Goedkoper stoppels en gewasresten verkleinen
Duitsland en Denemarken
In de ons omringende landen ligt dat anders, vooral wat granen betreft. Proeven in Duitsland en Denemarken geven aan dat bij elke 10 centimeter hoger maaien dit 20 procent meer oogstcapaciteit oplevert. Afhankelijk van de maaihoogte en de aanwezige strohoeveelheid kan de strodoorvoer tot 50 procent afnemen. Het brandstofverbruik kan zodoende tot 10 liter per hectare afnemen, terwijl er geringere inwendige slijtage van de maaidorser optreedt.
Een geringere hoeveelheid materiaal in de maaidorser zorgt daarnaast voor minder dorsverliezen. Omdat het graan bovenin eerder droogt, biedt dit de mogelijkheid vroeger in de middag met dorsen te beginnen. In ieder geval blijven er bij dergelijke oogstmethodes hoge stoppels op het veld achter.
Verteringsproces
Zo snel mogelijk na de oogst moet het verteringsproces van deze resten starten om het overwinteren van ziekten en plagen zoveel mogelijk te verkleinen. Actueel vormt de dreiging van de maïsstengelboorder. Vooral op bedrijven met maïs-op-maïsteelt is de gevarendruk het hoogst.
Dit verteringsproces benodigt vooral vocht en zuurstof. Het diep onderploegen van de houtige maïsstengels vormt dus geen oplossing. Voor een goede vertering is het de kunst de stengeldelen zoveel mogelijk aan de oppervlakte te verkleinen en zo ondiep en homogeen mogelijk in de toplaag te werken. Micro-organismen doen dan de rest en zorgen voor de vorming van humus, wat weer de bodemstructuur en -vruchtbaarheid ten goede komt.
Stoppels maaien
Een grondige verkleining en inwerking van stoppel- en gewasresten, noodzakelijk voor een goede vertering met een gelijktijdige verlaging van arbeids- en machinekosten, valt samen te vatten onder de term stoppelmanagement. De Engelse fabrikant Spearhead ontwikkelde een stoppelmanagementconcept en testte dit in Duitsland en Denemarken. Voor het verkleinen van de stoppels en gewasresten ontwikkelde de fabrikant een grove rotormaaier die van oorsprong vooral werd ingezet op braakland en natuurterreinen, de Star-Cut II-Mulcher.
'De machine lijkt op een weilandbloter, maar daar houdt dan ook elke vergelijking op', vertelt Hendrie van Dijk van importeur Hissink in Oeken. 'In eerste instantie gebruikte men de machine vooral om braakterreinen te maaien. Van lieverlee werden de machines, vanuit Oost-Europa, ook op de stoppel ingezet. Hiervoor waren ze wel robuust genoeg, alleen verkleinden de maaiers, met hun vlakke messen te weinig het aanwezige materiaal. Dit probleem loste de fabrikant op met dubbele messen, waarbij een mes vlak bij de grond afsnijdt en het andere het materiaal erboven nog eens kortslaat waardoor je een extra verkleining van je gewasresten krijgt. Het onderste mes zorgt bovendien voor een werveling van het materiaal waardoor het bovenste er doorheen slaat en zodoende zorgt voor een extra versnippering en verdeling.'
Verstellen zonder gereedschap
De instelling van de maaihoogte gebeurt met de wielen aan de achterzijde. Klapbare tussenschijven bieden de mogelijkheid de aanslag van de hefcilinders zonder gereedschap met 2,5 centimeter te verstellen. Voor een goede bodemaanpassing beschikken de maaischijven aan de onderzijde over een bolle schijf, waarmee ze alle bodemoneffenheden volgen.
De aandrijving van de verschillende rotoren, die met 1.000 toeren per minuut, dus 1 op 1, draaien, vindt plaats met tussenassen vanuit een centrale verdeelkast. Bij de grootste machines kan deze een vermogen van maximaal 350 pk aan, terwijl de haakse kasten naar de maaischijven 115 pk kunnen hebben. Vrijwel de gehele aandrijving komt overigens van Walterscheid.
