Beter rendement B-peen in zicht
Weinig voorraad meer
Niet dat er met Pasen zo veel wortelen worden gegeten in Europa. 'De landen om ons heen waren zo goed als door hun voorraden heen', verklaart Robert Schilder van Bejo Zaden. Uit Zuid-Europa is nog geen noemenswaardig aanbod van de nieuwe oogst. Dus komen ze hier terecht. 'Nederland is de voorraadschuur van Europa.'
Ruggenteelt
80 tot 85 Procent van de B-peen wordt op ruggen geteeld. En in die branche is Bejo marktleider. Rendement in de peen-business valt volgens de teeltbegeleider te behalen met betrouwbare rassen en een gezonde grond. 'Met peen van goede grond in de bewaring kan het een heel rendabele teelt zijn.' Al was dat de afgelopen twee jaar niet het geval.
Pieken te hoog
Koop Landbouw in Usquert heeft het ook gemerkt. Het afgelopen seizoen was een jaar met goede opbrengsten, een uitstekende kwaliteit en ronduit slechte prijzen. Die prijzen liggen al drie jaar lang onder of rond de kostprijs, vertelt ajunct-directeur Hans Knook.
Niet dat het aanbod van peen veel te groot was; de pieken waren te hoog. 'Over het hele jaar is er niet te veel aangeleverd.' De peenmarkt is gewoon slecht te reguleren, meent Knook. Koop Landbouw verhandelt jaarlijks zo'n 200 hectare aan peen onder de naam Waddenpeen. Op het eigen akkerbouwbedrijf van 500 hectare groeit ongeveer 30 hectare B-peen.
Komend jaar minder peen verbouwd
Het komende seizoen komt er wel verandering in dat grote aanbod, verwacht Knook. De graanprijzen trekken aan en dat biedt de akkerbouwers alternatieven. Het komend jaar zal er dus minder peen worden verbouwd.
Schilder van Bejo verwacht dat het areaal B-peen met 5 tot 8 procent afneemt. Daar komt bij dat ook de conservenindustrie 10 tot 15 procent minder aan contracten heeft uitgezet. 'Vanwege de lage prijzen voor B-peen was het voor hen aantrekkelijker de peen aan te kopen dan ze zelf te telen', weet Schilder.
Het areaal neemt echter niet alleen af vanwege de lage peenprijzen en de rendabele alternatieven, maar ook vanwege de kwaliteit. Een vruchtwisseling van eens in de zes jaren is eigenlijk al te krap. Knook merkt dit niet alleen bij Koop Landbouw, maar ook bij bedrijven in de omgeving. Schilder van Bejo noemt zelfs eens in de acht tot negen jaar peen telen het minimum. Vooral op de lichtere gronden. 'Anders heb je te snel kans op vlekjes.'
Export Duitsland neemt af
Een kleiner peenareaal heeft echter nog niet logischerwijs een hogere prijs tot gevolg. Bij die prijsvorming spelen ook andere factoren een rol. De consumptie is een ongewisse factor, maar ook de opbrengst per hectare schommelt sterk; telers rooien tussen de 60 en 100 ton per hectare. En uiteraard is de teelt in omringende landen van invloed. Koop Landbouw exporteert traditioneel veel peen naar Duitsland, Polen en Tsjechië. De export naar Duitsland is de laatste jaren geleidelijk afgenomen, doordat de oosterburen de teelt zelf oppakken. De peenafzet van Koop Landbouw verschuift daardoor steeds verder richting het oosten. Tsjechië en Hongarije nemen een belangrijkere positie in en ook de handel met Rusland neemt toe.
Nederland krijgt steeds meer concurrentie van landen die meer zelfvoorzienend worden, weet Schilder. Duitsland is een mooi voorbeeld, al loopt het Duitse areaal in totaliteit juist iets achteruit. 'In Midden-Duitsland wordt inderdaad meer peen verbouwd, maar in Sleeswijk-Holstein juist minder.'
Oost-Europa belangrijker teeltgebied
Oost-Europa wordt als teeltgebied belangrijker. 'Goede bewaarmogelijkheden ontbreken, maar de vraag naar kwaliteit neemt toe nu burgers daar meer te besteden hebben.'
En Nederland kan die kwaliteit bieden. Zeker nu de Nederlandse peenkwaliteit op een nog hoger niveau komt te staan. Het zijn immers de peentelers die steeds meer moeite hebben met het leveren van kwaliteitspeen die als eerste voor alternatieven kiezen.
Tekst: Marc van der Sterren
Beeld: Jan Bouwman