‘Toekomstige veranderende werkprocedures nu al essentieel bij keuze nieuwe zaaimachine’
Naast gewasbescherming en bodembewerking vormt het zaaien een van de belangrijkste onderdelen bij de teelt van gewassen. Uiteindelijk vormt goed zaaiwerk de basis voor de uiteindelijke gewasdichtheid en -ontwikkeling. Naast de keuze van het juiste zaaigoed, speelt de gebruikte zaaitechniek daarbij ook een zeer belangrijke rol. Daarbij dient de focus te liggen op een uniforme korrelverdeling over de akker, gecombineerd met een nauwkeurige en constante diepte.
„Deze parameters spelen een doorslaggevende rol bij de uiteindelijke opbrengst.” Dat stelt professor Yves Reckleben. Hij is aan de universiteit van het Duitse Kiel gespecialiseerd in de vakken landbouwtechniek en veldmanagement. Met deze achtergrond analyseert hij de nieuwe zaaitechnieken die op de komende Agritechnica in Hannover worden gepresenteerd.
Gelijktijdig
Reckleben signaleert dit jaar een trend in het gelijktijdig zaaien van zaad en meststoffen. In sommige gevallen zelfs van verschillende gewassen, om zo te voldoen aan de vereisten van de gelijktijdige teelt van meerdere gewassen, zoals onderzaai. Hij onderstreept dat bij deze combizaadtechniek de distributie van het zaad en de meststof heel nauwkeurig dient te gebeuren. Zowel zaad als meststof dienen op de juiste plek terecht te komen.
Kouterdruk
In de afgelopen jaren waren veel innovaties gericht op een nauwkeurige diepteligging van het zaad, vooral bij precisiezaaien. Bij de zaaimachines die dit jaar op de Agritechnica worden gepresenteerd ligt de nadruk op een automatische aanpassing van de kouterdruk. Dit wordt gemeten door de naloopdrukrollen.
Dit betekent dat als de weerstand van de grond verandert, de kouterdruk zich automatisch aanpast. Dit garandeert een homogene diepteligging van het zaad, wat uiteindelijk leidt tot een uniforme veldopkomst en gelijke gewassen. Volgens professor Reckleben dient de akkerbouwer steeds te streven naar een maximale precisie en een zo laag mogelijke variatiecoëfficiënt bij de verdeling van het zaad in de lengterichting.
Mechanische onkruidbestrijding
Een akkerbouwer die onkruid in zijn teelt zoveel mogelijk mechanisch wil bestrijden, dient te kiezen voor gewassen die zijn voorbereid op mechanische teelt. Een gelijkmatige opkomst is bij alle gewassen een belangrijk punt om mechanische werkzaamheden in de na-opkomstfase mogelijk te maken. Deze werkzaamheden omvatten rollen na het zaaien om kieming en opkomst te bevorderen, eggen om de grond te beluchten bij korstvorming, schoffelen tussen de rijen en, afhankelijk van de afstand tussen de korrels in de rij, ook tussen de planten in de rij.
Huidige status en vooruitzichten
Zaaitechnologie is vandaag de dag nog krachtiger en effectiever dan jaren geleden. De eisen van de gebruiker hebben er toe geleid dat voor veel machinefabrikanten elektronische regeling van de zaaddosering de rood draad vormt bij de technische ontwikkelingen. Extra prioriteit bij de doorontwikkeling van de machines genieten een extra nauwkeurige plaatsing van meststoffen of microkorrels en een uniforme diepteplaatsing aangepast aan de bodemomstandigheden. „Een juiste technologie is essentieel voor een efficiënte, succesvolle en kosteneffectieve teelt.
Veranderende omstandigheden
De omstandigheden ter plaatse en de toekomstige vereisten wat betreft groei en veranderende weersomstandigheden, zijn nu al bepalende factoren met betrekking tot de investeringen in machines.” Daarom adviseert professor Reckleben akkerbouwers om nu reeds na te denken over toekomstige (gewijzigde) werkprocedures, vooral bij investeringen in nieuwe zaaitechnologie. „Zo betekent een grotere afstand tussen de zaairijen bij zaaimachines, minder eenheden, een hogere rijsnelheden en voordelen op het gebied van mechanische onkruidbestrijding. Bij precisiezaaien, vooral van maïs, gaat de trend in de richting van smallere afstanden tussen de zaairijen en kleinere hoeveelheden kunstmest onder de wortel. Dit betekent meer eenheden per meter werkbreedte.”
Als voordelen van een smallere afstand tussen de zaairijen wijst Reckleben op een betere verdeling van de beschikbare ruimte en beworteling, een lager risico op erosie en minder stikstofresten (-uitspoeling) na de oogst.