Veel structuurschade in Zeeuws-Vlaanderen
Opknappen
Met zomertarwe en een groenbemester is het perceel weer op te knappen. Het inzaaien vergt niet veel van het perceel, er zijn geen zware combinaties nodig die de structuur verder kunnen vernielen. 'De tarwestoppel woelen en daarna de groenbemester erop, dan moet het goed komen.' Hoe diep de woelpoot moet, dient de teler ter plaatse met de schop te bepalen. 'Bij een woelpoot hoort een spade.'
Profielkuil verplicht nummer
Het graven van een profielkuil is volgens Cammaert en grond- en bemestingsspecialist Ton Hendrickx van CZAV een verplicht nummer. 'Zeker nu is het goed te weten welke lagen er zitten en hoe de ontwatering is, om daar grondbewerking en bouwplan op af te stemmen', vindt Hendrickx. De kennis bij de teler laat volgens beide mannen wel eens te wensen over. Vooral van huurpercelen is de structuur en geschiedenis vaak onbekend.
In het Zuidwesten is de opbouw wisselend; er zijn percelen met een zware bovenlaag en een zanderige ondergrond en andersom. Ook liggen her en der zandplaten op ongeveer 30 centimeter of dieper onder de percelen die een natte bovenlaag en een droge onderlaag veroorzaken. Vlak boven de zandlaag ligt soms een verstorende, dichte laag van klei en zand die geen vocht doorlaat. Hendrickx: 'Vocht raakt dan opgesloten in de bovenste laag en onder is alles droog. In een droge zomer levert die zandlaag ook geen vocht door het gebrek aan capillaire werking.'
Diepploegen tot 25 centimeter met een poot achter de ploeg die de laag opentrekt is dan het devies. Oostelijker, in Noord-Brabant, ligt de zandlaag dichter aan de oppervlakte. Dan is juist licht ploegen – tot een diepte van 15, 20 centimeter – beter.
Kreken te nat of te droog
Cammaert stampt de klei van zijn laarzen om naar het volgende perceel te gaan. Het ligt bij Sint Kruis en is al geploegd. Toch staat er water. Ook hier hadden dit voorjaar uien op moeten komen, maar het bouwplan is aangepast. Volgens Cammaert zijn problemen op dit perceel en op de omliggende percelen onontkoombaar, door een slechte verkaveling. Oude kreken zijn dichtgegooid en de vervangende sloten liggen op de verkeerde plaats. 'De verkaveling ligt haaks op de laagtes, die door de gedempte kreken zijn ontstaan.' De laagtes blijven nat.
De profielkuil laat duidelijk zien wat er nog meer mis is. Op ongeveer 15 centimeter is de klei blauw en de bruine verkleuring op 25 centimeter duidt op een hoge waterstand. De sloot ligt echter een flink stuk lager en de drains doen duidelijk hun werk. Op ruim 30 centimeter ligt echter een zandplaat waarop het water blijft staan. 'Zo ontstaat een schijnwaterstand.' Als Cammaert met zijn spade een stukje van de laag afsteekt, sijpelt het water van de laag de kuil in. Hoewel de drains goed lopen, is betere drainage van de akker noodzakelijk. 'De laagte is echter een probleem.' Er zit zeker een halve meter verloop in het perceel, waardoor het water uit het lage deel niet is af te voeren.
Extreem droog en extreem nat
Volgens Hendrickx kunnen oude kreken voor extreme droogte en extreme nattigheid zorgen. 'Oude zandbedden laten water door, waardoor het altijd droog is. Dat is in droge zomers een probleem, maar in natte tijden juist goed. Dichtgegooide kreken zijn juist altijd nat, omdat het water niet weg kan. Dan is het effect juist andersom.'
Draineren in de lengterichting kan de situatie verbeteren, al leent het perceel zich daar niet altijd voor vanwege de ligging van de sloten, zoal in Sint Kruis. Cammaert: 'Eigenlijk moeten de grondeigenaren allemaal bij elkaar gaan zitten het dit stuk samen aanpakken. Dat is lastig, omdat er veel wordt verhuurd en een deel van de eigenaren is Belgisch. Daar valt weinig mee te overleggen. Belgen accepteren de beperkingen van hun percelen veel meer en ze zijn in de regel moeilijker te bewegen tot grondruil.'
Met bemesting en een aangepast bouwplan kan de teler met een kreek in zijn perceel nog wel iets doen. In Sint Kruis komt graan op de delen met kreken en uien op de rest van het perceel. CZAV adviseert bij extreem dichte lagen in de grond gips, dat de kleideeltjes van elkaar afhaalt. Grotere vrije calciumionen hechten zich aan het kleihumuscomplex en zorgen voor ruimte tussen de kleideeltjes, het zout uit de calciumsulfaat lost op. De meststof brengt zo lucht in de grond en het zorgt voor een hoger zwavelgehalte in de bodem. 'Dat is weer goed voor de bieten.'
Mechanisatiegrens bereikt
Het laatste perceel dat Cammaert laat zien, heeft geen structuurproblemen. Toch laten de diepe sporen precies zien waar de vierrijige rooimachine de strijd tegen de zware grond verloor en een kraan de machine uit haar benarde positie moest bevrijden. De aardappelen zitten nog in de rug, al is een deel verrot. 'Hier was en is het gewoon te nat', stelt de DLV'er. 'Het zet je wel aan het denken. Hebben we de grenzen niet bereikt? Verdere mechanisatie met nog zwaardere machines in combinatie met grotere weersextremen zorgt voor grotere structuurproblemen. Je kunt ook kiezen voor andere, vroegere rassen of zelfs andere teelten die minder zware machines vereisen. Ik besef dat de gevolgen verstrekkend zijn, maar dat zijn de gevolgen voor de structuur ook als we zo doorgaan.'
Ook Hendrickx ziet de grens. 'Het credo was altijd dat het geen kwaad kon, als de banden maar breed genoeg waren. Brede banden geven juist een grotere druk op de diepere lagen in het perceel, onder de bouwvoor en daar zijn de problemen al het grootst.'
'Natte plekken niet accepteren'
Bodemspecialisten Ton Hendrickx van CZAV en Pierre Cammaert van DLV Plant zijn het erover eens: structuurverbetering verdient in het Zuidwesten meer aandacht van de akkerbouwers. 'Het begint met het niet accepteren van natte plekken in een perceel. Ga op zoek, graaf een kuil', raadt Cammaert aan. Hendrickx: 'Ook als je huurt wil je toch weten waar je aan toe bent? Je moet wel je inkomen van die percelen halen.'Als er te weinig lucht in de zware grond zit, is woelen een optie, mits de omstandigheden niet te vochtig zijn. Een gewas dat rust en lucht brengt, zoals graan, en vervolgens een groenbemester met lange penwortels als bladrammanas op het perceel en op korte termijn de drainage aanpakken.Op de langere termijn is op een aantal plaatsen aanpak van de verkaveling nodig. Telers kunnen overwegen vroegere rassen te telen, om de grond meer rust en herstel te gunnen. Ook is het de vraag of de grond in het Zuidwesten de zware mechanisatie nog aan kan.
Tekst: Hans van der Lee
Beeld: Anton Dingemanse