Rondje dorsend Nederland
Nieuwe maaidorser voor samenwerking
Door een gewijzigde bedrijfsopzet kwam op het bedrijf van de familie Lips dit jaar ruimte voor een investering in een nieuwe maaidorser. De zesschuddermachine moet de komende jaren rond de 100 hectare per jaar gaan draaien.
In de buurt van Emmeloord draait de splinternieuwe John Deere 1570 van de familie Lips zijn eerste rondjes door de tarwe. Het stuift behoorlijk. Helaas heeft schoonzoon Gerwin Dibbits geen goed nieuws. Hij komt net terug van de coöperatie met een monstertje, waarin meer dan 20 procent vocht blijkt te zitten. Ze besluiten te stoppen.
Dibbits werkt sinds dit jaar nauw samen met zijn schoonfamilie. Ook zijn zwager, melkveehouder, neemt deel aan de samenwerking. Samen pachten zij het land waarop de broers Lips altijd hebben geboerd. Het machinepark van de bedrijven is voor een deel samengevoegd. Dubbele machines zijn verkocht en de resterende exemplaren moeten meer hectares gaan draaien.
Nieuwe John Deere-maaidorser
De oude maaidorsers van de familie Lips en de familie Dibbits zijn ingeruild voor de nieuwe John Deere. De keuze voor een nieuwe is deels om fiscale redenen, maar ook om weer jaren vooruit te kunnen. Voor Dibbits is de overgang het grootst. Bij hen verdween een oude Clayson 140, waarvan de kieren her en der al met purschuim waren gedicht. 'Wij vinden het niet erg om 's morgens te sleutelen en 's middags te draaien. Het is prachtig werk. Maar we waren vaak wel een weekje zoet om 20 hectare eraf te draaien', aldus Dibbits.
Bij Lips werd een John Deere 1075 ingeruild. De machine draaide 60 hectare per jaar, waarvan een deel in loonwerk bij boeren in de buurt. Opgeteld komt het areaal voor de nieuwe combine hierdoor op 80 hectare. 'Maar dat moet eigenlijk nog ietsje meer worden. Al hebben we er dit jaar onze handen vol aan', zegt Dibbits.
25 ton per uur
De 1570 beschikt over zes schudders, een motor van 260 pk en een maaibord van 5,50 meter. Volgens opgave van importeur Louis Nagel moet de machine een capaciteit van 25 ton per uur kunnen halen. Of dat haalbaar is, kan vaste chauffeur Jan Lips nog niet zeggen. In ieder geval bewijst dit oogstseizoen maar weer dat het niet verstandig is om te veel hectares in te plannen. 'In een mooi jaar kunnen we gemakkelijk 140 hectare doen. Maar het is niet reëel om daar op voorhand van uit te gaan. We doen liever 20 hectare minder dan dat klanten ontevreden zijn.'
Aan het eind van de middag is het vochtpercentage onder de 19 procent gezakt. Besloten wordt om toch maar een paar kippers vol te draaien.
Flink overgemechaniseerd
Twee trekkers met persen, vijf trekkers met kiepwagens en drie combines draaien op het land van Johan Schussler in Lelystad. De Massey-Ferguson 40, de John Deere 1072 en de JD 975 maaidorsers hebben er vandaag in vijf uur tijd 20 hectare graan afgedraaid.
'Sleutelen is mijn hobby', zegt Johan Schussler met een grote grijns. Hij geniet er zichtbaar van dat alles probleemloos draait. Zijn enige zorg is de bemensing van de machines. Maar met hulp van zijn familie en buren gaat vandaag alles op rolletjes.
Grote machines voor weinig geld
Op zijn eigen akkerbouwbedrijf dorst Schussler jaarlijks 45 hectare. Daarbij doet hij tussen de 10 en 20 hectare in loonwerk. 'Op zich zou deze combine dat in zijn eentje moeten kunnen doen', zegt Schussler, die zelf op de stoel van de MF40 zit. 'Maar ja, het draaiende houden van de machines kost weinig en ik vind het leuk. Ik koop vaak machines die van loonwerkers zijn geweest; relatief grote machines voor weinig geld. Met de onderdelen draai ik door totdat het helemaal af is. Als ik een scheurtje zie in een V-snaar, dan bestel ik een nieuwe, maar ik leg hem er nog niet om. Meestal ligt hij dan nog een paar jaar in de cabine voordat ik hem echt nodig heb.'
Grote capaciteit komt goed van pas
De grote capaciteit komt hem dit jaar goed van pas. Schussler slaat al zijn tarwe zelf op in silo's en daarvoor mag het graan niet te nat zijn. Nu het vochtpercentage onder de 18 ligt, durft hij het wel in de silo te blazen zonder dat de kachel aan hoeft. Wel moet hij de komende maanden continu lucht door de partij blazen om de silo-inhoud onder de 16 procent vocht te krijgen. Het graan is bestemd voor zijn eigen varkens. Naast 110 hectare akkerbouw heeft het bedrijf een veehouderijtak met 1.250 vleesvarkens. Zeker gezien de opgelopen graanprijzen is dat geen gekke combinatie. Zijn plan is om de varkenstak uit te breiden naar 1.700 plaatsen. In dat geval gaat ook het aandeel graan in zijn bouwplan omhoog.
