Ad Huige, Limagrain: Europese teler wordt op achterstand gezet
Van Advanta naar Limagrain
De Zeeuw trad een kleine vier jaar geleden toe tot de top van Groupe Limagrain, dat in Chappes in de regio Auvergne (Midden-Frankrijk) het hoofdkantoor heeft. Dat was nadat het concern de Europese activiteiten van zaadconcern Advanta had gekocht. Huige had daarvoor zeven jaar aan het roer gestaan van Advanta, dat toen nog in handen was van coöperatie Cosun. 'Limagrain heeft mij benaderd om de integratie van Advanta in de organisatie te begeleiden.'
Algemeen directeur zadenactiviteiten
Alle zadenactiviteiten heeft Limagrain gebundeld in de divisie Vilmorin & Cie, waarvan Huige de algemeen directeur is. Het bedrijf is met de merken Advanta, Nickerson en LG marktleider in Europa in landbouwzaden als maïs, granen en koolzaad en mondiaal de nummer twee in groentezaden. In Noord-Amerika heeft Limagrain, samen met partner AgReliant, een marktaandeel van 6 procent en is daarmee de vierde speler in soja en maïs. Dit boekjaar rekent Huige op een zadenomzet van 870 miljoen euro.
Naast de zaden heeft Limagrain ook een graaningrediënten en bakkerijdivisie, waarin een kleine 150 miljoen euro wordt omgezet.
Beursgenoteerde coöperatie
Groupe Limagrain is in eigendom van een coöperatie, die bestaat uit een kleine 650 akkerbouwers. Anders dan Nederlandse coöperaties heeft Limagrain een beursnotering. Vilmorin & Cie is genoteerd aan de beurs in Parijs. Circa 30 procent van de aandelen zijn daar vrij verhandelbaar. Zowel de coöperatieleden als de beleggers ontvangen jaarlijks een gelijk bedrag aan dividend.
Daardoor opereren zij prima naast, zegt Huige. 'Al moeten wij vanzelfsprekend goed presteren. Wij subsidiëren onze boeren niet, maar kopen hun producten tegen de marktconforme prijs in. Zij hebben het voordeel van een gegarandeerde afzet, mogelijkheden om het gewas te telen, geen transportkosten en het jaardividend. Beleggers zien Limagrain in het hedendaagse beursklimaat als een solide en veilige investering. De coöperatie verkoopt Limagrain niet snel, alleen al omdat de Franse fiscus dit onaantrekkelijk maakt. Sinds mijn aantreden, maar dat beschouw ik als toeval, is de beurswaarde verdubbeld tot nu rond de 110 euro per aandeel.'
Groeien in zaden
De focus bij Limagrain is gericht op groei in landbouw- en groentezaden, zegt Huige. Groeien door overnamen wordt steeds moeilijk, schetst hij. Tien grote concerns beheersen 50 tot 60 procent van de mondiale zadenmarkt. Limagrain is in Europa marktleider in onder meer granen en snijmaïs en is van plan deze positie verder te versterken. 'Verder willen wij groeien in korrelmaïs, koolzaad en zonnebloem. Daar investeren wij ook voor in de veredeling.'
Door de hogere graanprijs is de verkoop van tarwe- en ook maïszaden sterk gegroeid. Voor Limagrain zijn dit gunstige ontwikkelingen, stelt Huige, maar de hogere graanprijs vertaalt zich ook in een hogere prijs voor de zaaizaden. 'Want ook de vermeerderaars willen uiteraard iets van de aantrekkende markt terug zien.'
Oost-Europa en Oekraïne
Limagrain wil meer landbouwzaden verkopen in onder meer Oost-Europa (Polen, Hongarije) en Oekraïne. 'Daar zit een enorm potentie, zeker nu de welvaart stijgt en daardoor de interesse voor gecertificeerd zaad groeit. Al blijft het oppassen. Want verkopen is geen probleem, je geld krijgen nog wel.'
Het concern richt de pijlen ook op Azië. 'Neem China. Dat land produceert de helft van alle groenten in de wereld. Of India, dat uit geloofsovertuiging relatief veel vegetariërs heeft en daardoor veel groenten consumeert. Zulke landen willen ook de oogst per hectare verbeteren en investeren dus meer in hoogwaardige zaden.'
Hybriden en droogte
In China werkt Limagrain samen met een Chinese veredelaar in de ontwikkeling van granen en maïs. Dit bedrijf is in China marktleider in hybride rijst. De ontwikkeling van hybriden boeit Huige. Hij ziet daar ook voor Europese tarwe perspectief in. 'In de Europese Unie wordt reeds mondjesmaat hybride tarwe ingezaaid. Maar het is technisch moeilijk te ontwikkelen, daardoor kostbaar en de opbrengsten zijn nog niet stabiel. Hybriden hebben echter zeker de potentie de oogstopbrengst sterk te verbeteren. Ze zijn bestendiger onder stress en maken een snelle start.'
Droogteresistentie
Daarbij staat ook droogteresistentie bij Limagrain in de picture. Volgens Huige worden rassen die bestand zijn tegen weersextremen door de klimaatverandering enorm belangrijk. 'In een land als Spanje is nu al gebrek aan water. Daar zijn bepaalde teelten niet meer mogelijk.'
