Een kuubskist maken als een meubelstuk
2. Eenmaal in de werkplaats gaan de planken en balken een voor een over een ontlatter. Splinters en ander niet bruikbaar materiaal valt er tussenuit. Het hout wordt door de zagerijen in standaardformaten aangeleverd. Het meeste hout komt uit Noord-Europa, want: hoe noordelijker, hoe harder en duurzamer. In de winter groeien bomen het langzaamst en dat levert het stevigste hout op.
3. De planken gaan door een volautomatische schaafbank. Ze worden in één bewerking aan vier zijden geschaafd en van ronde hoeken voorzien. Dit gebeurt met een snelheid van zo'n 100 meter per minuut. Lariks uit Noord-Europa wordt in plaats van tropisch hardhout gebruikt voor de onderste planken van de pallet en bij wortelkisten als (extra zware) palletbalk. De hoekbalken vormen één lijn tot op de palletbalk. Daarom moeten de kisten vrijwel haaks zijn, want een afwijking van een halve centimeter onderin betekent een verschil van 5 centimeter bovenop.
4. De geschaafde planken worden door een machine verzameld en gestapeld op pallets. Het hout dat de firma Naus gebruikt, bevat circa 18 procent vocht. Als het hout te droog (12 procent) of te nat (25 procent) uit de droogkamer komt, zal het splijten of schimmelen. De spijkers die worden gebruikt, zijn gesmeed. Dat maakt ze compact en hard. Ook zijn ze gegalvaniseerd. Ze hebben een stompe punt die zich door het hout heen vreet. En dat is goed, want bij een scherpe punt kan het hout splijten. De spijkers zijn ook nog getordeerd, waardoor ze op een kurkentrekker lijken. In combinatie met lijm vormen deze spijkers een levenslange verbinding.
5. De planken zijn klaar voor gebruik. In een mal leggen mannen de hoekbalken en de middenbalk, die met een lijmpistool zijn voorgelijmd. Daarop komen de planken die het voor- en achterschot van de kist gaan vormen. Een volautomatische spijkermachine spijkert de planken op de balken en tussen elke houtverbinding is de blauwgrijze, watervaste lijm te vinden.
6. De schotten zijn bijna klaar: de machine boort gaten voor en plaatst de slotbouten erin. Alleen de hoekankers ontbreken nog. Deze hoekankers zijn door Naus zelf ontworpen. Ze zijn uitgevoerd met een verstevigingsril in het midden van de hoek. Een medewerker schroeft de hoekijzers aan de afgeronde balk met speciale busmoeren, zodat de aardappels niet beschadigen.
7. De kisten kunnen nu worden gemonteerd. De pallet heeft een kleine of een grotere insteekopening voor de heftrucklepels. Dit heeft alles te maken met de wijze van ventilatie en bewaring van het product. Aardappelkisten hebben een opening van 10 centimeter, uien moeten daarentegen intensiever worden geventileerd. Daarvoor is een grotere opening aan de onderzijde nodig. De ene akkerbouwer geeft de voorkeur aan een droogwand, de andere aan een zuigwand of een combinatie van beide.
8. Aan de pallet met voor- en achterzijde bevestigen medewerkers de planken die de zijkanten vormen. Ze lijmen eerst de balken voor, daartegenaan drukken ze de planken waar ze vervolgens spijkers in schieten. Met nog een multiplexplaat tegen schot en pallet van de kist ontstaat er een extra stevige verbinding. Die heeft ook een ventilatiedoel; zonder de plaat zou de lucht direct ontsnappen en de bovenste piepers niet bereiken. Als de kist gemonteerd is, gaat deze over een lopende band naar de machine die alle vier de hoeken afschuint op 45 graden.
9. Aardappelkisten gaan, afhankelijk van hoe ze behandeld worden, 20 tot 25 jaar mee. Wortel- en witlofkisten halen zo'n 12 jaar door de vochtige bewaaromstandigheden. Ook de heftruckchauffeur heeft een grote invloed op de levensduur van de kist. Als hij twee volle kisten op elkaar vervoert, moet de vloer vlak zijn. Een drempel is funest. Kisten op een wagen moeten vast tegen elkaar aan staan, zodat ze steun hebben aan elkaar. Ook het weer heeft, als de kisten buiten staan, invloed op de levensduur.