'Beurs staat of valt met genoeg vrij product'
Waarom één beurs?
'We moeten naar de toekomst kijken, ons voegen en aanpassen. Een fusie is een voor de hand liggende optie om te komen tot een betere invulling en verdere professionalisering van de noteringen. De aardappelen worden al centraal genoteerd en we borduren voort op dat proces.'
Welke ervaringen zijn opgedaan bij die centrale aardappelnoteringen?
'Voorheen waren er vier noteringen, waarvoor alle telers en handelshuizen kwamen opdraven. Dat was erg inspannend en gaf bovendien niet echt een evenwichtig beeld. Nu hebben we richtlijnen opgesteld, de inbreng van de transacties is veranderd. LTO en Productschap Akkerbouw (PA) draaien mee en we merken dat de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) en Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) sterker betrokken zijn geraakt. Met vallen en opstaan heeft de notering zijn plek gevonden. Dat is de reden om ook bij de andere producten de noteringen te bundelen in Emmeloord, met noteringen op donderdag. Goes noteert op dinsdag. En omdat ze daar geen peen noteren, komt in Emmeloord ook een peennotering op dinsdag.'
Met vallen en opstaan – wat is er misgegaan?
'Bij de eerste gezamenlijke aardappelnoteringen wisselden we informatie uit via de fax. Dat werkt niet. De notering is meer dan een optelsom en gemiddelde van noteringen. Duidelijk is dat er echt met elkaar moet worden gesproken.'
Heeft de fusie niet wat lang op zich laten wachten?
'We hebben niet eerder geprobeerd om de beurzen samen te brengen. Wel zijn in 2005 de beurzen van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland gefuseerd tot de beurs Dronten. De nu voorgenomen fusie had misschien eerder gekund, maar dergelijke processen moet je zorgvuldig voorbereiden.'
Wanneer komt Goes erbij?
'Een fusie met Goes is niet aan de orde. Daar hebben we niet echt naar gekeken, maar het lijkt voorlopig niet zinvol en er is weinig aanleiding toe. Een noordelijke en een zuidelijke beurs, zo is het prima. Bovendien, Goes heeft een andere structuur. Goes valt onder de ZLTO, onze beurzen zijn verenigingen. Natuurlijk is er wel overleg. We evalueren samen, proberen noteringen onder dezelfde condities en voorwaarden tot stand te brengen. De afstand speelt ook een rol. Stel je voor, straks vragen we van de noteerder uit de Wieringermeer om elke donderdag naar Emmeloord te komen en dat kost al veel tijd. Laat staan dat iemand uit het zuiden moet komen. Uit praktische overwegingen lijkt dat niet haalbaar. We hebben wel samengewerkt bij de aanvraag van de vergoedingen voor de leden van de noteringscommissies bij het Productschap Akkerbouw; we krijgen dezelfde vergoedingsstructuur. Het PA moet het nog goedkeuren, maar dat is een formaliteit nu de Werkgroep Consumptieaardappelen en Uien (WCU) van LTO positief heeft geadviseerd.'
Een punt van kritiek op de beurzen is dat te weinig transacties worden gemeld. De gemelde transacties in de aardappelen vertegenwoordigen 6 procent van het volume dat op basis van die noteringen wordt geprijsd, werd afgelopen voorjaar op een vergadering gezegd. Wat is uw indruk?
'Ik denk dat er sowieso weinig echt vrije aardappelen zijn. Een fors deel van de aardappelen ligt vast in contracten en meeleververplichtingen. Ik schat dat aandeel op 80 tot 85 procent. Nederland verwerkt jaarlijks 2 miljoen ton aardappelen tot friet. Dat betekent dat 1,6 tot 1,7 miljoen ton al vastligt. De beurzen krijgen jaarlijks van het PA voor 150.000 ton de prijsinformatie gemeld. Dat is 7,5 procent van die 2 miljoen ton, maar van de vrije aardappelen gaat het richting de helft wat wordt gemeld. Maar het is een moeilijk, want wat is vrij? Zijn meeleveraardappelen vrij of niet? Als ik onze meldingen naast de lijsten van Verenigde Telers Akkerbouw (VTA) leg, ligt het redelijk op één lijn. De ene keer hebben wij meer, de andere keer zij. De handelshuizen die in de noteringscommissies zitten, hebben in elk geval meldingsplicht.'
Zijn de beurzen tevreden met het aantal meldingen?
'De insteek van de nieuwe vereniging is dat het altijd meer kan. Niet alleen handelshuizen maar ook telers kunnen meer transacties melden. Eigenlijk hebben we daar in het verleden te weinig aan gedaan. Dat moet ik toegeven. We willen het aantal meldingen verder ontwikkelen. Hoe? Dat is een zaak van de nieuwe bestuurders. Zij moeten daarop hun creativiteit loslaten. Er zijn best mogelijkheden om dat op een eenvoudige, toegankelijke, anonieme en betrouwbare manier te doen.'
Hoe betrouwbaar zijn de noteringen nu, met zo weinig meldingen?
'Voor aardappelen geldt dat we meldingen van de transacties op papier krijgen. Bij de andere producten is dat nog minimaal. Daarnaast hebben de noteerders voelhorens in het veld, ze weten wat er speelt. En die noteerders zijn betrouwbaar, we kunnen via handelshuizen transacties verifiëren als dat nodig is. Daarmee zijn de noteringen betrouwbaar. Toch is een van de speerpunten van het nieuwe bestuur om de leden duidelijk te maken wat het belang van de noteringen is en ze te motiveren om meer transacties te melden.'
Hoeveel leden heeft de nieuwe vereniging?
'Samen hebben we nu ongeveer 900 leden. Dat hopen we uit te breiden. Verdubbelen misschien. Het lidmaatschap kost maar 25 euro per jaar en daar krijg je veel voor terug. Actuele en betrouwbare noteringen voor alle vrije producten die we onder meer via de emailservice verspreiden, themadagen, inzicht in de markt en marktwerking. Het is absoluut belangrijk dat mensen weten wat er in de markt gebeurt. Markttechnisch werkt het bij peen en ui goed; daar is veel vrije handel, de teler krijgt goed in beeld wat zijn product waard is en of hij het volgend jaar eenzelfde areaal moet telen. We hopen dat ook bij de aardappelen de telers het marktgevoel opnieuw gaan beleven.'
Hoor ik hier een pleidooi voor de vrije teelt?
'We moeten balans zoeken. Als alles is dichtgetimmerd, is de marktwerking nihil. Als teler heb je dan op één moment invloed: bij het afsluiten van het contract, voorafgaand aan de teelt. Als er alleen contracten zijn op een niveau dat je er in ons gebied geen geld aan verdient, boer je achteruit. Marktwerking geeft een boer invloed.
Aan de andere kant, ik kan me ook niet voorstellen dat een belangrijke markt als die van consumptieaardappelen 100 procent vrij zou zijn. De industrie is gebaat bij een stabiele sector en wil contracten. Maar helder is: de beurs staat of valt met het aanwezig zijn van vrij product. Dat moet een substantieel deel van de productie zijn, bijvoorbeeld 40 tot 50 procent.'
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Ingrid Zieverink