Biofilter voorkomt gebruik emissiemiddelen
Basis van stro of compost en grond
Basis voor de verschillende typen biofilters is een biomassa. De massa bestaat uit gehakseld stro of compost en grond. De bacteriën in de massa zorgen voor de afbraak van de middelenresten die met het spoelwater meekomen. Het water uit het filter is zuiver, maar is alleen te lozen als het ook wordt bemonsterd. Alternatief is verdamping.
Biobed
Het biobed is bedacht door Zweedse agrariërs. Het bestaat uit een baan in de grond, gevuld met stro (50 procent), turfaarde (25 procent) en grond (25 procent), ingezaaid met gras. Over het bed ligt een rooster, zodat de veldspuit op het bed gevuld en schoongespoten kan worden en het bed het vocht opvangt. Folie onder het bed moet weglekken voorkomen.
Nadeel van dit systeem is dat het afgedekt moet worden om regen uit het bed te houden. Dat zorgt echter wel voor uitdroging van het filter. Ook kent het systeem geen overloop.
Phytobac
Op proefboerderij Vredepeel van PPO wordt het vervuilde water door een zogeheten phytobac gevoerd, een variant op het biobed. In Frankrijk en België lopen ruim dertig projecten met de phytobac.
De phytobac is een waterdicht bassin, eventueel in de grond, waarin het water van de vul- en wasplaats wordt opgevangen. Het ligt bij voorkeur op een zonnige, niet-beschutte plaats en niet te dicht bij een bron of sloot. Overstromen wordt voorkomen door een bufferbak tussen de wasplaats en het bassin. Het bassin heeft een kap om inregenen te voorkomen. Tegelijkertijd is het bassin wel bereikbaar voor machines om de biomassa bij te vullen en te mixen.
Biofilter
Op het PPO-bedrijf in Randwijk staat een compacte versie van het biobed: vier gestapelde duizendlitervaten, die buiten onder een afdak staan. Een systeem met twee bakken is goed voor de verwerking van maximaal 3.000 liter water met 100 gram middel er in. Het water van de wasplaats wordt in het bovenste vat gepompt. De vaten zijn gevuld met een biomassa die bestaat uit 50 procent gehakseld stro, 40 procent potgrond en 10 procent grond. De grond komt bij voorkeur van het eigen perceel, omdat daarin bacteriën voorkomen die de gebruikte middelen eerder hebben verwerkt. Het water sijpelt vervolgens door het filter. In de laatste twee opengewerkte vaten is een laag begroeiing aangebracht. Gras en wilgen moeten voor extra verdamping zorgen.
Met de grassen en de wilgen op het filter is het oppassen geblazen, want bij een te hoge concentratie gewasbeschermingsmiddelen gaat de begroeiing dood. PPO lost dat op door het water eerst door biofilters zonder begroeiing te voeren. De biomassa in de filters gaat lang mee en de proeffilters zijn nog nooit vervangen, maar PPO raadt aan de massa na tien jaar te vervangen. De Werd: 'Af en toe het stro bijvullen is wel nodig, want dat materiaal verrot natuurlijk.'
Stimuleren
Loonwerkersorganisatie Cumela en middelenfabrikant Bayer Cropscience willen de aanleg van biofilters het komende jaar stimuleren. Cumela wil in iedere provincie minimaal één biofilter aanleggen. Onder meer PPO en Agrifirm brengen de filters onder de aandacht door een mobiele demonstratieversie mee te nemen naar open dagen. Bayer en Cumela kijken samen naar het Franse model. 'In Frankrijk is al ongeveer zeven jaar een phytobacsysteem op de markt dat goedgekeurd is door het milieuministerie. We bekijken of we dat idee ook in Nederland kunnen gebruiken', kondigt Henk Messelink van Bayer Cropscience aan.
Franse agrariërs kunnen met subsidie een filter laten aanleggen op basis van een analyse van het bedrijf. De omvang van het filter hangt af van de hoeveelheid water die van de vul- en wasplaats komt, de frequentie en de middelen waarmee wordt gespoten en de benodigde calamiteitenopvang. Messelink: 'Als er bijvoorbeeld een dop losschiet van de tank of de verpakking van een gewasbeschermingsmiddel scheurt. Dat moet het filter kunnen verwerken.'
Geen vergunning
Het phytobacsysteem waarmee Bayer aan de slag wil, is gebaseerd op een betonnen bak van hetzelfde beton dat voor sleufsilo's wordt gebruikt. Er zit een licht- en luchtdoorlatend dak boven tegen de regen en in de bak zit een mengsel van grond van het eigen perceel en stro. Die massa wordt twee keer per jaar gemixed om voldoende lucht in het filter te houden. Er komt helemaal geen water uit het filter, omdat de vegetatie in de phytobac het vocht via verdamping afvoert. 'Zo heb je niets met vergunningen of lozingsbesluiten te maken.'
Franse boeren betalen volgens Messelink tussen de 2.500 en 20.000 euro voor het filter. 'De kosten zijn afhankelijk van de omvang en de automatisering. Er zijn ook voorbeelden van wijnboeren die een collectieve filter hebben en afrekenen per liter vervuild water die ze in het filter brengen.'
Regels en kosten
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt momenteel aan een zogeheten activiteitenbesluit, waarin duidelijk wordt gemaakt wat wel en niet op het erf is toegestaan. Daarin staan ook de regels voor het reinigen van de spuit en de verwerking van water van de wasplaats.
De exacte invulling is nog niet bekend, want de Tweede Kamer buigt zich nog over het ontwerp. Het komt er ruwweg op neer dat de spuit op het perceel schoongespoten mag worden. Opmerkelijk genoeg is schoonspuiten op een hoek van het erf straks toegestaan, mits dat niet vaker dan twee keer per jaar gebeurt en het water niet in een sloot loopt. Frequente gebruikers, zoals loonwerkers, moeten het water van de wasplaats opvangen en afvoeren of reinigen. De regels moeten vóór het eind van het jaar van kracht zijn.
Was- en spoelplaatsen
splaatsen moeten nu al een vloeistofdichte vloer hebben. Een vloeistofdichte vloer is volgens het ministerie 'een goed verdichte betonvloer met een dikte van 15 centimeter'. Bestaande betonnen vloeren kunnen met een brandstofbestendige kunststof deklaag dichtgemaakt worden. Ook een vloer van stelconplaten is zo dicht te krijgen, al raadt het ministerie aan de platen te vervangen door gewapend en verdicht beton. Kosten van een vloeistofdichte vloer starten bij 50 euro per vierkante meter.
Er zijn ook kant-en-klare verplaatsbare was- en spoelplaatsen te koop. De AgraClean is bijvoorbeeld van versterkte pvc-folie en de kleinste (5 bij 2,85 meter) kost bijna 500 euro. Zelf een metalen plaat met een opstaande rand maken is natuurlijk ook mogelijk.
Kosten
Vaste, betonnen wasplaatsen kosten tussen de 500 en 10.000 euro. Een goedkope versie bestaat uit stelconplaten met kitnaden. Wie zelf een wasplaats voor een uitgeklapte spuit maakt, is uiteraard meer beton en geld kwijt. Het water van de wasplaats wordt opgeslagen en gezuiverd voor hergebruik of wordt door milieudiensten afgevoerd.
Het biofilter, dat bestaat uit enkele duizendlitertanks, een pomp en de filterinhoud, kost ongeveer 2.000 euro. Daar komen de kosten voor een plantenbak nog bij. PPO levert de bouwtekening en het recept voor de biomix.
Tekst: Hans van der Lee
Beeld: PPO Randwijk