Groei en grond bepalen kwaliteit peen
Lutumgehalte
Voor de factorenanalyse werden gegevens gebruikt van zo'n 80 percelen B-peen over de teelt van 2008 en 2009. Na bewaring kwam bij de meerderheid van de partijen zwarte vlekken voor. Penen van percelen met een hoog lutumgehalte en een hoog percentage afslibbaar gaf in beide jaren minder aantasting. Vooral het lutumgehalte speelde een grote rol. Wanneer peen werd geteeld op grond met een hoger lutumgehalte dan 30 procent werd de bewaarziekte minder vaker geconstateerd.
Groei
Een andere factor die duidelijk een rol speelde in de vorming van zwarte vlekken was de groei. Wanneer de peen tussen het proefrooien en eindoogst nog goed groeide, kwam na de bewaring weinig tot geen zwarte vlekken voor.
De proefrooiïng werd uitgevoerd rond eind september en de oogst vond vier weken later plaats. 'Wanneer partijen nog lang staan, wordt de peen overrijp en dit geeft sneller vlekken. Partijen die eind september nog lang niet aan het maximale gewicht zitten en nog veel groen loof hebben, groeien meestal meer na het proefrooien en zijn vaak gezonder', stelt PPO.