Klaas Hoekstra (NAV): Geen krediet verspelen op wereldmarkt

De bietenprijs is 43 euro per ton, voor surplusbieten krijgen de telers 30,44 euro per ton met een gemiddeld suikergehalte.
Een tegenvallende oogst in India leidt tot suikertekorten en dus hoge prijzen op de wereldmarkt. Het maximale exportvolume van de Europese Unie ligt sinds de hervorming in 2006 op 1,35 miljoen ton witsuiker per jaar. Europa exporteert dit jaar 500.000 ton extra. Drie grote suikerproducerende landen, Brazilië, Australië en Thailand, volgen de EU met argusogen.
Bent u tevreden met de bietenprijs van dit jaar?
'Ja, de uitbetaling is 43 euro per ton quotumbieten, inclusief 9 euro toeslag. Daarbij komt de uitbetaling over de niet-suikeractiviteiten van 2,25 euro per ton quotumbieten met 16 procent suiker. Bij de huidige hoge suikeropbrengsten komt deze prijs redelijk in de buurt van de kostprijs. Die toeslag uit niet-suikeractiviteiten is natuurlijk mooi, maar dat moet niet de basis zijn van de suikerbietenteelt. De suikersector moet zijn eigen broek kunnen ophouden.'
De bietenprijs is hoger dan vorig jaar. Er was toch voorzien dat de bietenprijs zou dalen?
'De prijs is 3,56 euro hoger dan vorig jaar, maar die bietenprijs geldt voor bieten met het gemiddelde suikergehalte en de gemiddelde winbaarheid in het jaar van uitbetaling. Die winbaarheid fluctueert nauwelijks, het suikergehalte varieert van jaar tot jaar. Het zou daarom een beter beeld geven om de bietenprijs om te rekenen naar standaardbieten met 16 procent suiker. Dan is de prijs 1,50 euro hoger dan vorig jaar. Dat is niet spectaculair.
De Europese Commissie ging in 2006, toen de herstructurering van de suikersector begon, uit van een evenwicht op de markt. Daarbij hoorde een richtprijs van 400 euro per ton witsuiker, met daaraan gekoppeld een minimumbietenprijs van 26,25 euro per ton bieten met 16 procent suiker.
Op dit moment is zowel de wereldmarktprijs als de interne quotumbietenprijs hoog. De afrekening van de bietenoogst 2009 is daarop gebaseerd. Maar de suikerprijs daalt en we hebben alleen nog maar een richtprijs in de EU. Dat betekent dat bij een dalende wereldmarktprijs ook de suikerprijs in de EU omlaag gaat. En daarmee gaat het bietensaldo omlaag. Met het huidige EU-suikerbeleid valt het nog wel mee. Tot 2014 zie ik weinig problemen.'
Waardoor is na de herstructurering het bietensaldo niet zo gedaald als de verwachting was?
'Sinds de herstructurering zijn er twee dingen gebeurd. Het samengaan van de Nederlandse suikerindustrieën heeft een synergievoordeel opgeleverd van 20 miljoen euro per jaar. Dat heeft de prijsdaling voor de telers voor een deel gecompenseerd. Daarnaast is de suikeropbrengst gestegen. Dat lijkt structureel te zijn. Een paar jaar geleden was 11 ton suiker per hectare goed, in 2008 lag het gemiddelde op 12,3 en in 2009 zelfs op 14 ton per hectare. Dat helpt ook mee om het saldo op peil te houden. We oogstten veel kilo's met een hoog suikergehalte.'
Hoe structureel is die opbrengststijging?
'De laatste twee jaar waren misschien extreem, maar zeker is dat we structureel meer telen dan vijf jaar geleden. We hebben warmere zomers en dat is goed voor het suikergehalte. Vergelijk het maar met Frankrijk, daar waren de gehaltes ook altijd hoger dan bij ons.
