studieclubs. 'We zijn een instelling waar theorie en praktijk samenkomen', vertelt Kroonen.
Vijf belangrijkste onderzoeksthema's
1. Bodemgezondheid en bodemvruchtbaarheid
2. Waterkwantiteit en waterkwaliteit
3. Energieboerderij
4. Toetsen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen
5. Ontwikkeling van nieuwe bemestingssystemen en toetsen bewerkte organische meststoffen
Bedrijfsgegevens
In Vredepeel heeft PPO jaarlijks een bouwplan van ongeveer 168 hectare landbouwgrond op lichte zandgrond bestaande uit veldpodzol met leemarm en zwak lemig zand. Hiervan wordt jaarlijks 40 hectare benut voor de diverse proeven. Het bouwplan omvatte in 2010 de volgende oppervlaktes:
39 ha aardappelen
37 ha snij- en korrelmaïs
19 ha suikerbieten
15 ha zomergerst
7 ha erwten
2 ha hoofdteelt stamslaboon
10 ha schorseneren
8 ha triticale
5 ha waspeen
5 ha winterkoolzaad
5 ha prei
0,4 ha asperge
1 ha gras-klaver
2 ha grasland
1 ha agrarisch natuurbeheer
11 ha diversen