Vorst in de grond
In de kuil is duidelijk te zien dat de bouwvoor tot een diepte van 10 tot 15 centimeter bevroren is geweest. 'Bevriezen is een mechanisch proces', legt Ter Berg uit. 'Het water tussen de kleiplaatjes bevriest, waardoor het uitzet. De kleideeltjes springen als het ware uit elkaar.'
Water in de grond
Hoe diep de vorst in de bodem dringt, hangt uiteraard van de temperatuur af, maar ook en vooral van de hoeveelheid water in de bodem. Hoe natter de grond, hoe dieper deze bevriest. Vandaar dat in zuidelijk Flevoland gedurende de vorstperiode in januari de laag bevroren grond varieerde van 12 tot 20 centimeter. Water geleidt warmte goed, waardoor de vorst snel de bodem indringt.
Toch heeft bevriezing van natte plekken maar weinig effect. Ter Berg: 'Een goede ontwatering blijft de basis als het om bodemverbetering gaat." Om verdichte lagen, zoals een ploegzool, door bevriezing open te breken, moet het streng en langdurig vriezen.
Vorst is ideaal om de bovenlaag te verbeteren. Deze wordt prachtig rul, zodat in het voorjaar met een minimale bewerking een zaaibed te maken is. Voorwaarde is wel dat na de vorst niet te veel regen valt. De fijne grond spoelt namelijk ook weer gemakkelijk dicht. Vorst, bij voorkeur eind februari, gevolgd door droogte is het best.
'Vorst is niet goed voor de grond'
'Vorst is goed voor de grond. Dat lijkt heel logisch, maar het is niet waar', beweert Jan Bokhorst, onderzoeker bodem en bemesting bij het Louis Bolkinstituut. 'Net als bij intensief frezen verdwijnt alle samenhang uit de bodem. Hierdoor kan de grond na hevige regenval extra verdichten. Een bijkomend nadeel van bevroren grond is dat de bovenlaag eerder klaar is om te worden ingezaaid. Soms wordt al over het land gereden als de ondergrond nog veel te nat is. Daardoor ontstaat extra verdichting.'
Bokhorst hecht meer waarde aan een stabiele, losse bodemstructuur die het resultaat is van een actief bodemleven. 'Een dicht gewas of een mulchlaag in de winter zou veel beter zijn voor de grond. De vorst gaat dan minder diep de grond in, de structuur wordt minder beschadigd en er vriest minder bodemleven dood. De natuur geeft het voorbeeld. Een gewas of mulchlaag is in de praktijk natuurlijk meestal niet mogelijk.'
Droogteperiode
De visie van Bokhorst staat haaks op die van de meeste boeren. Zij vinden dat het tijd werd dat de grond weer eens lekker doorvroor. Dat er als bodemverbeteraar niets gaat boven een droogteperiode, daar is iedereen het wel over eens. Voorlopig zien veel akkerbouwers uit naar de mogelijkheid van een egaliserende bewerking over de bevroren grond. Vooral op percelen die erg grof en ongelijk liggen is het zinvol met de cultivator een egaliserende bewerking uit te voeren als de bovenlaag bevroren is. De grond laat zich zonder insporing berijden en krijgt na het uiteenvallen nog tijd verder te verweren.
Hierdoor ontstaat voor fijnzadige gewassen een gunstige uitgangssituatie. Langzaam rijden is aan te bevelen. Niet alleen vanwege een gelijkmatige bewerkingsdiepte, maar ook om de werktuigen heel te houden. Staal wordt immers brosser als het afkoelt. Woelpoten en cultivatortanden breken gemakkelijker bij lage temperaturen. Andere werkzaamheden tijdens een vorstperiode zijn kali strooien en het uitvoeren van bespuitingen tegen onkruid in bijvoorbeeld luzerne en tulpen.
Tekst: Peter Appelman
Beeld: Ingrid Zieverink