Eiwit meten op de combine
Sinds enkele jaren is de maaidorser van de familie Hamster in Nieuwolda (Gr.) uitgerust met een eiwitmeter. Partijen met afwijkende eiwitwaarden kunnen op deze manier apart worden opgeslagen en vermarkt.
Drie jaar geleden haalde Peter de Haan van precisielandbouwspecialist Agriware twee eiwitmeters van het Amerikaanse merk Zeltex naar Nederland. Eentje draait bij Agrifirm in een brouwgerstproef, de ander zit gemonteerd op de maaidorser van de familie Hamster. Het apparaat meet met behulp van nabij-infraroodstraling meerdere keren per minuut de actuele eiwitgehalten in de graanstroom en geeft dit weer op een monitor in de cabine. Het bemonsteringsgedeelte is op de graanelevator gebouwd, die het schone zaad naar de voorraadtank transporteert. In de wand van de elevator zijn twee uitsparingen geslepen. Twee ruitenwissermotoren zorgen ervoor dat er beurtelings een schepje uit de productstroom wordt genomen en na bemonstering weer in de elevator wordt teruggeworpen.
Eitwitgegevens
Leen Hamster gebruikt de eiwitgegevens op twee manieren. Ten eerste wordt de data met de bijbehorende GPS-coördinaten vastgelegd op een geheugenkaart. Hierdoor is het mogelijk om gekleurde kaartjes te maken die de verschillen in eiwitwaarden binnen een perceel laten zien. Die verschillen bedragen doorgaans 1 tot 1,5 procent, is de ervaring van Hamster. Samen met onderzoekers probeert de Groninger akkerbouwer de vinger te krijgen achter de oorzaken voor deze verschillen. Een eensluidende verklaring heeft hij nog niet.
Ten tweede gebruikt hij de actuele waarden om afwijkende partijen apart op te slaan. Op de monitor in de cabine kan de combinemachinist het tankgemiddelde aflezen. Omdat de tankinhoud van de maaidorser gelijk is aan de grootte van de kippers, en hij de beschikking heeft over meerdere silo's, kan Hamster deze partijen gescheiden opslaan. Op die manier creëert hij partijen van 600 tot 800 hectoliter, waarvan hij het eiwitgehalte nauwkeurig in beeld heeft.
Eiwit belangrijke parameter
Rest de vraag wat hij hier mee kan. 'Tot nu toe nog niet veel', zegt Hamster. 'Maar wij zijn in gesprek met zowel veevoerindustrie als maalderijen. Die zien hier wel wat in. Voor hen is eiwit een belangrijke parameter voor de kwaliteit. Onze bedoeling is om een plusje op de prijs te realiseren, door partijen apart af te leveren of tot de gewenste specificaties op te mengen.'
Op de monitor kan de chauffeur het eiwitgehalte aflezen. De absolute waarden van eiwit (links) en vocht (rechts) kloppen nog niet. Aan de hand van enkele analyses door een laboratorium kan dit worden gekalibreerd.
De meetapparatuur is in een afgesloten kast op de graanelevator bevestigd.
Strooisel maken op het land
Loonwerker Arend van der Laan uit Meeden (Gr.) hakselde half augustus 10 hectare stro voor melkveehouder en akkerbouwer Gerard van Breugel in 't Waar. Een niet-alledaags klusje, dat met grote stofwolken gepaard gaat.
Gerard van Breugel laat zijn stro al jaren niet meer persen. Ondanks de zwaar uitgevoerde snijrotoren in de moderne grootpakpersen, vindt de veehouder het resultaat daarvan niet fijn genoeg om te gebruiken als strooisel in zijn ligboxenstal. Het gehakselde materiaal mag maximaal enkele centimeters groot zijn, om verstoppingen tijdens het uitrijden van mest te voorkomen.
Een alternatief is om de balen thuis te hakselen, maar dat vergt extra werk en geeft veel stof op plekken waar je dat niet wilt.
Het enige nadeel van hakselen op het land is het grotere volume dat nodig is voor transport en opslag. Van Breugel vindt dat geen bezwaar. In zijn oude Groninger schuur heeft hij een spantvak vrijgemaakt voor de opslag van het gehakselde materiaal. Met de ruim 50 ton die er nu ligt, heeft de melkveehouder genoeg strooisel tot de volgende oogst. Van Breugel teelt de tarwe zelf en benut ook de korrel op zijn eigen bedrijf. Deze maakt in geplette vorm deel uit van het rantsoen voor de koeien.
