Voorjaarswerk vlot verlopen
Te vroeg buitje kost bietenplanten
Rond Pasen zijn de suikerbieten van Johan Punter en Bart van Loon in Slootdorp gezaaid. Ze telen twee rassen, Coyote en het nieuwe ras Emilia. Beide rassen presteren goed in de rassenlijst.
Op het ene perceel staan de bieten heel goed, op een kleiner perceel van 5 hectare valt het tegen. Het laatste half uurtje werd in de regen gezaaid. Dat buitje kwam te vroeg. Er kwam een korstje op de grond. 'Zo'n twee weken na het zaaien telde ik 55.000 planten per hectare', zegt Van Loon. De dagen daarna viel er nog wat lichte regen, waardoor het korstje wat zacht werd. Vier dagen later kwam Punter bij de telling op 65.000 bietenplanten per hectare. 'Veel meer komen er niet meer bij', zegt hij. 'Je gaat er toch vanuit dat je van de 100.000 zaadjes zo'n 80.000 overhoudt. Maar nu heeft een deel lang moeten strijden. Ze hebben niet meer de energie om boven te komen.'
Veel zorgen maakt hij zich niet. 'Met 70.000 planten kun je ook nog een beste baan bieten hebben. Bieten compenseren veel, overzaaien kan niet snel uit. Je maakt extra kosten, mist groeidagen en je loopt bovendien dan nog een keer het risico van een slechte opkomst.'
'Bieten zijn geremd door bespuiting'
Eigenlijk zou Robbert Krol in Bronnegerveen de tweede zaterdag in mei de vierde LDS-bespuiting op de suikerbieten uitvoeren. Dat heeft hij niet gedaan. 'Het was gek genoeg. De bieten zijn aardig geremd', zegt hij.
Het perceel was begin april gezaaid. De eerste bespuiting volgde 18 april, met Corzal, Goltix, Tramat en olie; de tweede en derde bespuiting volgden steeds een week later. Van elk middel spoot hij een halve liter per keer, behalve van Corzal en olie. Daarvan spoot hij de eerste keer een liter, de tweede keer 0,75 en daarna 0,5 liter. 'Het had de tweede keer ook wel een halve mogen zijn', zegt Krol.
Hij koos voor een hogere dosering omdat hij ervan uitging dat de onkruiden afgehard zouden zijn door het weer. Achteraf bleek het teveel. 'We spuiten met Airtec. De bieten staan kleiner dan bij een collega, die twee keer heeft gespoten.'
Krol verwacht dat ze relatief snel weer bijtrekken. 'Op 6 mei heeft het nog 20 millimeter geregend, het weekend daarna ging de temperatuur weer wat omhoog. Met dat weer groeien ze weer snel door en kan de vierde lage dosering erop. Ach, er kan nog van alles gebeuren. Ze staan er goed op en ze zijn schoon. Het onkruid is onder controle.'
Kattenstaart met hak te lijf
Anton Koenraadt (geen familie van biologische teler in Dinteloord) mag dan de 80 gepasseerd zijn, hij geniet nog altijd van het werken in de buitenlucht. Met de hak gaat hij de onkruiden aan de rand van een bietenperceel te lijf. Het is vooral kattenstaart, of heermoes, dat daar de kop op steekt. 'Rotspul. Ik moet er verscheidene malen met de hak bijlangs en dan nog is het niet weg.'
De rest van het perceel oogt mooi schoon, op wat grasplantjes na. 'Die pakken we straks nog wel een keer met Focus', zegt zoon Alwin Koenraadt.
Tot dusver is de akkerbouwer in Kruiningen goed te spreken over de groei van het gewas. Hij heeft de bieten op 3 april gezaaid en nu, ruim een maand later, staan ze in het zesbladstadium. Het ras is Theresa, een nieuwkomer op het bedrijf. Koenraadt koos voor het dubbelresistente ras omdat hij vorig jaar de indruk had dat planten wegvielen door aaltjes. 'Ik neem het zekere voor het onzekere nu dit soort rassen in opbrengst niet meer onderdoen voor andere rassen.'
Wat hij met de heermoes aan moet weet hij nog niet. 'Het wordt hier echt een serieus probleem. Ook Roundup heeft er geen enkele vat op. Misschien moet ik graszaad telen, zodat ik ze herhaaldelijk met MCPA op de kop kan geven.'
