WUR-onderzoeker: Minimale grondbewerking nog niet overal
Wat voor onderzoek doet WUR aan grondbewerking?
'In de afgelopen jaren hebben we onderzoek gedaan bij biologische boeren die vaste rijpaden gebruiken. Een deel van hen volgen wij nog steeds. Ook werken we samen met biologische boeren die niet meer ploegen. Op PPO-locatie Lelystad is vorig jaar een meerjarige proef van start gegaan waarin verschillende grondbewerkingssystemen met elkaar worden vergeleken, zowel in een gangbaar als biologisch bouwplan. Ook proberen we niet-kerende grondbewerking uit op de zandgrond van ons biologische proefbedrijf in Wageningen.'
Komt de meeste belangstelling voor minimale grondbewerking vanuit biologische hoek?
'Ja. In de biologische sector is van oudsher veel aandacht voor de bodem. Het idee is dat wanneer je de grond zo min mogelijk beroert, er een stabiele bouwvoor ontstaat waarin het bodemleven optimaal gedijt. Mest en gewasresten blijven bovenin het profiel, waardoor ze beter verteren. Dit leidt tot een weerbare bodem en een betere benutting van mineralen. Ook voor gangbare telers zijn dit belangrijke voordelen. Net als de mogelijkheid om tijd en brandstof te besparen.'
De overheid financiert een deel van het onderzoek. Waarom is die bereid er geld in te stoppen?
'De overheid stimuleert een duurzaam gebruik van de bodem. Verwacht wordt dat systemen met minimale grondbewerking onder meer kunnen bijdragen aan meer biodiversiteit in de bodem, minder uitspoeling van meststoffen en lagere broeikasgasemissies.'
Zijn er grote milieuvoordelen te verwachten?
'Daar zijn de meningen over verdeeld. In vergelijking met ploegen bespaart een oppervlakkige bewerking zo'n 25 procent aan brandstof. Daar staat tegenover dat er mogelijk extra bewerkingen nodig zijn voor het wegwerken van een groenbemester of het bestrijden van onkruid. Ook is er een kans dat de emissie van lachgas toeneemt, wanneer het niet lukt om voldoende lucht in de bodem te krijgen. Voor dit sterke broeikasgas geldt: hoe meer zuurstof in de bodem, hoe lager de emissie. Wat dat betreft lijkt het gebruik van vaste rijpaden het gunstigst. Daarvan hebben we aangetoond dat het de emissie met 30 tot 50 procent vermindert.'
Jullie onderzoek heeft ook laten zien dat het gebruik van rijpaden de gewasopbrengst met 5 tot 10 procent verhoogt. Hoe staat het met de interesse bij telers?
'Ik ken zeker twaalf telers die met rijpaden werken. Dat vind ik best veel, gezien de investering die het vraagt in nieuwe machines. De telers zien echter grote voordelen. Naast een betere bodemkwaliteit is dat de vlakke ligging van de grond. Dit geeft een betere uitgangspositie voor mechanische onkruidbestrijding en voor andere bewerkingen.'
Wat zijn de grootste nadelen van vaste rijpaden?
'Het huidige systeem is gebaseerd op een spoorbreedte van ruim 3 meter. Dat geeft beperkingen bij het transport van machines over de weg. Ook is de oogst en de afvoer van het product lastig. Vaak gaat het oogsten op de traditionele manier en wordt er nog gewoon geploegd. Een groep telers bekijkt nu of ze tijdens de oogst op de paden kunnen blijven.'
Tegen welke problemen lopen telers aan die zich bezighouden met minimale grondbewerking?
'Voor biologische telers is het vaak lastig om in het voorjaar een goed zaaibed te maken. Dat heeft te maken met de groenbemester die de bodem in de winter heeft beschermd tegen weersinvloeden. De kunst is om die netjes weg te krijgen en te voorkomen dat hergroei en onkruiden een kans krijgen.'
Hoe ziet het onderzoek op het gebied van minimale grondbewerking eruit?
'Bij telers doen we onder andere metingen aan het brandstofverbruik en de ontwikkeling van meerjarige onkruiden. Daarnaast volgen we de veranderingen in de dichtheid van de bodem en kijken we tot op welke diepte wormengangen voorkomen. De grote proef in Lelystad biedt ons de gelegenheid om vergelijkend onderzoek te doen, iets wat bij telers niet mogelijk is. Daar doen verschillende onderzoekers metingen aan bodem, bodemleven, gewas en milieu.'
Vaak wordt gezegd: minimale grondbewerking kan niet in Nederland, omdat we zoveel intensieve gewassen telen. Hoe ziet u dat?
'Tot op zekere hoogte is dat waar. In de ideale situatie verstoor je de grond helemaal niet. Dat lukt alleen in een bouwplan met uitsluitend maaivruchten. Toch hebben de Duitsers bijvoorbeeld ook goede ervaringen met suikerbieten. Voor dat gewas hoef je niet al te diep de grond in. Aardappelen en peen blijven voorlopig een lastig verhaal. De kunst is om zonder te ploegen en zo ondiep mogelijk te frezen toch voldoende losse grond te krijgen.'
Kan dat?
'We kunnen niet meer op basis van onderzoek in de jaren zeventig volhouden dat minimale grondbewerking niet werkt. We hebben nieuwe technieken, er wordt meer gebruik gemaakt van groenbemesters; de omstandigheden zijn kortom veranderd. Ik denk dat wanneer we vaste rijpaden combineren met minimale grondbewerking, we een heel eind komen.'