Daarnaast is er een ontwikkeling in de teelttechniek, bijvoorbeeld de bestrijding van bladvlekkenziekten. Telers zijn ook secuurder op de bodemstructuur. En de rassenveredeling speelt ook een rol. Daar staat tegenover dat de kosten van de teelt ook stijgen. Er wordt te gemakkelijk gedacht over de kostprijs van de suikerbietenteelt.'
Wat vindt u ervan dat Europa 0,5 miljoen ton suiker extra exporteert?
'Het is aantrekkelijk om extra surplussuiker te exporteren doordat de wereldmarktprijs ruim boven de EU-surplusprijs ligt. Exporteren levert daardoor extra geld op voor de bietentelers. De wereldmarktprijs is hoog omdat er een tekort is aan suiker, maar dat is niet erg structureel. De reactie komt wel in de landen als India en Brazilië; daar gaat de productie stijgen. De prijs voor de quotumbieten gaat daarom eerder omlaag dan omhoog en de exportmogelijkheden van surplussuiker gaan waarschijnlijk weer naar het oude niveau van 0,65 miljoen ton.
Niet alle landen zijn even blij met deze actie van de EU. Brazilië, Australië en Thailand, drie grote suikerexporteurs, hebben bij wereldhandelsorganisatie WTO aan de bel getrokken. Ik vind dat we voorzichtig moeten zijn. We moeten geen krediet verspelen op de wereldmarkt. Door meer te exporteren dan we in WTO-verband hebben afgesproken, kunnen we een deuk in ons imago krijgen. Dat kan tegen ons werken als de EU de suikerregeling in stand wil houden na 2014.'
Hoe staat Europa tegenover de suikerregeling?
'De Europese Commissie zet in op liberalisering van het landbouwbeleid. Ik heb gehoord dat de landbouwcommissaris, Dacian Ciolos, onder invloed van Frankrijk, Duitsland en Polen iets minder liberaal is dan zijn voorganger. Het is te hopen dat in de onderhandelingen de landbouwbelangen niet worden uitgewisseld tegen belangen van andere industrieën. De regeling is van essentieel belang voor het behoud van de Europese suikersector. De NAV wil het behouden en Cosun ook.
Telers in sommige andere landen kijken anders naar de bietenteelt. Voor hen is het een vruchtwisselingsgewas in een graanbouwplan. Nederlandse telers zitten niet te wachten op een marginalisering van de suikerbietenteelt. De bietenteelt moet hier meer opbrengen dan de graanteelt. Het saldo moet een stabiele bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat. Bieten concurreren met gewassen als uien en peen, hoewel de prijzen daarvan meer fluctueren. Maar alle Europese suikertelers hebben belang bij het behoud van de huidige regeling. Dat geldt ook voor de zogeheten MOL-landen, de minst ontwikkelde landen, die nu zonder importheffing naar Europa mogen exporteren. De Nederlandse en Europese belangenbehartigers van suikertelers en ontwikkelingsorganisaties en de suikerindustrie moeten daarom gezamenlijk optrekken om de suikerregeling in de benen te houden.'
Wat gaat er gebeuren als de regeling verdwijnt?
'Ik moet er niet aan denken dat de quotering verdwijnt! Het bietensaldo gaat dan richting graansaldo. Het zou dramatische gevolgen hebben, want bij de alternatieve gewassen als peen, uien en aardappelen lopen we al tegen grenzen aan. Meer telen van die gewassen is niet aan de orde. Graan zal dan de bietenteelt vervangen, zeker op de bedrijven die verder van de fabriek af zitten.'
Hoezo speelt die afstand een rol?
'Als de teelt marginaliseert, moet de suikerindustrie nog optimaler werken. Transport is een belangrijke kostenpost. Zelfs witsuiker kun je niet ongelimiteerd transporteren als je de kosten in de hand wilt houden. In Nederland zitten telers relatief ver van de fabriek. Nu al moeten telers die ver van de fabriek zitten en quotum bijkopen, een deel van de transportkosten zelf betalen. Als de sector verder moet optimaliseren, is het de vraag of de teelt in bijvoorbeeld Flevoland, Noord-Holland of Limburg overeind blijft.'
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Susan Rexwinkel