Met de bus langs bloeiend graszaad
Graszaadstudieclub
Het gezelschap maakt deel uit van de graszaadstudieclub Tholen en Sint Philipsland, al dekt die vlag de lading niet meer helemaal. Omdat het areaal en het aantal telers op de voormalige eilanden de afgelopen jaren is teruggelopen, is de club uitgebreid met telers uit de omringende regio's. 'Iedereen is welkom om zich aan te sluiten. We hebben zelfs al Belgische telers gehad', zegt voorzitter Paul Versluijs, zelf akkerbouwer in Scherpenisse.
Elk halfjaar bijpraten
De studieclub komt twee keer per jaar bij elkaar. In de wintermaanden staan ze stil bij de opbrengsten en prijzen. Meestal geeft een van de vertegenwoordigers van de graszaadfirma's uitleg over de marktsituatie. Ook de firma's zijn lid van de studieclub. Verder probeert DLV'er Van Marion de grootste uitschieters in de opbrengsten te duiden. De cijfers gaan er openlijk over tafel, want men wil van elkaar leren.
In juni, als het graszaad in bloei staat, staat traditiegetrouw een veldbijeenkomst op het programma. Dan richt de aandacht zich vooral op teelttechnische zaken. Vanavond wil Van Marion de aandacht richten op een aantal actualiteiten op het gebied van gewasbescherming. Hiervoor heeft hij een aantal percelen uitgezocht waar 'een verhaaltje' aan zit.
Plakmiddelen
Tijd om te vertrekken. De eerste halte is een perceel eerstejaars rietzwenkgras. De eigenaar ervan heeft het gewas de dag ervoor met Spodnam gespoten. Dit moet oogstverliezen helpen voorkomen. Net als het middel Podstick is Spodnam nog maar kort op de Nederlandse markt. In het buitenland worden beide middelen vooral ingezet in koolzaad en bonen. Ze leggen een dunne film van polymeren over het gewas, waardoor de hauwtjes of peulen langer intact blijven en pas openspringen in de combine. In graszaad zou dit op een soortgelijke manier tot minder zaadverliezen moeten leiden.
Afgelopen jaar is er in het Zuidwesten op enige schaal ervaring opgedaan met de 'plakmiddelen', zoals ze wel worden genoemd. Van Marion spreekt liever van 'conserveermiddelen': 'De term plakmiddel is namelijk misleidend. Het is geen lijm. Het middel vormt een laagje over het zaad waardoor het minder makkelijk vocht opneemt en afgeeft. Hierdoor verweert het minder snel.'
Vaak te laat gespoten
Een rondje langs de telers en de graszaadfirma's leert dat er nog niet echt een peil te trekken is op de werking. Het gevoel overheerst dat er vaak te laat is gespoten; zo'n drie weken voor de oogst. De fabrikanten adviseren 'einde bloei' en dat is net even iets eerder. Een negatieve invloed op de rijping en de kwaliteit van het zaad heeft niemand gemerkt.
Het dorsen verliep probleemloos. Maar of er ook meer kilo's in de tank zijn beland? De telers hopen dat het vergelijkend onderzoek, dat met ingang van dit jaar op proefboerderij Rusthoeve ligt, meer duidelijkheid brengt over de werking. Voorlopig luidt de conclusie van de studiegroep dat een bespuiting met conserveermiddelen alleen zin heeft bij de zeer loszadige soorten, zoals rietzwenkgras en tetraploïd Engels raaigras.
Targa-discussie
Het tweede blok waar de bus stilhoudt, is een gecombineerd blok van veldbeemd, rietzwenk en roodzwenk. De discussie komt op het gebruik van het Targa, een herbicide dat vooral belangrijk is om graanopslag op te ruimen. Op het deel van het perceel waar Targa is gebruikt, zijn inderdaad minder tarwearen te zien.
Wat opvalt is dat het graszaad hier meer rechtop staat. 'Mijn ervaring is dat Targa over het algemeen toch wel een straffe uitwerking heeft op het graszaad. Het gewas krijgt een doffe kleur en wordt duidelijk geremd in zijn groei. Het groeit er wel doorheen, maar je kunt je afvragen of het geen opbrengst kost. Ik ben zelf daarom voorstander van een lage dosering. Een dosering van 0,25 liter, zeker in combinatie met een uitvloeier, vind ik te veel. Dan maar liever wat tarwekorrels in het product. Die zeef je er wel weer uit', aldus Van Marion.
Zijn stelling levert discussie op. 'Wil je wat doen tegen tarweopslag, dan zul je toch richting die dosering moeten', werpt een teler tegen. 'Al ben ik met je eens dat je moet oppassen met uitvloeiers. Ook is de factor temperatuur belangrijk. Ik spuit nooit boven de 15 graden.' Van Marion speelt ook op dit punt op veilig en houdt liever 10 graden aan.
Geen Moddusjaar
2010 was niet echt een Moddusjaar. Het was te schraal en te koud. De meeste telers blijken een bespuiting met de groeiregulator achterwege te hebben gelaten. Sommigen hebben zelfs wat extra stikstof gestrooid om het gewas juist een duwtje in de rug te geven. Telers die dierlijke mest hebben toegepast, zijn niet bang geweest voor vroegtijdige legering.
De ervaringen met dierlijke mest blijken verschillend. De discussie spitst zich toe op de vraag: kost het gebruik van dierlijke mest opbrengst? Ja, meent een enkeling, 'al gauw enkele honderden kilo's'. Nee, menen de voorstanders. Mits op tijd toegepast en met een lage bandenspanning. Voorzitter Paul Versluijs: 'Ik doe het al jaren en het gaat perfect. Maar je moet natuurlijk wel uitkijken voor schade en durven te zeggen tegen de loonwerker: nu kom je er niet op.' Bovendien mag het een klein beetje opbrengst kosten, gezien de gratis aanvoer van mineralen en organische stof.
Akkerrand
Bij de laatste stop van de bus draait het niet om het fraaie perceel Engels raaigras, maar om het perceel er tegenover. Dit is omgeven door een akkerrand, waarvan de vegetatie vooral uit Engels-raaigrasplanten bestaat. De keurmeester van de NAK had geen goed nieuws voor de eigenaar van het perceel Engels: Vanwege de kans op inwaaien van stuifmeel, mag omwille van de raszuiverheid een strook niet worden geoogst. Het alternatief is om de akkerrand te maaien. Maar daar is de buurman niet zo happig op, omdat zijn subsidie hiermee op het spel komt te staan.
De bufferzone die volgens de regels moet worden aangehouden is 25 meter. Omdat de twee bermen, twee sloten en de weg opgeteld 19 meter beslaan, is er op 6 meter in het perceel een stokje gezet. Daarmee heeft de teler nog geluk volgens een van de deelnemers aan de excursie. Hij meent dat er vanaf het midden van de weg 25 meter moet worden aangehouden. Het blijkt opnieuw voer voor discussie. Besloten wordt om iemand van de NAK uit te nodigen om de precieze regels nog eens een keer te komen uitleggen. In ieder geval is het, gezien het toenemend aantal akkerranden, verstandig om goede afspraken te maken met de buren.
Voor de laatste keer neemt het gezelschap plaats in de bus. De laatste stop: een biertje in Tholen.