Ook ‘blinde doos’ als gebouw verdient een plek
Niet uit de toon
In gebieden met bijzondere historische landschappen zijn gemeentes er op gebrand om nieuwe gebouwen zo min mogelijk uit de toon te laten vallen bij de bestaande bebouwing. In de welstandsnota staan duidelijke eisen, zoals de toegestane kleurstellingen en maximale goot- en nokhoogtes. Maar buiten de historische kernen worden de regels steeds ruimer geïnterpreteerd.
Voor veel boeren is schaalvergroting noodzakelijk en daar horen nu eenmaal grote stallen en bewaarplaatsen bij. Gemeenten hebben begrip voor deze nieuwe economische werkelijkheid. Helaas blinken de nieuwerwetse bouwsels meestal niet uit in schoonheid. De loodsen zijn kolossaal en kleur en materiaal van muren en daken passen vaak niet bij de bestaande bedrijfsgebouwen. Zo wordt er nogal eens gekozen voor witte platen, of een andere lichte kleur, omdat dit de warmte beter buiten houdt.
Creatief met damwand
Veel mensen - onder wie ook veel telers - vinden dat de nieuwe gebouwen afbreuk doen aan de identiteit van de streek. Vandaar dat er verschillende initiatieven zijn ontstaan om moderne gebouwen te ontwikkelen die passen in het landschap.
Een voorbeeld daarvan is het project van de Agrarische Natuur- en landschapsvereniging Wierde & Dijk in Noord-Groningen, die samen met andere noordelijke instanties, zoals LTO Noord en de provincie Groningen, moderne schuren van damwandprofiel heeft laten ontwerpen die minder uit de toon vallen. Enkele exemplaren daarvan zijn enkele jaren geleden ook daadwerkelijk gebouwd. Verder zijn er 'ontwerpspelregels' voor nieuwbouw opgesteld, zoals de positie op het erf en de verhouding ten opzichte van de bestaande bebouwing.
In Zeeland is er een soortgelijk project geweest. Ook daar zijn onder begeleiding van architecten nieuwe gebouwen tot stand gekomen, ter inspiratie van andere boeren met bouwplannen.
Oude stijl niet imiteren
In beide projecten is het niet de bedoeling geweest om de oude stijl te imiteren. 'Sterker nog', zegt landschapsontwerper Jos Willemsen, destijds nauw betrokken bij het Zeeuwse project, 'ik ben er een voorstander van om de oude Zeeuwse stijl definitief te verbranden.'
Willemsen heeft goede redenen voor zijn prikkelende uitspraak. 'De laatste jaren wordt in Zeeland te krampachtig vastgehouden aan de stijl van de oude Zeeuwse schuren. Van origine waren die van hout, dat ter conservering werd zwart geteerd. De deuren en ramen werden geaccentueerd met een witgeverfd sierlijstje. Prachtig. Maar waarom zou je een grote, blinde doos gemaakt van damwand ook zwart verven? Je praat over een veel groter gebouw met een heel andere functie. Dan moet je die ook laten zien.'
Diverse manieren
Volgens Willemsen zijn er meerdere manieren waarop dat kan. Het gaat er volgens hem niet zozeer om hoe de schuur eruit ziet, maar hoe je deze laat aansluiten bij de omgeving. Of zoals zijn collega-ontwerper Michiel Oosterhagen van bureau Libau in Groningen zegt: 'Het gaat niet om de doos, maar om de constellatie. We moeten niet zo bang zijn voor nieuwe dingen, zolang we maar goed naar het erf en het landschap blijven kijken. In de Flevopolders kun je gekkere dingen doen dan in de buurt van een historische dorpskern. Maar in beide gevallen moet het passend zijn. Je begint met te kijken wat er al is. Van daaruit bepaal je wat je kunt doen met de indeling van het erf, de vormgeving van het gebouw, de kleur en de beplantingsplannen.
