Teugels aangehaald in mestbeleid 2010-2013
De laatste week van maart heeft landbouwminister Gerda Verburg het actieprogramma voor de jaren 2010-2013 aangeboden aan de Tweede Kamer en de Europese Commissie. Officieel volgt na de zomervakantie eventuele goedkeuring van het programma, maar gezien de voorbereiding lijkt dat niet op problemen te stuiten. Vooral voor de zand- en lössgronden ligt er een 'stevige taakstelling', zoals Verburg het noemt.
Nitraatgehalte gehalveerd
Het nitraatgehalte in de bovenste meter van het grondwater is sinds 1992 gehalveerd. Onder veengrond wordt de norm van minder dan 50 milligram per liter gehaald. Dat geldt ook voor driekwart van de kleigronden. Op 80 procent van de zandpercelen wordt de norm overschreden.
Te veel fosfaatverlies
Bij fosfaat treden ook nog te veel verliezen op, constateert Verburg. De fosfaatvoorraad op bouwland is de afgelopen tien jaar met 8 procent gestegen. De waardering van de voorraad is in het plan uitgedrukt in de klassen laag, neutraal en hoog. Circa 38 procent van het areaal van 940.000 hectare (inclusief 240.000 hectare maïsland) zit in de klasse hoog (Pw-getal > 55).
Stikstof op zand
Op zand- en lössgrond gaat de werkingscoëfficiënt van varkensdrijfmest omhoog. Dit jaar geldt nog 65 procent, tot en met 2013 wordt dat 70 procent. Bij een zorgvuldige bemesting – uitgereden aan het begin van het groeiseizoen en goed ingewerkt – hoeft dat volgens Verburg geen opbrengst te kosten. Om de doelen van de nitraatrichtlijn te halen, moeten de normen voor uitspoelingsgevoelige gewassen met 30 tot 40 procent omlaag. Om de bedrijven de kans te geven om hierop in te spelen, gelden normen voor uitspoelingsgevoelige gewassen pas in het vijfde actieprogramma, dat ingaat in 2014.
Bemestingsnormen
Vooralsnog gelden voor 2010 en 2011 dezelfde bemestingsnormen als in 2009. Voor 2012 en 2013 dalen de normen voor diverse gewassen, vooral groentegewassen, met 5 tot 10 kilo per hectare. Als in 2012 de waterkwaliteit niet verbetert, kunnen verdere maatregelen volgen.
Het plan noemt het verder aanscherpen van de gebruiksnormen, een verdere verhoging van de werkingscoëfficiënt van dierlijke mest, een verlaging van de gebruiksnorm voor dierlijke mest of een combinatie van de drie. Het is zelfs mogelijk dat de gebruiksnorm voor dierlijke mest op nul wordt gesteld.
Meer stikstof op klei
Bij de stikstofbemesting op kleigrond laat Verburg de teugels juist wat vieren. De stikstofnormen blijven gelijk. Ondernemers die erin slagen om bovengemiddelde opbrengsten te halen, kunnen extra bemestingsruimte krijgen. Ligt de opbrengst van frietaardappelen op kleigrond boven 50 ton per hectare, dan kan een extra stikstofgift van 30 kilo per hectare worden toegekend. Bij suikerbieten op kleigrond is de grens een opbrengst van 75 ton per hectare. De grenzen gelden voor de opbrengsten op bedrijfsniveau, exclusief tarra.
LTO claimt deze hogere gebruiksnormen voor elkaar te hebben gekregen. 'Het is teelttechnisch noodzakelijk en milieutechnisch verantwoord', zegt Antoon Vermeer van LTO Bodem, water en lucht. Hij geeft toe dat het voor een aantal bedrijven lastig wordt om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden nu de fosfaatnormen omlaag gaan.
Fosfaat
De hoogte van de fosfaatnorm is de komende jaren afhankelijk van de fosfaattoestand, zie tabel. Akkerbouwers moeten met een bemestingsonderzoek aantonen dat recht hebben op een bemesting volgens de klassen laag of neutraal. Wie geen onderzoek laat doen, valt automatisch in de klasse hoog. De grens tussen de klassen laag en neutraal ligt bij een Pw-getal van 36. Er blijft in het vierde actieprogramma ruimte voor een ruimere fosfaatgebruiksnorm tot 120 kilo fosfaat per hectare op fosfaatarme grond (Pw-getal < 25).
Fosfaattoestand | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
Hoog | 85 | 75 | 70 | 65 | 55 | 55 | 50 |
Neutraal | 85 | 80 | 75 | 70 | 65 | 65 | 60 |
Laag | 85 | 85 | 85 | 85 | 85 | 80 | 75 |
Veranderingen in gebruiksvoorschriften
In het vierde actieprogramma wijzigt een aantal gebruiksvoorschriften.
- Per 2010 mag tussen 16 september en 15 oktober stikstofkunstmest worden gestrooid op winterkoolzaad en graszaadteelt roodzwenk en veldbeemd (vanaf tweede jaar). Op tulp mag het van 16 januari tot 1 februari. Nu geldt een verbod van 16 september tot 31 januari.
- Volgend jaar mag drijfmest uitrijden als stuifbestrijding alleen nog op Texel.
- Wintertarwe, wintergerst en triticale mogen ook als vanggewas.
- Grasland scheuren voor ontsmetting voor de aansluitende lelie- en gladiolenteelt mag vanaf 1 augustus. Op 15 september moet een vanggewas zijn gezaaid.
- Kunstmest strooien op bevroren grond mag als het die dag opdooit.
- Per 2012 mag drijfmest uitrijden van 1 februari tot 1 augustus. Het mag tot 1 september bij teelt van een groenbemester of als in het najaar bollen worden geplant. Nu geldt nog 15 september op klei en 1 september op zand en löss.
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Ruud Ploeg