Werkbreedtes van 2,90 tot 12,10 meter
Spearhead levert de Star Cut in werkbreedtes van 2,90 tot 12,10 meter. Deze laatste is er vooral met het oog op maaidorsers met werkbreedtes van 12 meter. Verder ontwikkelde de fabrikant deze 12,10 meter-variant met het oog op gebruik van vaste sporen in een veelvoud van 12 meter. Denk hierbij ook aan spuitsporen en kunstmeststrooiers van 36 meter. Een 2,90 meter machine kan zowel in de fronthef als achterop.
Met een rijsnelheid van 10 tot maximaal 15 kilometer per uur levert de machine een behoorlijke capaciteit. De vermogensbehoefte van minstens 120 pk voor een Star Cut van 5 meter breed valt alleszins mee.
Hoogdorsen
'Een aantal jaren geleden kwam in Duitsland steeds meer belangstelling voor 'Hochschnitt', het hoogdorsen van graan', vertelt Van Dijk. 'Dan heb je veel meer capaciteit van je maaidorser. Wat er dan blijft staan, moet natuurlijk extra verkleind worden voor een goede vertering. Je wint echter zoveel met die grotere capaciteit van de maaidorser, dat dit duidelijk opweegt tegen de aparte werkgang. Per saldo houdt je dus toch nog geld over. Bovendien krijg je het stro beter verspreid, zelfs bij maaiborden van 12 meter.'
Een ander punt wat ook bij onze oosterburen speelt, vormt volgens Van Dijk de intensieve maïsteelt vanwege de biogasinstallaties. Om de ziektedruk en de verspreiding van de maïsstengelboorder in te dammen vormt dit een milieuvriendelijke methode voornamelijk bij een teelt van maïs-op-maïs. Doordat je de stoppel kapotmaakt verliest de larve van de maisstengelboorder zijn plek om te overwinteren en laat je de natuur het werk doen. Een snelle vertering van gewasresten beperkt bovendien de schimmeldruk.
Van Dijk: 'Een ander belangrijke factor vormt de mestwetgeving. Als je de bestaande stoppel zo kunt bewerken dat die kan verteren, en de voedingsstoffen weer kunt gebruiken voor het volggewas. Bovendien voorkom je een verschraling van de grond, doordat het organische stofgehalte op peil blijft.
De grootste voedingswaarde bij snijmaïs bevindt zich in de kolf. Tevens zorgt de voor een koe slecht verteerbare stengel voor een betere structuur van de grond. Ook bij de in de veehouderij veel voorkomende maïs-op-maïsteelt, waarbij de grond uitgeput raakt en de structuur verslechtert, biedt stoppelmanagement voordeel.
Praktijktest van importeur
Om ervaringen in ons land op te doen wil importeur Hissink deze herfst met een getrokken Star Cut 500 gaan demonstreren. Achter deze 5 meter machine komt dan een Optimer 5002 getrokken schijveneg van Kuhn te hangen om gelijk alles netjes in de grond te vermengen.
'Eventueel bestaat de mogelijkheid hier een zaaimachine op te bouwen voor het gelijktijdig zaaien van een vanggewas', aldus Hendrie van Dijk van Hissink. 'Met een trekker van 250 pk kun je dan een goede capaciteit halen en drie werkgangen tot één terugbrengen. In het bijzonder in streken waar men gebonden is aan een niet-kerende grondbewerking, biedt dit systeem de mogelijkheid na de korrelmaïs in een werkgang bijvoorbeeld gelijk een volggewas in te zaaien. Hier liggen duidelijk mogelijkheden voor loonwerkers.'
Tekst: Harold Mestrom
Beeld: Harold Mestrom, fabrikanten