'Trots zijn'
De provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel stimuleren deze aanpak actief, door al in een vroeg stadium om tafel te gaan met boeren die willen uitbreiden. Oosterhagen: 'Dus geen welstandscommissie die achteraf met het rode potloodje door de vergunningaanvraag loopt, maar een team van deskundigen dat al op voorhand meedenkt. Dat werkt voor alle partijen prettiger.'
De landschapsontwerper ontmoet veel interesse bij de telers bij wie hij aan de keukentafel aanschuift. 'Iemand met een monumentale boerderij, waar zijn familie generaties lang heeft geboerd, wil graag recht doen aan de plek waar hij woont. De ene keer kan dat door aan te sluiten bij de bestaande bebouwing en indeling van het erf. De andere keer komen we tot de conclusie dat het beter is om de boel volledig op de schop te gooien en een heel nieuw erf in te richten, dat klaar is voor de toekomst.' Op die manier blijft de oude boerderij een parel en kan de bewoner tegelijkertijd trots zijn op zijn nieuwe gebouwen.
Voetbalnet
Maar ook op erven met een minder rijke historie is een doordacht plan belangrijk. Aansluiten bij de omgeving is meestal een kwestie van kiezen voor eenvoudige hoofdvormen, niet te lichte kleuren, en het gebruik van beplanting. Dat laatste moet vooral geen 'schaamgroen' zijn. Met een doordacht beplantingsplan (zorgvuldig gekozen bomen en struiken op de juiste afstand tot gebouwen, wegen en water) is nieuwbouw prima in het landschap te verankeren.
De Zeeuwse landschapsontwerper Willemsen moedigt boeren aan niet alleen over hun eigen erf, maar ook over de omringende omgeving na te denken. 'Grootschalig en kleinschalig, oud en nieuw gaan prima samen, mits je er goed over nadenkt. Ik zie het landschap als een voetbalnet. De touwen van het net zijn de historische gebouwen en landschapselementen. Daar moet je zuinig op zijn. Bewoners en toeristen houden van hun landschap. Maar in de mazen van dat net moet ruimte zijn voor grootschalig opererende ondernemers. Want dat is de economische werkelijkheid van nu.'
Eigentijdse polderschuur
De gemeente Noordoostpolder en Landschapsbeheer Flevoland organiseerden in 2008 een ontwerpwedstrijd voor een waardige opvolger van de traditionele schokbetonnen schuren in de Noordoostpolder. Het winnend ontwerp was het hiernaast afgebeelde ontwerp van het architectenbureau Onix uit Groningen. De nieuwe polderschuur voldoet aan de belangrijkste eisen, zoals een herkenbaar profiel, schakelbaar tot verschillende groottes en te bouwen voor een prijs van een gangbare loods. Tot op heden is er - tot spijt van gemeente en ontwerper - nog geen exemplaar van gebouwd. Waarschijnlijk kent het gebouw toch te veel nadelen. Zo zou de kuubprijs iets duurder uitkomen, passen er langs de zijwand maar drie kisten op elkaar en vraagt het bouwen met hout om specialistische kennis.
Ook voor een minder fraaie schuur is er een plek. Voor het bedrijf op deze foto maakte bureau Libau een schets voor uitbreiding. Met subtiele erfbeplanting blijven gebouwen zichtbaar en vormt het toch een mooi geheel.
Zo zou de Noordoostpolder eruit kunnen zien, als het aan architecten ligt. Een duidelijke link naar de originele schokbetonnen schuren, geclusterde bebouwing en een grote rol voor groen.
Veel welstandseisen had de gemeente Swifterbant niet. Peter van Dorsser kon goeddeels zijn gang gaan, mits hij de onderste rand tot 3 meter hoog grijs maakt en de rest bruin. 'Op de driedimensionale tekeningen heb ik wel gezien wat het effect is van een kleur baan hier of daar. Dat werkt heel mooi. Ik moest alleen rekening houden met de kleuren van de oude Domeinenschuren die hier overal staan.' Gek genoeg zijn die eisen niet ieder jaar hetzelfde. 'Mijn loods uit 2007 heeft een grijze rand van 4,5 meter, toen was dat verplicht. Nu is het dus 3 meter.'