Lupine: praktisch gewas met perspectief

De Lingehof
De Lingehof is onderdeel van landgoed Hemmen. André Jurrius pacht het biologische akkerbouwbedrijf en via een aanverwante stichting speelt educatie naar de consument toe een rol. Bloeiende lupine die bijdraagt aan de schoonheid van het landschap ziet hij als een welkome aanvulling in zijn bouwplan. Aardappelen, pompoenen en tarwe vormen in totaal met 30 hectare de grotere teelten van zijn bedrijf van 80 hectare. Daarnaast teelt hij een groot stuk grasklaver en snijmaïs voor zijn buurman die een biologisch melkveebedrijf heeft. Voor de rest bestaat het bouwplan uit diverse groenten en dit jaar 4 hectare lupine. Vorig jaar deed hij daar voor het eerst ervaring mee op.
Vleesvervangende producten
Het idee om lupine te gaan telen ontstond anderhalf jaar geleden, toen collega-akkerbouwer en verwerker Jaap Korteweg uit Langeweg hem vroeg om het gewas te gaan telen voor de productie van vleesvervangers. Korteweg is bezig met het oprichten van een vegetarische slagerij. Daarvoor bouwt hij nu een voorraad aan grondstoffen op en hij ontwikkelt vleesvervangende producten. Hierbij probeert hij vooral de structuur en de smaak van het product op te waarderen. Huidige vleesvervangers vindt Korteweg te slap van structuur.
Lupine voor menselijke consumptie wordt veelal goedkoop vanuit Australië geïmporteerd. Volgens Korteweg ligt de prijs voor vleesvervangers die de consument betaalt bij de geïmporteerde grondstoffen 1 tot 2 procent lager. Korteweg en Jurrius willen hiermee een product van Nederlands geteelde bodem met meerwaarde op de markt brengen.
Geen tussenhandel
Het is nog afwachten hoe de consument gaat reageren, maar beiden hebben vertrouwen in de afzet. Jurrius verwacht weinig problemen in de afzet, omdat hij te maken heeft met een korte keten zonder tussenhandel. 'Met dit product belanden we niet op de bulkmarkt. Het is een lokaal product, dat we voor een eerlijke prijs kunnen verkopen', vertelt hij.
Per kg krijgt hij 75 cent uitbetaald van Korteweg. Vorig jaar behaalde Jurrius een opbrengst van drie ton per hectare. Dit geeft een bruto opbrengst van 2.250 euro per hectare. De zaaizaadkosten zijn 200 euro per hectare. Voor Jurrius is dat vergelijkbaar met het saldo van snijmaïs: 'We verdienen er een eerlijke boterham mee.'
Geen mest nodig
De zure kalkarme rivierklei van Jurrius met een pH van 5,5 is geschikte grond. Van nature groeit lupine op zure arme grond. Een pH van 6,5 en lager is geschikt. De akkerbouwer startte vorig jaar met 6 hectare op een perceel met wortelen en kool als voorvrucht. Door natte omstandigheden tijdens de oogst van 2008 was het land aanzienlijk stuk gereden. De structuur van de grond was hierdoor niet optimaal. Toch is het gewas goed gegroeid. Blijkbaar stelt lupine geen hele hoge eisen aan de structuur van de grond. 'Ik dacht: als de lupine daar goed groeit, dan kan er weinig misgaan.'
Van onderzoeker Udo Prins van het Louis Bolk Instituut kreeg hij gedurende de teelt begeleiding. Van hem heeft Jurrius veel geleerd. Zo heeft lupine geen bemesting nodig, omdat van nature een arme grond volstaat. Het lupineland krijgt daarom geen najaarsbemesting met vaste rundvee- of geitenmest zoals de andere percelen. Dit geeft meer ruimte in de bemesting van andere gewassen die meer mest vragen, zoals aardappelen. Een ander voordeel is dat lupine stikstof bindt in de grond, omdat het een vlinderbloemig gewas is.
