'Heerlijk die vrijheid op het bedrijf'
Sprong in het diepe
Jan Willem sprong in september in het diepe. 'Het rooiseizoen begon en mijn vader werd geopereerd aan zijn voet. Hij was dus niet op het bedrijf. Natuurlijk overlegden we wel veel, maar ik moest ook veel zelf regelen.' Voor Jan Willem eindelijk de kans waar hij op wachtte, want hij wilde eigenlijk al op zijn achttiende starten in het bedrijf. 'Ik vind het mooi werk. Toen ik nog studeerde was ik ook regelmatig op het bedrijf te vinden om te helpen tijdens de pieken.'
Eerst naar de has
Wollerich senior stond erop dat zijn zoon eerst naar Dronten vertrok, om aan de agrarische hogeschool te studeren. Dat betekende voor Jan Willem een grotere afstand tot het bedrijf, want hij ging in Dronten wonen. 'Anderhalf uur rijden. Mijn vader moest dus andere oplossingen bedenken, maar met de bedrijfshulp kon hij het wel oplossen.'
Hoewel de opleiding een gezellige tijd was, rondde Jan Willem zijn studie af in drie jaar. Hij volgde vooral de plantenkant, over het ondernemersschap kreeg hij in Dronten minder mee. Een bewuste keuze. 'Er werd alleen aandacht gegeven aan de eigen situatie op het bedrijf en dat was mij te nauw. Ik had meer aan de verhalen uit de praktijk, tijdens lezingen.'
Plannen voor bedrijfsovername
Met de bagage keerde hij terug naar Nieuw Buinen. Hij maakte al deel uit van de maatschap, maar nu konden de plannen om tot een bedrijfsovername te komen ook echt worden uitgewerkt. Het voorjaar lonkte echter, dus stond eerst de grondbewerking op het programma. Zijn vader heeft uitgesproken ideeën over de aanpak, maar Jan Willem heeft zijn eigen voorkeur. 'De discussie ging over spitten of met de smaragd aan de slag. Zelf ben ik een voorstander van de spitmachine. Dat is gewoon mooi werk, de grond wordt goed gemixt. Er zijn geen lagen en de mineralen worden goed verdeeld. Met de smaragd meng je minder en de grond droogt eerder uit. Je kunt er wel harder mee rijden, maar het gaat ten koste van de structuur.'
Geluk
Jan Willem ging spitten, maar zijn vader dacht aan het aantal groeidagen dat het zou kosten. 'We hebben een middenweg gevonden', vindt Jan Willem. 'We zijn op een aantal percelen na de smaragd met de cultivator over het perceel gegaan. Er waren dit voorjaar goede omstandigheden en nu is de grond toch extra losgemaakt.' Rienko vult aan: 'We hebben geluk gehad dat er wat vocht is gevallen.' De bietenpercelen zijn uiteindelijk wel met de smaragd behandeld, omdat de structuur voor dit gewas minder nauw luistert dan in de aardappelen.
Voordelen van samenwerken
De twee akkerbouwers proefden tijdens de voorjaarwerkzaamheden wel de voordelen van de samenwerking. Terwijl de een eind maart bezig was met het zaaien van het zomergraan, kon de ander met de smaragd het bietenland op. In een sneltreinvaart ging het werk verder. Op 4 april zaten de eerste bieten erin en op hetzelfde moment begon het poten. Toch ging het allemaal iets te snel, zo bleek toen de bieten gespoten moesten worden. Jan Willem: 'Daar zijn we eigenlijk iets te laat mee begonnen.' Volgens zijn vader kwam hij er op dat moment achter dat de keuzes wel goed waren, maar dat de capaciteit van de twee tekort schoot.
Inmiddels loopt het spuitwerk volgens Jan Willem weer voor op schema, al was er wel een klein akkefietje in de bieten. Omdat de leidingen van de spuit niet helemaal schoon waren, is een klein beetje schade in het gewas ontstaan. Geen ramp, volgens zijn vader. 'Van je fouten leer je nu eenmaal het meest. Het is mij ook wel overkomen.' Overigens heeft Jan Willem het bewuste stukje zelf overgezaaid met een geleende handzaaimachine.
Keuze voor nieuwe spuit
Het spuiten komt volledig voor rekening van Jan Willem, die dit seizoen een nieuwe spuitmachine gebruikt. 'Onze oude spuit was tien jaar oud en dus aan vervanging toe. De nieuwe is ook 27 meter breed, maar er zit iets meer elektronica op.' Zijn vader heeft er nog geen meters mee gemaakt. 'Ik heb gezegd dat hij het eerst allemaal maar uitzoekt en het mij vervolgens uitlegt.'
