Nederlandse groente is vrij van hoge residuen
Deze middelen worden niet, tenminste niet in gevaarlijke hoeveelheden, teruggevonden op Nederlandse producten. Supermarkten en telers hebben de afspraken over residu op producten vastgelegd in Global-GAP, een eisenpakket dat door het CBL is opgesteld. Voldoet de aardappel niet aan die eisen, dan komt hij niet in het schap.
Veiligheidstermijn
De residugehalten spelen een belangrijke rol bij het vaststellen van de veiligheidstermijn, de tijd die tussen het laatste gebruik van het gewasbeschermingsmiddel en de oogst zit. 'Die termijn komt van de fabrikant, maar die wordt door ons gecontroleerd', licht toxicoloog Hein Falke van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) toe. Die termijn kan voor elk gewas en elke toepassing verschillend zijn, ook al gaat het soms om dezelfde werkzame stof. 'Dat zit 'm in het verschil in tijd tussen oogst en consumptie, of de dosis per hectare of de stabiliteit van het residu op een gewas.' Van het ene gewas is het middel dus sneller verdwenen dan van het andere.
Op een lijn
De akkerbouw heeft volgens gewasbeschermingsspecialist Paul Goorden van Cebeco Agrochemie weinig last van die veiligheidstermijnen. 'Het zijn vooral de vollegrondsgroentetelers die er rekening mee moeten houden.' Iedere afnemer stelt zijn eigen eisen. Soms zijn die nog strenger dan de Global-GAP-normen, weet Jacco Kohlmann van AgriQ. Dat is het laboratorium van Blgg en TNO dat namens Blgg residumetingen doet in groente.
'Het is de bedoeling dat binnen de Europese Unie iedereen in juni op een lijn zit, als het om de normen voor de supermarkt gaat', weet Kohlmann. 'Dat wil niet zeggen dat supermarkten als Lidl en Aldi niet nog verder onder de maximale residulimiet kunnen gaan.' Nederland en Duitsland hebben al de strengste eisen binnen de EU en het ziet volgens Kohlmann ernaar uit dat deze eisen leidend worden.
Om te zorgen dat de groente aan de eisen voldoet, zijn telers verplicht monsters te laten nemen. Dat kan door een contract af te sluiten met een bedrijf als Blgg, of door mee te doen in een poule. 'Het gaat dan om een groep telers die allemaal worden bezocht, maar dan worden de monsters steekproefsgewijs genomen', legt woordvoerder Inge Ketelaar van Blgg het zogeheten derdepartij-monitoringssysteem uit.
Koelhuis vol bonen
Deze residumetingen kunnen excessen niet helemaal voorkomen. Kohlmann: 'Soms gaat een partij groente of fruit met een hoog residugehalte naar bijvoorbeeld Polen, waar de eisen weer anders zijn. Dan kan het gebeuren dat die partij weer naar Nederland wordt geëxporteerd en dan zitten wij hier met een koelhuis vol bonen - bijvoorbeeld - die niemand wil hebben.'
Volgens het CBL komen dit soort partijen praktisch nooit in de schappen terecht. 'Het is een utopie om te denken dat nooit meer residuoverschrijdingen plaatsvinden. We kunnen dat nooit honderd procent uitsluiten want we werken met natuurproducten', erkent woordvoerster Anne-Corine Vlaardingerbroek van het CBL.
De VWA controleert de producten in de supermarkt en Milieudefensie baseert zich voor de zogeheten gifmeter op internet op deze gegevens. Op de gifmeter is te vinden op welke producten de hoogste residuen zijn gevonden, uit welke landen die producten komen en of er sprake was van wettelijke overtredingen van de maximale residulimieten, de MRL's. Ook wordt aangegeven in welke supermarkt de meeste 'vervuilde' producten lagen.
Gevaar voor imago
Volgens het CBL dreigt op korte termijn geen gevaar voor het imago van de Nederlandse agrarische sector als gevolg van de gifmeter. Vlaardingerbroek: 'Op de lange termijn is het zeker een gevaar. Elke keer als Milieudefensie een actie heeft, wordt het imago aangetast. De hele keten moet zich zorgen maken over het imago. Als we als keten willen investeren in een goed imago, dan is het belangrijk om organisaties zoals Milieudefensie geen kapstok te geven om een misleidend verhaal aan op te hangen.'
Het CBL stelt namelijk dat Milieudefensie roept dat de gezondheid in gevaar is, omdat Milieudefensie strengere normen gebruikt dan de wettelijke. Vlaardingerbroek: 'Bovendien is niet elke overschrijding van de residulimiet meteen een gevaar voor de gezondheid, vooral niet als het gaat om buitenlandse groente waarop residu van een middel wordt gevonden dat hier is verboden.' De MRL is dan namelijk nul.
Vlaardingerbroek stelt tot slot dat voedselveiligheid nooit een discussiepunt mag zijn. 'In kwaliteit kunnen en mogen variaties bestaan. Bijvoorbeeld verschil in smaak, stevigheid, kleur of beschadigingen. Maar zonder dat de voedselveiligheid in het geding is.'
Milieudefensie geeft overigens op haar website wel aan, dat het merendeel van de boeren, tuinders en handelaren zich aan de wet houdt. De organisatie stelt echter dat de wet onvoldoende bescherming biedt. De regels houden namelijk geen rekening met het effect op jonge kinderen. Die eten, drinken en ademen verhoudingsgewijs meer dan volwassenen en zouden dus meer residu binnenkrijgen. Het CBL stelt dat Milieudefensie hier uitgaat van eigen normen en beschouwt de aantijging van de milieuclub als laster, omdat de VWA aantoont dat er geen gevaar is voor de gezondheid.
GlobalGAP in Europa
De eisen in GlobalGAP zijn internationaal gelijk. Telers dienen te voldoen aan de nationale wet- en regelgeving en aan de regelgeving van de landen waarnaar de producten worden geëxporteerd, zo is in GlobalGAP vastgelegd.
Telers moeten een lijst hebben waarop de wettelijk vastgelegde MRL's (maximale residulimiet) staan van het afzetgebied. Ook moet aangetoond worden dat de groente niet meer middelenrestanten bevat dan wettelijk is toegestaan en daar zijn de rapporten van bijvoorbeeld Blgg voor. Als de groente van een teler naar verschillende landen wordt geëxporteerd, dan gelden de regels van het land met de strengste eisen voor de hele partij. Als deze eisen onverhoopt toch strenger zijn dan de Nederlandse eisen, dan moet de teler of handelaar kunnen aantonen dat in de hele productie rekening is gehouden met die MRL's. Het kan nodig zijn minder te spuiten, andere middelen te gebruiken of er kan om een extra residu-analyse worden gevraagd.
Tekst: Hans van der Lee
Beeld: Gerard Burgers