Vergelijkbaar met graanteelt
Jurrius vindt de teelt van lupine simpel en vergelijkt het met die van graan. Het zaaien, onkruid bestrijden en oogsten gebeurt op dezelfde wijze. Het zaaien gebeurt net als bij graan op een rijafstand van 25 centimeter. Met deze rijafstand kan hij het onkruid goed mechanisch bestrijden. Vorig jaar ging Jurrius vijf keer met de wiedeg door het perceel en drie keer met de schoffel. Daarnaast kostte het handmatig verwijderen van het onkruid 15 uur per hectare. Jurrius vindt dat onkruid goed te bestrijden is in lupine doordat de stengels vrij snel stevig staan.
Na het zaaien duurt het twee weken voordat het gewas opkomt. Het groeit dan door tot een hoogte van ongeveer 1,30 meter. Het gewas groeit snel dicht, waardoor onkruiden weinig kans krijgen om te ontwikkelen.
Vroege oogst
Bouwplan-technisch ziet Jurrius voordelen in de lupineteelt. Hij ziet het als een rustgewas dat de bodem niet belast. De bodem heeft een rustperiode doordat de lupine weinig voedingsstoffen vraagt en als maaivrucht bovengronds wordt geoogst. Doordat er bij de oogst restproduct achterblijft, brengt het organische stof in de grond. Jurrius: 'Lupine laat een goede structuur achter door de penwortel. Het maakt de grond mooi luchtig.'
Een ander voordeel is dat het vroeg kan worden geoogst. 'Halverwege augustus heb ik het laten oogsten. Dit gebeurt zonder aanpassingen met een gewone combine. Lupinen kunnen vanaf halverwege augustus tot halverwege september worden gedorst.' De teler maakt graag gebruik van zo'n vroeg ruimend gewas, zodat hij gemakkelijk een groenbemester kan zaaien, zoals gele mosterd of haver.
Risicovolle afrijpingsperiode
De meest risicovolle periode van de teelt is de afrijpingsperiode die volgt een maand na de bloei. De afrijpingsperiode duurt minimaal vier weken. Wind en vooral regen kunnen aanzienlijke opbrengstverliezen veroorzaken. Het gewas zakt daardoor immers naar beneden en is vervolgens slecht te oogsten. 'Vooral wanneer het in deze periode te lang regent, kan het helemaal fout gaan', vertelt Jurrius. 'Er kunnen dan schimmels als Botrytis optreden. Naast opbengstderving kan dit leiden tot zo'n groot kwaliteitsverlies dat de lupine niet meer voor humane consumptie is te gebruiken.' Dit betekent dat het als veevoer moet worden afgezet.
Een ander risico tijdens het afrijpen zijn onkruiden die meer kans krijgen doordat er in het gewas open plekken ontstaan.
Vorig jaar zakte de lupine bij Jurrius halverwege juli in door de combinatie van wind en regen. Onkruiden vormden tijdens het oogsten geen probleem doordat de peulen nog boven het onkruid hingen. Wel bracht het inzakken van het gewas een opbrengstderving met zich mee. Desondanks is Jurrius met de drie ton die er per hectare vanaf kwam tevreden. 'Misschien zat er wel vier ton aan en dat biedt perspectief.'
Afzet nu nog pril stadium
Het Louis Bolk Instituut en de Nederlandse Akkerbouwvakbond proberen mogelijkheden in de markt te creëren om een zekere afzet van lupine te garanderen. Voor een hoogwaardig product richten de twee organisaties zich op de productie voor humane consumptie. Naast vleesvervangers wordt het nieuwe product lupinebrood op de markt gezet. Lupine bevat verschillende positieve gezondheidskenmerken. Zo is het LDL cholesterolverlagend en verbetert het de darmfunctie waardoor het risico op darmkanker wordt verlaagd. Hiernaast verlaagt de consumptie van lupinerijke producten de kans op het krijgen van obesitas en diabetes.
Omdat de afzet zich in een pril stadium bevindt, is er bewust voor gekozen om met een klein areaal te beginnen. In totaal zijn er ongeveer tien akkerbouwers die lupinen voor humane consumptie telen met een gezamenlijk areaal van 15 hectare. Het grootste deel is biologisch. Gangbare lupine levert dezelfde opbrengst (drie tot vier ton per hectare) als de biologische lupine, omdat er in Nederland nog geen gewasbeschermingsmiddelen voor het gewas zijn toegelaten.
Tekst: Franka Loman