Honderd jaar dorservaring
In de buurt van Hellevoetsluis (Z.-H.) dorsen twee oude Claeys-combines een perceel tarwe. Akkerbouwer Arie Verheij zit op de ene maaidorser, zijn zoon Wim op de andere. Ondanks dat de machines opgeteld bijna honderd jaar dorservaring hebben, leveren ze nog altijd prima werk. Jaarlijks draaien de machines er 20 hectare tarwe af. Als er geen mankementen zijn, oogsten vader en zoon 5 hectare op een dag.
Gelukkig deden zich dit jaar tijdens de oogst geen grote problemen voor. Behalve dat Verheij er veel plezier aan beleeft, vindt hij de lage dorskosten mooi meegenomen. 'Een paar nieuwe riemen en we zijn weer klaar.'
Visafval voor sterke tarwe
In de zoektocht naar een optimale tarweteelt schuwt de familie Westerhof geen enkele maatregel of techniek. Zo hebben ze al jaren ervaring met ploegloze grondbewerking. Dit jaar experimenteerden zij met visextract als plantversterker.
Capaciteit is een belangrijk item voor de graanboeren in het Oldambt. Het is een van de redenen waarom de familie Westerhof is overgestapt op ploegloze grondbewerking. Met hun Sumo-cultivator halen zij een capaciteit van 3 hectare per uur. Daarnaast scheelt het laten staan van ploeg en kopeg brandstof en wordt het bodemleven gestimuleerd. De Westerhofs trekken de cultivator 15 tot 25 cm diep door de grond, naar gelang de omstandigheden. Soms gaat er een lichte bewerking aan vooraf, om het kaf alvast de gelegenheid te geven te verteren. Voor het zaaien gebruiken ze een Väderstad-zaaimachine, die met zijn schijven geschikt is om tussen de gewasresten te zaaien.
Opbrengsten rond de 10 ton
Qua opbrengst zien vader Jan en zoon Wouter Westerhof geen verschillen met hun oude manier van werken. Nog steeds is het mogelijk om opbrengsten rond de 10 ton te halen. Wat dit jaar extra opvalt is de betere draagkracht van de niet-geploegde percelen. Op geploegd land in de omgeving zijn de sporen goed zichtbaar, op het niet-geploegde land valt de insporing mee. Dat komt ook omdat ze zoveel mogelijk met brede banden werken. Zo liggen in het vroege voorjaar banden van meer dan een meter breed onder de spuitmachine.
Afvalproducht uit visindustrie
Om hun tarweteelt verder te optimaliseren hebben de Westerhofs dit jaar geëxperimenteerd met het spuiten van sporenelementen. Op een deel van hun bedrijf gebruikten zij een afvalproduct uit de visindustrie, dat verwerkt is tot een vloeibaar product. Deze zogenoemde 'vismix' bevat een groot aantal micro-elementen die het gewas sterker en weerbaarder zouden maken.
Westerhof heeft de cijfers nog niet op een rijtje, maar meent wel een positief effect op de opbrengst te zien. Metingen aan de brixwaarde – een maat voor het suikergehalte en daarmee de gezondheid van de plant – lieten tijdens het groeiseizoen een duidelijk effect zien.
Hoewel het allemaal nog pril is, is Westerhof vastberaden om het verder uit te zoeken. Aan de prijs hoeft het niet te liggen. De vismix wordt een paar keer gespoten in een dosering van 200 ml per hectare en kost rond de 5 euro per liter. Wel stinkt het goedje behoorlijk. 'De meeuwen doken na de bespuiting massaal op de tarwe', aldus Westerhof.
Dankzij de brede banden en dubbellucht kan de combine op 0,8 bar. Westerhof probeert de bodem zoveel mogelijk te ontzien.
Jan Westerhof denkt dat het toedienen van sporenelementen kan bijdragen aan een gezonder gewas en een hogere opbrengst.
Standaard stro hakselen
In het Zeeuwse Scharendijke draait een Fortschritt-combine van het type E524. Aan de grote stofwolk achter de machine is vanuit de verte al te zien dat de hakselaar aan staat. 'Ik verhaksel mijn stro bijna altijd', zegt René Dalebout, als hij even stopt om te lossen.
'De grond kan de organische stof goed gebruiken. Ik denk dat het met de opbrengst van de uien en aardappelen dubbel en dwars bij je terugkomt. Bovendien zit ik niet te wachten op een zware pers en een volle vrachtwagen op het land. Zeker in een jaar als dit geeft dat structuurschade. Nog afgezien van het werk dat je hebt met het stro opschudden.' Dalebout is al druk genoeg om in zijn eentje de 12 hectare tarwe aan de kant te krijgen. 'Ik draai een kipper vol en dan breng ik hem zelf weg. Op die manier kost het dorsen mij drie middagen.'
De opbrengst valt hem gezien het droge groeiseizoen mee. De gemiddelde opbrengst heeft hij berekend op 9 ton per hectare, met vochtgehaltes variërend tussen 16,3 en 14,8 procent.