Peenteler vreest concurrentie Israël
Het ochtendprogramma is onderwerp van gesprek. Vooral het verhaal van de Israëlische peenhandelaar Gal Nadan oogst verwondering of beter gezegd, boezemt een tikkeltje angst in. Want de Israëli's kunnen jaarrond leveren. Vers nog wel. 'Onze export is de afgelopen drie jaar enorm toegenomen. Hoofdzakelijk naar Rusland toe', vertelt Nadan aan een volle zaal.
Export fors gegroeid
Was het drie jaar geleden nog 30.000 ton, nu ligt de export tussen de 120.000 en 130.000 ton. De wortelen worden verpakt in plastic zakken van 18 kilo, waarna de consument ze per stuk kan kopen. Dat stamt nog uit de tijd dat Russen het minder goed hadden. 'Wortelen horen thuis in de Russische keuken. En als je geen geld had, kocht je maar een of twee wortelen.' Rusland is dus een belangrijke afzetmarkt voor Israël. Dat is een beetje ten koste gegaan van de Nederlandse peenexport naar het oosten.
Areaal 3.000 hectare
Israël kent drie teeltgebieden met 3.000 hectare gangbare peen: het Noorden, het Midden en het Zuiden. Samen goed voor 300.000 ton wortelen, waarvan 22.000 ton biologisch afkomstig van 330 hectare. Zo'n 85.000 ton wordt verkocht op de lokale markt, bijna 30.000 ton op de vrije markt.
Er wordt van juli tot en met januari gezaaid. Nadan: 'De vroege peen brengt 60 tot 70 ton per hectare op. De late oogst in september-oktober loopt op van 70 tot 90 ton per hectare. Het ras Nairobi spant de kroon met 140 tot 150 ton per hectare.' De zaal is onder de indruk.
Verse grond
Handelaren verwachten een sterke groei van het biologische segment. De biologische peen uit Israël is vooral bestemd voor de West-Europese markt. Waarom de Israëlische biologische wortelconsumptie op 220 ton blijft steken, is onbegrijpelijk. In 2005 ging 900 ton naar Duitsland. Dat was dit jaar al 18.000 ton. De Israëlische boeren voorzien van maart tot en met juni Duitsland van verse peen. Dat lukt de Nederlandse teler niet. Zijn oogst van oktober en november gaat in de koeling, maar kan niet met vers concurreren.
Nadan roept de telers in de zaal op hierover na te denken. Toch zal het niet meevallen de concurrentie aan te gaan. Israël kan flexibel inspelen op marktontwikkelingen. 'Wij zaaien wat de markt vraagt. In het zuiden van ons land is altijd verse grond. We gooien er 40 tot 50 kuub compost op en 140 dagen later oogsten we wortelen. Mits er irrigatie ligt.' Ook dat laatste is volgens de Israëliër zo gedaan. 'We schuiven de boel zo een stukje op.'
Water grootste probleem
Daarmee komt hij op het grootste probleem dat het land uit het Midden-Oosten kent: water. De winter kent 22 regendagen, de rest hangt af van irrigatie. Maar ook dat vraagstuk is voor een deel getackeld, want ze hebben het bevloeiingssysteem destijds zelf uitgevonden.
Kwaliteit verbeteren
Nederland is niet belangrijk als koopland voor peen, vindt handelaar Nadan, maar als handelsland tellen we wel degelijk mee. Volgens hem moeten Nederlandse telers zich realiseren dat peen van twee weken oud beter is dan onze producten van vijf of zes maanden oud. Aan de kwaliteitskant is er dus nog wat te verbeteren. 'Nederlanders wassen een oud product. Peen van vijf maanden oud wordt gewassen en geborsteld, maar de wortel heeft dan geen energie meer om een nieuwe huid te vormen.'
Hydrokoelers
In Israël worden veel proeven gedaan met polish en er wordt water met chloor gebruikt om bacteriën te bestrijden. Spoelwater wordt constant gemeten en er wordt gebruik gemaakt van hydrokoelers. Daarmee wordt de peen afland bij 35 graden in de zomer direct gekoeld tot 1 à 3 graden. De laatste behandeling doen de sproeiers op de transportband. Uiteindelijk wordt het spoelwater drie, maximaal vier dagen gebruikt.
Iemand uit de zaal vraagt zich af hoe het met de certificering zit van met chloor behandelde peen. 'Chloor is een natuurlijk product, niet chemisch. Of het in de biologische teelt mag, wordt nog bediscussieerd, maar de met chloor behandelde peen is alleen bestemd voor Israël', legt Nadan uit.
Tekst: Clarisse van der Woude
Beeld: Ellen Meinen