Patentkali levert bloemige aardappel op
De eerste aardappelen heeft Piet Goffe Hoitsma al gefreesd. 'In de regel zijn we hier wat later dan in de rest van het land', zegt de akkerbouwer in Franeker. De regio staat bovendien bekend om z'n taaie grond. 'Dit jaar ging het heel mooi.'
Hoitsma teelt 30 hectare pootaardappelen. Eigenlijk is het dubbeldoelteelt, zegt hij. 'We verkopen jaarrond nogal wat aardappelen aan huis. De aardappelen kleiner dan 45 millimeter gaan weg als pootgoed, daarboven als consumptie. De kopers krijgen bij ons dus geen kleintjes. Dat vinden ze een voordeel.'
Hoitsma verkoopt aan huis vooral de rassen Eigenheimer, Irene en Bildtstar. Dit jaar heeft hij ook Doré, een wat vroegere aardappel. Om de kwaliteit van de consumptieaardappelen te verbeteren, strooit Hoitsma vlak voor het frezen nog 200 kilo patentkali over de aardappelen. 'Daarmee krijgen ze nog wat magnesium. Of het echt veel effect heeft, weet ik eigenlijk niet. Maar zolang ik het doe, heb ik nog geen slechte aardappelen gehad. Ze worden er wat bloemiger van. Een enkele keer vinden mensen ze te bloemig. Het is misschien maar net waarmee je bent opgegroeid.'
'Zo'n voorjaar is gewoon relaxt werken'
De voorkiemzakken van Ane van Straten in Slootdorp kunnen weer worden opgeborgen tot volgend jaar. Het pootwerk zit erop. 'Mooi vroeg. We zijn ook wel eens pas in mei begonnen. Met zo'n voorjaar als dit is het gewoon relaxt werken.'
De laatste aardappelen gingen op 1 mei de grond in. Als Van Straten pootgoed genoeg had gehad, was hij eerder klaar geweest. 'Voor de laatste halve hectare had ik nog 600 kilo. Dat is toch wat weinig. Ik moest nog wat Santé bijkopen.'
Omdat het om een strook midden op de kavel ging, was bij het pootklaar maken van het perceel de grond ondiep bewerkt met de rotorkopeg. Daarmee wist Van Straten precies hoeveel meters hij moest overslaan. Op 1 mei werd de strook voor het poten nogmaals bewerkt, maar toen dieper. In twee keer klaarmaken betekent extra sporen, maar Van Straten verwacht daarvan niet veel negatieve effecten. 'De grond was goed droog. Onder de trekker hadden we dubbellucht, daarmee viel de druk ook mee. Eigenlijk moet je het dan misschien met smalle banden doen, maar in de losse grond is het dan erg lastig om de trekker goed recht te houden.
Vlotte opkomst dankzij voorkiemen
De Seresta's staan mooi boven. Jan Hovius in Nieuw-Balinge bekijkt het resultaat van de onkruidbestrijding met Sencor op het perceel van zijn zwager. Beiden hebben een eigen akkerbouwbedrijf, maar hebben de machines gezamenlijk en doen ook de werkzaamheden gezamenlijk. Hovius is parttime akkerbouwer en heeft 30 hectare zetmeelaardappelen.
'De bespuiting heeft prima gewerkt. Na opkomst spuiten we nog met Titus, of met Basagran als in een perceel veel zwarte nachtschade staat. Die nachtschade moeten we in de gaten houden, want door de warmte in april is dat er eerder dan andere jaren.'
De Seresta's waren de eerste zetmeelaardappelen die de beide akkerbouwers pootten, direct na Pasen. De vlotte opkomst is volgens Hovius te danken aan het voorkiemen. 'Het was maat 28-35 en die kiemen we al jarenlang voor in ouderwetse, kleine voorkiembakjes. Bij de vroege Seresta's heb je daar het meeste effect van.'
De laatste aardappelen gingen de tweede week van mei de grond in, op een huurperceel van een melkveehouder. 'Donderdag werd het gras gemaaid om in te kuilen, zaterdag is het gefreesd, maandag geploegd en meteen daarna de aardappelen gepoot.' Ook daar staat Seresta. 'Op zo'n laat perceel poot ik het liefst een relatief vroeg ras.'