De keuze voor de nieuwe spuit is weloverwogen. Wollerich junior keek ook naar spuiten met luchtondersteuning, maar rekende door dat het bedrijf te klein is voor een dergelijke machine. Senior: 'We hebben rechte percelen die aan elkaar grenzen. Onze winst zit vooral in de tijd die we besparen omdat er geen transport is. Een bredere spuit was niet nodig en bovendien is zo'n machine kwetsbaarder.'
Keukentafel
Uit het feit dat zijn vader zijn keuze verklaart, blijkt wel dat de twee het aan de keukentafel flink hebben doorgesproken. Jan Willem: 'We bespreken heel veel met elkaar en we stappen ook samen het gewas in om te kijken in wel stadium het is, of er onkruiden opkomen en wat er moet gebeuren. Dat vind ik een hele plezierige manier van werken.'
Wollerich junior vaart niet alleen op de adviezen van zijn vader, maar stippelt eventueel met de vertegenwoordiger ook zijn eigen koers uit. 'In feite doe ik de boerderij.'
Zijn vader is er helder in: 'Het zijn de beslissingen van Jan Willem en we lopen daarna ook niet door het veld te praten over wie wat en wanneer heeft gespoten.'
Wollerich senior strekt zijn benen uit onder de keukentafel, vouwt de handen achter het hoofd en zegt: 'Ik heb eigenlijk nog nooit zo'n relaxed voorjaar gehad. Ik ben nu ook verbaasd over wat je allemaal combineert in het voorjaar. Nu is de druk voor mij helemaal niet groot, vooral omdat Jan Willem het spuitwerk doet. Dat is echt een brandweerfunctie, als het nodig is moet je alles loslaten en gaan spuiten.'
Vrijheid als doel
Jan Willem geniet naar eigen zeggen juist van het werk. 'De vrijheid, thuis aan het werk, dat was ook altijd mijn doel. Toen ik alleen hielp in het bedrijf, miste ik delen van de bedrijfsvoering. We belden wel veel, maar natuurlijk kon mijn vader nooit alle informatie doorgeven. Dat kom in nu tegen in de praktijk en ik moet het zelf ondervinden. Ik zie nu het geheel en dat maakt het rustiger.'
Al kan het altijd rustiger, volgens zijn vader. 'Het is de kunst om af en toe van een afstandje naar je werk te kijken, om te beoordelen of het allemaal goed gaat en de strategie wordt gevolgd.'
Jan Willem: 'Nadenken doe ik op de trekker, als ik bijvoorbeeld met de grondbewerking bezig ben.' Toch toog hij onlangs met zijn vader naar het gemeentehuis om naar het bestemmingsplan buitengebied van Drouwenerveen te kijken. De inspraaktermijn loopt tot 20 mei. Senior: 'Dat soort dingen moet je ook in de gaten houden.'
Nog geen visie voor lange termijn
Een lange termijnvisie heeft Jan Willem nog niet. Hij heeft samen met zijn vader serieus gesproken over de blauwe bes als neventak, maar besloot dat de teelt toch te riskant is. 'De prijzen zijn nu goed, maar die struiken zet je voor 30 jaar.'
Zijn vader heeft nog een belangrijke reden om er van af te zien. 'Als je twee takken combineert, lijdt er altijd eentje onder. Wat je met de ene tak extra verdient, raak je aan de andere kant kwijt. Er kwam hier eens een relatiebeheerder vragen of ik niet met kippen wilde beginnen. Ik vroeg toen aan hem of hij geen zin had om 's avonds met wiskundebijles te beginnen. Als akkerbouwer moet je zomaar alles kunnen combineren, maar zo werkt het niet.'
Het bedrijf
De maatschap Wollerich telt vier maten. Behalve Rienko Wollerich en zijn zoon Jan Willem maken zijn zoon Roelof Jan en dochter Arianne deel uit van het bedrijf. Het is echter de bedoeling dat Jan Willem de akkerbouwer wordt. Wollerich senior wil later meer afstand nemen, maar wel betrokken blijven. Hoe de maatschap er in de toekomst uitziet, wordt de komende twee jaar uitgezocht. Op korte termijn wil Jan Willem geen grote wijzigingen in de bouwplan doorvoeren, omdat eerst de overname op de agenda staat. Feit is dat de Veenkoloniale grond het bedrijf vooral geschikt maakt voor de zetmeel- en suikerindustrie. De grote concurrentie van de bedrijven in de omgeving maken koerswijzigingen volgens Jan Willem lastig. Het bedrijf meet nu 175 hectare. Er staat 79 hectare zetmeelaardappelen, 8,5 hectare pootaardappelen; 34 hectare suikerbieten, 45 hectare zomertarwe en 8,5 hectare wintertarwe.
Tekst: Hans van der Lee
Beeld: Susan Rexwinkel