Het inbouwen van een betere weerbaarheid tegen droogte is, vertelt Huige, technisch niet zo moeilijk. 'De kunst is vooral om de andere goede eigenschappen te behouden.' Zo ziet hij op de langere termijn veel meer rassen ontstaan die op maat zijn gesneden voor de teelt in een bepaalde regio of een functionaliteit in de markt. 'Bijvoorbeeld rassen die bestand zijn tegen een hoger zuur- of zoutgehalte in de grond, met een hoger zetmeelgehalte voor bijvoorbeeld bio-ethanol of juist een groente die beter kan worden verwerkt in de snijderij.'
Investeren in innovatie
Limagrain moet ook groeien om de hoge investeringen in onderzoek en ontwikkeling bij te houden. Jaarlijks investeert het concern 100 miljoen euro in de innovatie en veredeling van de landbouw- en groentezaden. Dit is nodig om de concurrentie bij te houden. Grote chemie- en zadenreuzen als Monsanto, Syngenta en Pioneer werken met researchbudgetten, inclusief agrochemie, van rond de 600 miljoen dollar, brengt Huige in kaart. 'Zaden worden steeds meer gezien als strategische drager van nieuwe technologieën. Bedrijven als Monsanto en Syngenta zien in dat het draagvlak voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de wereld daalt. Zij investeren daarom in zaden met coatings en genetische modificatie.'
Genetisch gemodificeerd
Deze ontwikkeling gaat razendsnel, brengt Huige in kaart. In de Verenigde Staten is 93 procent van de soja en 80 procent van de maïs en katoen al genetisch gemodificeerd (gmo). 'Monsanto heeft maïsrassen waar al drie genen tegen herbicide en twee tegen insecticiden, tegen de wortelboorder, zijn ingebouwd. Het concern komt in 2010 met een mix van acht verschillende genen op de markt. Zulke rassen zijn stevig geprijsd. De royalty's voor de techniek zijn hoger dan de prijs voor het zaad zelf. Maar boeren kopen het vanwege de kostenbesparing, oogstzekerheid en hogere opbrengsten.'
Ruilen van genetica
Hoewel in de Europese Unie een mortuarium op de verkoop van gmo-zaden rust, investeert Limagrain volop in deze techniek. De concern kan in deze concurrentiestrijd niet achterblijven, meent Huige. 'Al is geen enkel bedrijf in staat om zelf een volledig gamma aan eigenschappen, zoals droogteresistentie, opbrengstverhoging, minder gevoelig voor zout, een hogere gezondheidswaarde en een betere smaak en houdbaarheid, te ontwikkelen en in te bouwen.
Limagrain investeert daarom doelbewust in de ontwikkeling van enkele resistenties en eigenschappen. Welke dat zijn, wil Huige niet kwijt. 'Maar op termijn gaan zadenconcerns de kennis van een bepaalde resistentie of eigenschap met elkaar ruilen. Je ziet dat al bij Monsanto. In de mix die zij presenteren zitten ook resistenties die zijn ontwikkeld door Dow en Bayer. Deze bedrijven krijgen daarvoor kennis van Monsanto terug.'
Verbod 'droevig en absurd'
Deze ontwikkelingen gaan zo snel, dat Huige het verbod op de teelt van gmo's in de Europese Unie kwalificeert als 'droevig en absurd'. 'In de EU komt al zo veel soja en maïs uit gmo-technologie binnen dat wij en het vee het elke dag wel eten. Er is geen technologie te bedenken waar zo veel research naar is gedaan, waarbij nog geen enkel nadeel is ervaren. Als de EU niet wil, gaan op termijn de grote concerns uit de VS de mondiale zadenmarkt domineren.'
Aversie lidstaten voor gmo
Huige beseft waar de aversie in de Europese lidstaten vandaan komt, zegt hij. 'Neem alleen al Frankrijk, waar eten een onderdeel is van de cultuur. Na voedselkwesties als BSE en dioxine wordt de consument door milieugroeperingen kopschuw gemaakt voor gmo's. De consument heeft er ook geen voordeel bij: dat zijn de boeren en tuinders. Milieugroeperingen zijn daarbij ook efficiënter in hun communicatie dan de industrie zelf is geweest. Dat geef ik grif toe.'
Huige noemt het echter 'doodzonde' dat het politieke klimaat in Brussel niet verandert in het voordeel van gmo. Met de Europese industrie wordt wel overlegd over voorwaarden om gmo's toe te laten. Maar volgens Huige gaan deze tot dusver op het gebied van onder meer aansprakelijkheid, bijvoorbeeld ten opzichte van de biologische landbouw, zo ver dat zij onwerkbaar zijn voor de veredelaars. 'Zonder drempelwaarden voor gmo-sporen in gewassen die niet genetisch zijn gemodificeerd, lopen wij als industrie enorme risico's. Dan is het huidige mortuarium nog beter. Dat weten ze best in Brussel, maar ze willen er niet aan. Onbegrijpelijk. Het is de meest vernieuwende techniek ter wereld en het komt overal de EU binnen. Discussies over milieu en gezondheid zijn echt niet langer houdbaar. Dan is het beschamend dat Europese politici niet de moed hebben om over hun angst voor de kiezer heen te stappen. De hooggekwalificeerde Europese land- en tuinbouw wordt willens en wetens in een achterstandspositie gemanoeuvreerd.'
Tekst: Eric de Lijster
Beeld: Anton Dingemanse