‘Op zandgrond wil alles groeien, zelfs uien’
Homogeen perceel
Dit perceel heeft de akkerbouwer zorgvuldig uitgezocht. 'Voor de uienteelt moet het perceel homogeen zijn, met een goede afwatering en ontwatering. Uien mogen niet in het water liggen.' Een lage onkruiddruk is een voordeel. 'In zo'n open gewas moet je alert zijn bij de onkruidbestrijding. Ik had het goed onder controle, maar als de uien gaan strijken, valt het gewas weer wat open. Je wilt niet weten hoe snel het onkruid zich dan weer ontwikkelt.'
De uien staan in Drenthe in elk geval op verse grond. 'Op dit perceel zijn nooit uien geteeld', zegt Otten. 'Problemen met witrot zijn hier niet en de meeldauwdruk is erg laag.'
Bouwplan
Otten teelt zetmeelaardappelen, suikerbieten, cichorei, spinazie, graan en maïs. Hij zocht andere teelten in aanvulling op het bestaande bouwplan. 'Als je altijd blijft doen wat je hebt gedaan, dan weet je wat je hebt. Dat kan genoeg zijn voor de toekomst. Maar ik wil meer dan alleen op de winkel passen.'
De akkerbouwer vroeg zich af waarom in Drenthe geen uien werden geteeld. 'In de groentetuin groeien ze ook prima en ze blijven zeker tot het voorjaar hard.' Daarom informeerde hij bij Agrifirm wat de mogelijkheden van uienteelt op zandgrond zijn. Hij was niet de enige. Nog enkele telers stelden vragen over de uienteelt. 'Agrifirm pakte de handschoen op en bracht ons bij elkaar. Zo begon het avontuur.' Het afgelopen voorjaar zaaiden ze samen 80 hectare uien in.
Dure teelt
Ondanks de goede voorbereiding is het oppakken van de uienteelt niet zonder risico, realiseert Otten zich. 'Zowel teelttechnisch als financieel lopen we risico. De uienteelt is een dure teelt.' Dertig jaar geleden stonden in dezelfde regio ook uien. In 1977 begon Agrico met het sorteren en verpakken van uien en enkele Drentse leden van de toen nog jonge coöperatie stapten in de teelt. Dat hield niet lang stand. De afzet verliep moeizaam door problemen met een te losse huid.
Otten denkt dat de problemen van toen grotendeels hadden kunnen voorkomen dankzij betere rassen en een veranderde grondsoort. 'Dertig jaar geleden was het nog een zure veengrond, waar vooral zetmeelaardappelen wilden groeien. Dat is veranderd. Het is nu eerder een humusrijke zandgrond, waarop alles wil groeien. Uien moeten ook lukken. Door veredeling zijn er nu rassen die het op zandgrond prima doen. In de Noordoostpolder groeien ook uien op zandgrond.'
Teelt moet ontwikkelen
Een nadeel van de nieuwe teeltregio is dat het ontbreken van infrastructuur. Zo hebben de loonwerkers niet de juiste machines en is de handel er niet vertegenwoordigd. 'Dat moet zich nog ontwikkelen. Maar problematisch is het niet. Voor de teeltbegeleiding kwam iemand uit Emmeloord. Een loonwerker uit de Noordoostpolder kwam hier in twee uur heen gereden om de uien te zaaien.' Een loonwerker in Groningen schreef de Drentse telers aan om hun uien te zaaien. 'Goede zaak. We zijn er met zijn allen bij gebaat dat erin wordt geïnvesteerd. Als hier eerst maar eens een duizend hectare staat, dan gaat alles en stuk gemakkelijker.'
Zelf heeft Otten een uienlader gekocht. 'Een buurman gaat ze rooien, maar voor het opladen wil ik niet op de loonwerker wachten. Als ik het hele jaar m'n best heb gedaan om mooie uien te telen, wil ik niet dat het aan het eind mis gaat omdat ik afhankelijk ben van derden.'
Op het eigen bedrijf heeft Otten de mogelijkheid om de uien op te slaan. 'Als het nodig is, kan ik vrij eenvoudig een vak afzetten voor de uien. Er zijn nog enkele telers die de uien goed kunnen opslaan. Een enkeling heeft al aangegeven desnoods de zetmeelaardappelen buiten op te slaan en de uien in de bewaarplaats te rijden. Maar in principe zitten de uien in een pool en leveren we afland. Er is geen reden om daarvan af te stappen.'
Hoopvol
De telers zijn op een goed moment begonnen. Tot eind augustus noteerden de beurzen rond 15 cent. Otten blijft er nuchter onder. 'In een jaar tijd schrijf je geen successtory. Vorig jaar was de prijs in deze periode 5 cent. Je moet succes afdwingen, maar garanties krijg je niet.' Maar juist omdat de export de prijs bepaalt, ziet de uienteler toekomst in de uien. 'Een paar duizend hectare extra in Drenthe bederft de markt niet. En als het goed blijft gaan, hebben we er wel een mooi gewas bij.'
'Ze zijn knetterhard'
Drentse akkerbouwers telen dit jaar in totaal 80 hectare zaaiuien, in onder meer Geesbrug, Peest, Witteveen, Valthermond en Eerste Exloërmond. 'De doelstelling was om redelijk kilo's te oogsten. Dat lijkt te lukken', zegt Luuk Kok, uienspecialist van Agrifirm. Met collega Fokko Prins begeleidt hij de Drentse telers en hij coördineert oogst en afzet.
Het rooien is vorige week begonnen. '50 ton gemiddeld is haalbaar. De kwaliteit is goed, de uien zijn knetterhard. De kleur is ook goed. Stel dat ze wat grauwer zijn door de zwarte grond, dan is dat geen probleem. We hebben gekozen voor Vision en Centro, rassen met een velletje extra. En op zandgrond geven deze rassen harde uien.'
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Harma Drenth