Gert Sikken, Suiker Unie: Opvallend, dit jaar zijn verschillen klein

Een jaar met recordopbrengsten, waaraan hebben we dat volgens u te danken?

'Ondanks de relatief late zaai hebben de bieten zich dankzij het warme weer snel kunnen ontwikkelen. Daarna konden ze tot het eind van het seizoen ongestoord doorgroeien. Er volgde een mooie herfst in combinatie met een late oogst. De hoge opbrengsten passen in de stijgende lijn die we al langer zien. Enerzijds lijkt de klimaatverandering voor een warmer voorjaar en dus snelle gewasontwikkeling te zorgen, anderzijds is het een optelsom van factoren, zoals betere rassen en meer aandacht voor ziektebestrijding.'

Zag u opvallende verschillen tussen de regio's?

'De opbrengsten op de noordelijke zand- en dalgronden waren relatief hoog, doordat de bieten voldoende water hebben gehad. Verder was juist de afwezigheid van grote verschillen opvallend. De opbrengst en de kwaliteit waren overal goed.'

In hoeverre heeft de vorst roet in het eten gegooid?

'Voor telers en vervoerders betekende het natuurlijk veel extra werk met afdekken en opladen. Een paar partijen zijn voor een deel blijven liggen. Toch is de campagne ook tijdens de vorstperiode goed verlopen, ook in de fabrieken, dankzij voldoende voorzorgsmaatregelen. In minder dan 2 procent van de vrachten hebben we een vorstcode moeten toekennen. Ofwel: 98 procent was vorstvrij. Ik vind dat een hele goede score.'

Het was een extra lange campagne op twee locaties in plaats van drie. Hoe is dat bevallen?

'Boven verwachting. We hebben 130 dagen campagne gehad tegen 90 dagen voorheen en dat ging zonder grote storingen. Alleen in Dinteloord hebben we anderhalve week op 80 procent gedraaid. Dat is vervelend, maar op een totale campagneduur van achttien weken is dat overkomelijk. Uiteindelijk hebben beide fabrieken een hogere capaciteit gehaald dan gepland.'

Het IRS heeft dit jaar veel aandacht geschonken aan de juiste kopdiepte. Konden jullie dat merken?

'We hebben inderdaad de indruk dat we wat meer kop hebben binnengekregen en dat zien we graag. De hoeveelheid koptarra in de bietenmonsters kwam gemiddeld net onder de 5 procent uit. Dat is een mooie waarde. We kunnen dat echter niet goed vergelijken met andere jaren, omdat we sinds een paar jaar met een andere systematiek werken.'

De vorst betekende voor telers extra werk. Nu de campagne langer duurt, is de kans groter dat telers hiermee te maken krijgen. Is daarmee rekening gehouden in de bewaarpremie?

'We hebben heldere afspraken over de bewaarpremie. Telers die in januari leveren, komen gemiddeld genomen ruimschoots uit de kosten als het vriest. Komt er geen vorst, dan houd je er meer aan over. De temperaturen kunnen echter ook boven de 10 graden uitkomen. Dan zijn de bewaarverliezen groter dan met kou.'

De bietenprijs voor 2008 is vastgesteld op 39,44 euro per ton. Een goed resultaat?

'Ik denk telers hierover tevreden kunnen zijn. Zeker als je bedenkt dat de surplusbieten ook tegen die prijs worden afgerekend. Gecombineerd met de hoge opbrengsten betekent dat gemiddeld genomen een goed saldo. De uitkering op de oude aandelen aan de andere kant valt met 0,25 euro tegen. Dat heeft te maken met vraaguitval en margedruk in de niet-suikeractiviteiten.'

Telers konden de dubbele hoeveelheid bieten leveren tegen de quotumprijs. Wat heeft dat betekend voor het resultaat?

'Uiteindelijk is er 4.000 hectare extra gezaaid. Dat levert ongeveer 50.000 ton suiker op. Achteraf gezien was de maatregel niet nodig. Maar in het voorjaar was het risico te groot dat het quotum niet vol zou komen, vanwege het relatief kleine areaal in combinatie met het late zaaitijdstip. Uiteindelijk heeft de maatregel een neutraal effect. We hebben wel extra suiker, maar die hebben we al grotendeels kunnen verkopen. Een deel van de surplussuiker zullen we doorschuiven. Op de quotumbietenprijs is het niet van invloed geweest.'

Wat verwachten jullie van het areaal in 2009 op basis van de bestellingen?

'We verwachten een vergelijkbaar areaal, ongeveer 73.000 hectare. Bij de rassenkeuze zetten de bestaande trends zich voort: meer suiker per hectare en een groter marktaandeel voor de rassen met resistenties. Het percentage rassen met resistentie tegen het bietencysteaaltje is zelfs verdubbeld, van 6,8 naar 13 procent.'

Hoe zijn de vooruitzichten op de suikermarkt?

'De Europese suikermarkt raakt steeds meer in balans. De zogeheten referentieprijs voor suiker daalt weliswaar, maar de daarmee samenhangende bietenprijsdalingen zien de telers deels gecompenseerd in hun toeslagrechten. De wereldmarktprijs is wisselend, maar wij verwachten dat die op de lange termijn stijgt.'