Broers Groeneweg grijpen hun kansen: 'Bedrijf runnen gaat niet vanzelf'
Constante groei
Windmolen of geen windmolen, het remt de broers Groeneweg niet in de ontwikkeling van hun bedrijf. Bij de start in 2003 hadden ze 25 hectare en ze hebben net 12 hectare bijgekocht. De voornaamste bestemming van de grond: chipsaardappelen. Guido: 'We reden aardappelen voor een buurjongen. Hij wist ons te vertellen dat Lay's uitbreiding zocht. We zijn gevraagd en er in gerold.'
Zijn broer vult aan: 'Sommige dingen komen op je pad, dan moet je ja zeggen. Dat wil niet zeggen dat het vanzelf gaat, het is hard werken.'
De uitbreiding bleef niet zonder gevolgen, in 2007 verrees een nieuwe aardappelbewaring op het bedrijf.
Uien voor de snijderij
Na de chipsaardappelen diende zich weer een kans aan. 'Via de CAV Agrotheek in Slootdorp werden we benaderd door een snijderij uit Zuid-Holland', vertelt Guido. 'Of we grove plantuien voor hen wilden telen. Het was een unieke kans, omdat er toen nog niet veel plantuien in de Wieringermeer stonden; er was maar één andere plantuienteler.'
Het initiatief van de snijderij viel in vruchtbare grond: de broers Groeneweg telen inmiddels 23 hectare op contract telen. Ook andere akkerbouwers in de polder zagen de kans. 'Er staat al 80 hectare, allemaal voor dezelfde snijderij.' De broers zien liever geen grotere uitbreiding van het plantuienareaal. 'Het verzwakt onze positie ten opzichte van de snijderij', verklaart Robin.
Echt bang dat het areaal plantuien in de polder sterk zal groeien, is Robin niet. 'Planten van uien in plaats van zaaien, daar kijken veel collega's nog van op. Bovendien betaal je bij deze teelt de eerste drie, vier jaar leergeld', weet Guido uit ervaring. 'Het gaat er specifiek om grove plantuien te telen, maat 60 op. Is het te droog, zoals vorig voorjaar, dan blijven ze te fijn. Komt er water op het verkeerde moment, kort voor de oogst bijvoorbeeld, dan loop je kans op rot. Plantuien zijn daar erg gevoelig voor.'
Interessante teelt
De plantuien op het bedrijf van de gebroeders Groeneweg gaan in de bewaring, om ze in de winter te sorteren en af te zetten naar de snijderij. 'We hoeven hier geen uien te zetten voor de vroege export', vertelt Robin. 'In het zuidwesten van ons land zijn ze altijd eerder. Of er moet daar wat misgaan met de teelt, zoals twee jaar geleden. Na hevige regenval konden de telers niet meer op hun land en kwam de handel naar de Wieringermeer voor uien. Ze moesten uien hebben, want er lag een boot klaar.'
Niet alleen de uienteelt in het Zuiden loopt af en toe tegen problemen aan, ook de telers in de Wieringermeer blijven er niet van verschoond. 'Zelf liepen we vorig seizoen tegen problemen aan, omdat april en mei te droog waren. De uien groeiden bij de start te traag en waren fijner', vertelt Guido. 'De snijderij was er niet blij mee. Ze willen uien 60 en de 90, omdat ze die het best kunnen verwerken. De snijderij heeft nog meer voorkeuren. Zo willen ze liefst uien van het ras Sturon. Dit ras is uniform er leidt tot minder snijverlies.'
De fijne uien wisten de broers toch nog kwijt te raken aan een verwerker in Polen, die de uien met de hand laat schillen. 'Dat was ook een goede kans, maar eerlijk is eerlijk: we leveren liever aan onze snijderij. Afzet naar Polen drukt het rendement van de teelt.'
Ideaal uienras
Met de Sturon hebben de broers een ideaal plantuienras: de afnemer heeft ze graag en de ui heeft perfecte bewaareigenschappen. De Sturon heeft een hoog drogestofgehalte en is goed houdbaar. Robin legt uit: 'We oogsten pas wanneer het loof helemaal droog is. Gelijk na de oogst sorteren we de uien om de maten kleiner dan 60 eruit te halen. Vervolgens gaan de uien zonder pijp de bewaring in.'
Grove uien zijn volgens Robin en Guido eenvoudig te ventileren. 'Daar komt geen ingewikkelde installatie bij kijken. Daarom bouwen we nu ook een schuur voor de kistenbewaring met een capaciteit van 1.800 ton, waarin de uien gewoon op de tocht staan.' Uit de bewaring worden de uien tussen half oktober en februari weer gesorteerd en vervolgens afgezet.
Dit uienseizoen is volgens de telers tot op heden goed. 'We planten eind maart, zo vroeg mogelijk. We oogsten in de derde of vierde week van augustus. De start was goed en nu beregenen we de plantuien. Ze groeien goed.'
GPS
Het huidige bouwplan bevalt de broers prima. De arbeidsfilm is goed gespreid. De granen en het spinaziezaad zijn als eerste gewassen aan de beurt om te oogsten. Dan komen de plantuien en tot slot de chipsaardappelen. Na de aardappeloogst is er tijd voor het sorteren van de uien. Tussendoor hebben Guido en Robin nog tijd om een collega te helpen bij het poten. 'Daarbij werken we – net als de loonwerkers in de Wieringermeer en enkele grote akkerbouwers – met GPS. Geen eigen kast, veel te duur, maar met een kast die we van een bollenkweker kunnen gebruiken. Een geweldige kans.'
Robin en Guido werden 'besmet' toen ze het GPS-project Wieringermeer Precies volgden. Robin bouwde de trekker om, waarna het planten en poten volgens de twee nog nooit zo eenvoudig verliep. Guido: 'Het is echt een feest. Ik zit achterop de oude tulpenplanter om uien te planten en Robin zit achterstevoren in de trekker, gewoon met me te praten. Alleen op de rand van de akker moet Robin ingrijpen. Even keren en klaar.'
De GPS mist zijn uitwerking niet. Zo zitten de aardappelen nu ook mooi precies in het midden van de rug. 'Zo krijg je minder groen. Positief, want daar houdt de chipsproducent niet van.'
De twee ondernemers lopen nog een rondje over het erf. Ze zijn trots op wat ze tot op heden hebben bereikt. De broers zien nog wel kansen, maar concrete plannen zijn er nog niet. 'Eerst maar eens flink sparen. Dat is het moeilijkste aan de bedrijfsvoering.'
Bedrijfsgegevens
Guido (41) en Robin (37) Groeneweg hebben sinds 2003 samen een akkerbouwbedrijf in Middenmeer. Daarvoor werkten ze bij een loonwerker. Toen ze het bedrijf overnamen, telde het 25 hectare zware grond (45 % afslibbaar) die half in eigendom was. De andere helft werd gepacht van Domeinen. In de loop der jaren breidden de broers hun bedrijf verder uit. In totaal bewerken ze nu 80 hectare, waarvan 25 hectare in eigendom is. Het bouwplan bestaat uit chipsaardappelen (38 ha), plantuien (23 ha) op contract, spinaziezaad (11 ha) voor Monsanto, suikerbieten (3 ha) en tarwe (ruim 5 ha). De aardappel- en uienteelt groeit en de bietenoppervlakte krimpt. Door betere rassen zijn de broers Groenewegen in staat met 3 in plaats van 6 hectare het suikerquotum vol te telen. De broers hebben ook nog 1 hectare hypericum, maar beiden denken er over deze teelt af te stoten.
Tekst: Hans van der Lee
Beeld: Dick Breddels