‘Het weer is dit jaar hopeloos’
Moeizaam begin groeiseizoen
Het afgelopen groeiseizoen begon al moeizaam. 'Normaal hebben we gemiddeld 420 millimeter regen per jaar. Dit jaar hebben we alleen al in mei 200 millimeter gehad', zegt Weinans.
Behalve nat was het voorjaar ook koud. De vroege aardappelen groeiden traag, de maïs stond lange tijd stil. 'In juli werd het heet en droog. De temperaturen stegen tot 40 graden, de aardappelen lagen meteen plat', zegt Weinans. 'We konden de vroege aardappelen nauwelijks rooien vanwege de kluiten. Eind juli begon het weer te regenen en de eerste helft van augustus was ook nat. We hebben er weer ruim 100 millimeter bij.'
De tarweoogst stokte. Half augustus is slechts 20 procent geoogst. Grote delen liggen plat. In de aardappelen zit doorwas. De maïs staat er goed op, met grote kolven, maar het gewas is vier weken later dan normaal. 'Hoe we dit najaar het werk af moeten krijgen, is me een raadsel. Alles schuift in elkaar. Het is een hopeloos jaar.'
Rustig rooien
In een normaal jaar is de aardappeloogst goed rond te zetten, zegt Weinans. 'We kunnen rustig rooien. Dat willen we ook, want we telen tafelaardappelen en daar mag niets aan mankeren. We sturen op een onderwatergewicht van 320 voor vastkokende en maximaal 380 voor bloemige rassen, geven veel kali, maken het loof op tijd dood, rooien langzaam, letten er continu op dat de valhoogte niet meer dan 30 centimeter is en dekken de aardappelen meteen af tegen zonnebrand.' En als enige in de regio transporteert Weinans zijn aardappelen met onderlossers.
Het product moet beslist goed zijn, vindt Weinans, want aardappelen hebben nog een moeilijke weg te gaan. 'Verderop in de keten hebben de mensen beslist niet altijd veel gevoel voor aardappelen. Wat ik aflever, eet ik ook. Dan zie je dat het lang niet altijd goed gaat.' Het gaat volgens hem soms al mis bij het afladen. 'Als je ziet hoe vaak de aardappelen in het hele verwerkingstraject vallen, daar schrik je van.' En pas sinds vorig jaar hebben de Duitse afnemers aandacht voor het leveren van afgeharde aardappelen. 'Voorheen rooiden ze groen, maar de supermarkten willen die vellende aardappelen niet meer.'
Rooien van half juli tot begin oktober
Weinans rooit zijn tafelaardappelen van half juli tot begin oktober. Half oktober is er vaak een koude periode, heeft Weinans ervaren. Dan moeten de aardappelen van het land zijn. Alle aardappelen gaan naar Hans Willi Böhmer Verpackung und Vertrieb, een grote kleinverpakker met vijf vestigingen verspreid over Duitsland. De verpakker levert vooral aan supermarkten. Een van de vijf pakstations van Böhmer is gevestigd in Adersleben, 12 kilometer van Kroppenstedt. 'Een kwartier rijden.' De aardappelen worden daar meteen gesorteerd, gewassen en verpakt.
Veel verschillende rassen
Weinans teelt veel verschillende rassen. 'Het afleverseizoen is opgedeeld in vier afleverperioden en er zijn drie verschillende kooktypen. In overleg met de afnemer kiezen we de rassen waarmee we in elke periode bloemige, vastkokende en een tussensoort aardappel kunnen leveren', legt de akkerbouwer uit. Hij sluit daarvoor geen contracten af en dat is opmerkelijk in Duitsland. 'We hebben een goede relatie. We weten wat we aan ze hebben en dat is wederzijds.'
Zelf sorteren en transporteren
Van de aardappelen van Weinans gaat 40 procent afland naar het verpakkingsbedrijf in Adersleben. Tussen 16.00 en 17.00 uur hoort Weinans of het pakstation de volgende dag aardappelen nodig heeft en hoeveel. Het bedrijf rooit met twee rooimachines en kan dagelijks maximaal twaalf vrachten van 20 tot 25 ton leveren. In het winterseizoen worden de aardappelen op het eigen bedrijf gesorteerd voordat ze naar de afnemer in Adersleben worden gebracht.
Moderne kistenbewaring
De aardappelen in de opslag zitten grotendeels in een moderne kistenbewaring. De kisten hebben een stalen frame. 'Volledig houten kisten zijn hier te snel stuk.' In een van de oude schuren van het voormalige staatsbedrijf slaat Weinans nog losgestort product op. Hij denkt erover om ook de laatste bewaarplaats opnieuw in te richten zodat hij alle aardappelen in kisten kan bewaren. 'Dat werkt mooi, maar het nadeel is dat je schuren altijd vol zijn', verklaart hij zijn twijfels. In de zomer staan in deze bewaarplaats machines en werktuigen opgeslagen.
Een andere loods houdt hij daardoor vrij om tijdens de graanoogst tijdelijk graan op te slaan. 'Dat is bedoeld als buffer, voor onszelf en voor de afnemer. Wij kunnen altijd doorgaan met de oogst, de afnemer kan het ophalen wanneer het hem past. Overdag of 's nachts, dat maakt hier niet uit. Dat is voor de afnemer in die piekperiode een logistiek voordeel.'
Digestaat mooie meststof
Stilstand is achteruitgang, is het credo van Weinans. Toch investeert hij niet in uitbreiding van het aardappelareaal. 'Dat loopt goed, we kunnen het in alle rust doen.'
Het bedrijf heeft fors geïnvesteerd in biogas. Sinds een jaar zijn drie installaties in functie. Ze worden gevoed met rundveedrijfsmest en snijmaïs van het eigen bedrijf. Met het gas wordt elektriciteit opgewekt. Weinans sluit niet uit dat hij in de toekomst het biogas gaat invoeren in het gasnet. 'Bij een capaciteit van meer dan 2,4 MW is dat interessant. De biogastechniek is daarvor geschikt, maar om het op te werken tot aardgaskwaliteit is in de praktijk nog een probleem', zegt Weinans.
Een voordeel van de biovergister is dat er met het digestaat een mooie meststof overblijft, zegt Weinans. Voor het uitrijden daarvan staat een Holmer Terra Variant in de schuur. De machine heeft een inhoud van 21 kuub. Voor een overbemesting in graan, met 12 tot 15 kuub per hectare, wordt de machine op smalle banden gezet zodat hij door de spuitsporen rijdt. 'Ik wilde eigenlijk al naar vaste rijpaden en een vaste werkbreedte van 36 meter. Maar dat is er nog niet van gekomen.'
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Harma Drenth