Loofklappen geeft meer kans op Erwinia

70 procent besmet
Bij 70 procent van de monsters van de loofklapper en het loof werd een besmetting aangetoond. Ook het machinaal rooien verhoogt het risico op Erwinia. Velvis en Kristelijn vonden gezonde monsters in partijen die met de hand werden gerooid. Daarentegen bleek bij sommige telers 70 tot 80 procent van de machinaal gerooide monsters na het inschuren besmet te zijn met Erwinia.
Komend jaar wordt het rooi- en inschuurproces per fase nauwkeurig gevolgd op aanwezigheid van de hardnekkige bacterie.
Toepassingen bedenken
Nu het tweede jaar van het onderzoekstraject van start is gegaan, verwachten de aardappelonderzoekers bevestiging van hun eerste bevindingen. Vervolgens gaan ze praktische toepassingen bedenken die leiden tot vermindering van het probleem. Hiernaast gaan beiden zich richten op de versmering en besmetting in de bewaring.
De aardappelonderzoekers zetten vooralsnog hun vraagtekens bij de bron van de besmetting. In onkruid, regen, bodemleven en grond werd tot nu toe niets gevonden. Vandaar dat de verwachting is dat Erwinia's in de wintermaanden niet in de bodem kunnen overleven.
Bacterie in de schil
Uit de risico-analyse bleek dat de Erwinia-besmetting zich niet alleen bevindt in het naveleinde. Aardappelen die na onderzoek van het naveleinde als negatief werden getoetst, bleken toch te zijn besmet. De bacteriën bevonden zich veelal in de schil van de aardappel. Tot vorig jaar werden de bacteriën aangetoond met de Elisa-methode. Omdat deze methode vals positieve reacties gaf ten opzichte van de nieuwere PCR-methode, is vanaf 2009 overgestapt op de laatstgenoemde onderzoeksmethode.