'Uien zaaien in warmere bodem kan opbrengst verhogen'
Beducht voor vroeg zaaien
De Nijs is beducht voor het te vroeg zaaien van de uien. 'Daar hebben we slechte ervaringen mee. We hebben eens een deel van een perceel gezaaid terwijl de ondergrond nog te nat was. Vijftien, zestien dagen later hebben we op hetzelfde blok het tweede deel gezaaid. Bij die tweede zaai zagen we een betere opkomst en aan van dat stuk was aan het eind van het seizoen de opbrengst ook hoger. Volgens mij hadden we dat vooral te danken aan de hogere bodemtemperatuur bij de tweede zaai.'
Inmiddels zijn vorig weekend ook de uien gezaaid. 'In maart vonden we het nog te nat en te koud en wilden nog even geduld hebben. We hoopten eigenlijk dat we nog veertien dagen zonnig weer zouden krijgen. Dat hebben we niet gehad en de grond is slecht opgedroogd, maar het is onderhand toch tijd om te zaaien. In elk geval is de temperatuur nu wel beter dan in maart.'
Dat hij later zaait dan de andere telers in de omgeving, deert De Nijs niet. 'Wie gelijk heeft, blijkt aan het eind van het seizoen. Zaaien blijft raaien, zeggen we hier dan.'
Zelf zaaien
De maatschap zaait al jarenlang zelf de uien. 'Het voordeel daarvan is dat we precies op het juiste moment kunnen zaaien. Of in elk geval op het moment dat het ons het beste lijkt en het ons past. Onze vaders zaaiden ook al zelf. Toen nog met een nokkenradzaaimachine, op rijtjes van 37 centimeter.'
Na de normalisatie op 1,50 meter ruilde de maatschap de oude machine in voor een tweedehands precisiezaaimachine van de loonwerker. Een Becker van 4,50 meter breed. De machine stamt uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. De loonwerker stapte over op een opklapbare zaaimachine; de Becker staat op een kar. 'Voor een loonwerker is dat niet handig, maar voor ons is dat geen probleem. We hoeven niet veel percelen af. Wanneer het ons past, halen we de machine achter uit de schuur, maken hem wat schoon, gaan met de vetspuit langs de smeerpunten en we kunnen zaaien. Dit jaar hebben we 17 hectare uien. Als alles meezit, kunnen we zo'n areaal makkelijk in twee dagen zaaien.'
Meestal teelt de maatschap meer uien, zo'n 30 hectare. Dat kwam dit jaar in het bouwplan niet uit. Op het perceel waar de uien moesten komen, stond volgens de akkerbouwers te veel onkruid.
Degelijke constructie
De Nijs is nog steeds tevreden over de zaaimachine. 'Het is een degelijke constructie.' De machine is volgens hem nog in prima staat, al merkt hij dat de onderdelen op raken. Afgelopen winter heeft hij daarom op een internetveiling geboden op een andere zaaimachine. Weer een Becker, maar anderhalf decennium jonger en dus met wat nieuwere technologie. 'Onze machine werkt gedeeltelijk pneumatisch. Het blaast met lucht het zaad in de zaaischijven, maar het zaadje wordt eruit geschraapt met een mesje. In de nieuwere machines wordt het zaadje er ook met lucht uitgeblazen', legt De Nijs uit. 'Dat systeem is minder gevoelig voor slijtage. Maar helaas heb ik op de veiling net te weinig geboden. Ach, voorlopig kunnen we nog wel met de oude machine voort. Af en toe kijk ik nog wel eens of ik nog een andere zaaimachine tegenkom. Maar het moet geen te dure zaaimachine zijn, want dan is het voor ons al snel niet meer interessant.'
Franse snarenbedpootmachine
De maatschap heeft afgelopen winter wel geïnvesteerd in de aanschaf van een nieuwe snarenbedpootmachine. De keuze viel op een Agronomic, van Franse makelij. 'Agronomic is hier een relatief onbekend merk. We hebben die machine op Interpom in Kortrijk gezien', zegt De Nijs. 'Dat het een onbekende machine is, heeft nadelen. Van bijvoorbeeld een Miedema weten we wat het doet. Maar die machine zit vol met elektronica en je kunt overal slecht bij. De Franse machine lijkt degelijk, zonder poespas. Hij is bovendien veel goedkoper.'
Een belangrijk voordeel van deze Franse pootmachine vindt De Nijs dat de poters aan de achterkant van de machine van de snaren in de rij vallen. De achterwaartse snelheid van de pootaardappel heft daarmee de voorwaartse snelheid van de machine op. 'Dat moet een stabielere ligging van de pootaardappel geven.'
Eerste rondjes
Twee weken geleden is de pootmachine op het bedrijf aangekomen, afgelopen week reed hij zijn eerste rondjes. 'We hebben de pootmachine gekocht onder het voorbehoud dat hij hier goed moet werken. We mogen er drie dagen mee poten en bevalt de machine dan niet, dan gaat hij terug.' De Franse fabrikant had al aangekondigd dat de eerste dagen in werking medewerkers op het bedrijf zouden komen om de machine in te regelen.
Langzaam opwarmen
Het poten van de aardappelen begint bij De Nijs meestal in de eerste of tweede week van april. Ook hiermee wil hij in het voorjaar graag wachten tot de bodemtemperatuur wat is opgelopen. 'Aardappelen planten in koude grond maakt ze gevoeliger voor rhizoctonia. Bovendien doet de aardappel bijna niets zolang de grond nog koud is.' De maatschap heeft zelf zo'n tien dagen nodig om de aardappelen in de grond te krijgen. De loonwerker springt bij. 'Dat scheelt een week', zegt De Nijs.
Tot het moment van poten houdt de maatschap het pootgoed in de mechanische koeling. Eind maart lag de temperatuur op 4,5 graden. 'We laten de temperatuur tot het poten langzaam oplopen, maar de aardappelen buiten zetten, doen we niet.'
In de koeling staan ook nog partijen voor andere telers. Daar ligt de temperatuur nog wat lager, rond 4 graden eind maart. 'We halen ze pas uit de koeling als de eigenaren op het erf staan. Staan de aardappelen al warm en komt de teler een week later omdat het is gaan regenen, dan hebben wij een probleem.'
Het bedrijf
Maatschap Leo (rechts) en Marcel de Nijs teelt 105 hectare pootaardappelen, 17 hectare zaaiuien, 16 hectare wintertarwe, 4,7 hectare bruine bonen, 4,5 hectare suikerbieten en 3,5 hectare winterpeen. De beide neven hebben 45 hectare eigen grond, over het algemeen lichte zavel, al komt in het gebied ook zwaardere kleigrond voor, van 45 tot 55 procent afslibbaar. Voor de pootaardappelteelt huren ze grond bij, tot maximaal 35 procent afslibbaar.
Het areaal pootaardappelen bestaat uit elf rassen. Naast Bintje en Spunta telen ze rassen van Meijer, Danespo, HZPC en Agroplant. De oppervlakte zaaiuien is dit jaar kleiner dan andere jaren. Meestal teelt de maatschap 30 hectare. Het bedrijf heeft een vaste medewerker. De loonwerker komt om bieten te rooien en helpt soms bij het poten van de aardappelen.
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Anton Dingemanse