Drainbuis houdt greppel open
Martijn Dingemans loopt met een arm vol drainagebuizen tussen de aardappelruggen door. De akkerbouwer in Heijningen heeft net greppels gefreesd en legt er nu een stuk buis in op de plekken waar ze de spuitpaden kruisen. Op die manier hoopt hij dat het water beter wegloopt, ook als de spuitmachine de sleuven weer dichtrijdt. Het kost hem bijna een dag om het 30 hectare grote perceel van buizen te voorzien. Dat heeft hij er wel voor over. 'Alle gewassen zitten in de grond, dus ik heb wel even tijd. Het liefst zou ik het perceel willen kilveren, maar daar is het perceel te groot voor en de toplaag te dun. Dat gaat niet zomaar. Ik ben benieuwd hoe dit werkt, al hoop ik eigenlijk dat ik het voor niks doe. Van mij mag het droog blijven.'
Dingemans is tevreden met de start van zijn aardappelen. De Markiezen op dit perceel beginnen net door de rug heen te prikken. Ook de rest van zijn 75 hectare aardappelen gaat goed van start. De bodemherbiciden hebben hun werk goed gedaan. Dat is mede te danken aan de goede structuur. 'De grond is prachtig. Er komt zoveel vocht van onderen, dat de ruggen 's morgens nat zijn.'
Dun planten om dikke uien te rooien
Ico Dam bekijkt met Dries Zevenbergen van CAV Agrotheek de plantuien van maatschap Ico en Jaap Dam in Wieringerwerf. Twee weken na het planten staat 95 procent boven de grond. 'Wat er nu nog niet is, blijft te klein', zegt Dam.
Hij teelt de uien voor de maat 60 tot 85 millimeter. Daarvoor is een contract afgesloten met Smit's Uien in Den Haag, een groot uiensnijbedrijf. Zevenbergen: 'Smit zocht zekerheid in aanvoer. Ze willen graag plantuien omdat door het hogere drogestofgehalte het gesneden product drie, vier dagen langer houdbaar is.'
Zevenbergen zette drie jaar geleden de contractteelt op. Dit jaar is het 80 hectare, waarvan Dam 14 teelt. Het eerste jaar rooide hij 60 ton uien in de goede maat. Vorig jaar was het 50 ton, doordat het te lang droog bleef in het voorjaar. 'We moeten 55 tot 60 ton in de maat hebben', zegt Dam. 'Daarom planten we maximaal 1.500 tot 1.600 kilo plantgoed van het ras Sturon; de best bewaarbare plantui.'
De uien gaan voorgesorteerd de schuur in. Dam heeft van februari tot april afgeleverd. Van de oogst van dit jaar gaat in totaal 1.100 ton in de mechanische koeling, vertelt Zevenbergen. 'Voor levering in april, mei en juni.'
Ideaal voorjaar voor schoffel en eg
Geconcentreerd tuurt Jan Koenraadt naar het richtpunt op zijn schoffelgarnituur. De biologisch akkerbouwer in Dinteloord rijdt voor de derde keer met de schoffel door zijn plantuien, die er prachtig schoon uitzien. 'Het is een ideaal voorjaar voor mechanische onkruidbestrijding. Je krijgt niet elk jaar de gelegenheid om zo vaak door je gewassen te rijden.'
Koenraadt heeft de eerste uien, van het ras Jetset, begin maart geplant. Daar staat een flink gewas op. De wat latere rassen Centurion en Sturon zijn minder ver ontwikkeld. Zo kan hij straks gespreid leveren.
Koenraadt heeft sinds de omschakeling naar biologisch in 2000 zijn onkruidbestrijding steeds verder geperfectioneerd, om zo min mogelijk handmatig te moeten wieden. Direct na het planten drukt hij de grond aan met cambridgerollen, die de kluitjes te breken. Hierdoor kiemt het onkruid beter.
Vlak voor opkomst van de uien volgt een bewerking met de eg. 'Dat noemen we blindeggen. Daarmee raak je al veel onkruid kwijt.'
Een andere cruciale stap is de eerste schoffelbewerking. 'Voor alle gewassen geldt dat die voldoende diep moet zijn. Zodanig dat je denkt: 'het ziet er niet uit'. Als ik dat niet doe, heb ik bij de vervolgbewerkingen te weinig losse grond. Je moet de grond namelijk in beroering kunnen brengen.'
Tekst: Egbert Jonkheer
Freelance akkerbouwredacteur met focus op duurzame teelt. Ging na zijn opleiding Landbouwplantenteelt in Dronten en Wageningen aan de slag in de landbouwjournalistiek. In 2006 begon hij als zzp’er en is sinds die tijd nauw betrokken bij het vakblad Akkerwijzer. Het liefst is hij in het veld, om te praten met telers en onderzoekers, in binnen- en buitenland.
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Dick Breddels, Egbert Jonkheer, Susan Rexwinkel, Harry Tielman, Anne van der Woude