'Ziekten bestrijden in gerst is gewoon een rekensommetje'
De Groningse akkerbouwer brengt het voorzichtig, maar met de grote voorraden brouwgerst kan hij best gelijk krijgen. In zijn bedrijfsvoering probeert hij zo hoog mogelijk salderende gewassen te telen. In de teelt gaat hij liever voor het zekere dan het onzekere.
De Quench-brouwgerst kreeg vorig jaar tweemaal een ziektebestrijding. Omdat Hoekzema in mei de eerste vlekjes door bladvlekkenziekte in zijn zomergerst zag, besloot hij in dezelfde maand 0,75 liter Fandango per hectare te spuiten. De tweede bespuiting volgde hierop in juni met 1,25 liter Venture. 'Het zijn allemaal preventieve middelen, daarom probeer ik het gewas zo vroeg mogelijk schoon te houden. Achteraf gezien was het met 1,5 liter Venture ook goed gegaan.'
Eén bespuiting voldoende
De kosten van twee bespuitingen schat Hoekzema rond de 80 euro per hectare. Eén bespuiting met een volle dosering ligt volgens hem op 55 euro. Het verschil is zo'n 25 euro. 'Uit teeltoptimalisatieproeven van de proefboerderij in Valthermond bleek dat één bespuiting met 1,5 liter Venture voldoende was.' Dat weet hij precies, omdat zijn broer Gerard Hoekzema bedrijfsleider is op proefboerderij 't Kompas. Mede daardoor volgt Bert Hoekzema de resultaten van de proefboerderij nauwlettend. Of de twee bespuitingen kunnen worden vervangen door één bespuiting hangt mede af van het tijdstip waarop hij bladvlekkenziekte waarneemt.
Een aantasting van bladvlekkenziekte in mei vindt hij te vroeg en brengt volgens hem te veel risico met zich mee. Bij een aantasting vanaf juni zou hij één bespuiting wel aandurven. Een onderdosering (0,5 liter bestrijdingsmiddel per hectare) heeft volgens Hoekzema geen effect. 'Dat kost alleen maar geld.' Geen bespuiting vindt hij helemaal geen optie. 'Uit proeven blijkt het opbrengstverschil tussen wel of geen ziektebestrijding over meerdere jaren gemiddeld zo'n 1.200 kg per hectare te zijn. Het is voor mij gewoon een rekensommetje. Bij een gerstprijs van 10 cent is dat 120 euro per hectare. Wel een ziektebestrijding uitvoeren kan dan al snel uit.'
Vruchtwisseling
Onder andere door een ruim bouwplan probeert Hoekzema de gezondheid van de gewassen optimaal te houden. Naast de standaardgewassen in het Veenkoloniale bouwplan (aardappelen, suikerbieten en graan) teelt hij cichorei en waspeen. Toch vindt hij de vruchtwisseling van gerst met 1 op 4 of 1 op 5 krap genoeg. In droge jaren zaait hij op droogtegevoelige percelen soms gerst over het aardappelland heen. Dan komt het perceel eens in de twee jaren in aanraking met gerst. 'Dat geeft een hogere ziektedruk', vertelt Hoekzema.
De grond probeert hij zo goed mogelijk in conditie te houden door gebruik te maken van groenbemesters en organische mest. Zijn zomergerst kreeg vorig jaar 15 kuub varkensdrijfmest en 75 kg kalkammonsalpeter. Om de gewassen goed te kunnen voorzien van drijfmest wilde Hoekzema vorig jaar in november een mestbassin bouwen. 'Vanuit een mestbassin kun je homogene mest toedienen. Dan weet je precies wat voor mest je hebt.'
Oneerlijk behandeld
In september had hij de bouwvergunning geregeld die aan alle eisen voldeed. Het mestbassin zou op minimaal 100 meter afstand van omwonenende huispercelen komen en voldeed daarmee aan de gemeentelijke regels. In de zes weken die volgden, lag het bouwplan ter inzage bij de gemeente zodat tegenstanders nog bezwaar konden indienen. In de laatste week van de termijn tekende een omwonende bezwaar aan.
'Binnen no-time veranderde de gemeente Stadskanaal de minimale afstand tussen het bassin en een huisperceel', vertelt Hoekzema. 'In plaats van 100 meter werd de minimale afstand 250 meter, een maat die de provincie Groningen wel in de regelgeving had staan.' Plotseling kon Hoekzema's plan om een mestbassin te bouwen helemaal niet meer doorgaan. Hij voelt zich oneerlijk behandeld. Ook is de akkerbouwer belemmerd in zijn bedrijfsvoering. Het mestbassin zou hem meer ruimte geven in de bemesting. Juist nu de fosfaatregels worden aangescherp,t kon hij dat goed gebruiken.
De samenstelling van zijn drijfmestaanvoer is ook dit jaar onzeker. Omdat de samenstelling pas weken na de bemesting binnenkomt, is het lastig om de bemesting goed te sturen. Hoe Hoekzema zijn land in 2015 gaat bemesten, is voor hem nog een vraag: 'De fosfaatnormen worden dan nog krapper. Op deze manier worden we gedwongen om steeds meer kunstmest te strooien.'
Genoeg zaken aan zijn hoofd
Eerst heeft hij nog genoeg andere zaken aan zijn hoofd. Sinds drie jaar woont hij met zijn gezin in een nieuw huis op het erf waar de aardappelbewaarplaats al stond. Twee andere schuren staan een paar kilometer verderop, op het ouderlijke bedrijf waar zijn ouders Hendrik en Antje wonen. De ene schuur gaat hij misschien overplaatsen naar zijn eigen erf. Hoekzema doet alsof hij de schuur tussen zijn handen neemt. 'Ik zou de schuur graag zo meenemen', glimlacht hij.
Bedrijfsgegevens
Op 86 hectare leemhoudende zandgrond en versleten dalgrond teelde Bert Hoekzema vorig seizoen 39 ha zetmeelaardappelen, 4 ha TBM-pootgoed, 11,5 ha suikerbieten, 6,5 ha cichorei, 6,5 ha waspeen, 12,5 ha zomergerst en 6 ha zomertarwe.
Tekst: Franka Loman
Beeld: Geert Marissen