'Met vroege zaai van graan gaat wind er goed door'
Geen normaal beeld
Dat is niet het normale beeld, geeft Roseboom aan. Zijn vuistregel is dat hij tot half januari wintertarwe zaait. Zaait hij later, dan heeft hij de voorkeur voor zomertarwe. 'Dit extreme jaar heeft het anders uitgepakt. Nu lag het omslagpunt eigenlijk een maand eerder. Wintertarwe die na half december de grond in ging, is nu heel laat in ontwikkeling.'
Precisiezaai
Ook op het demoveld met verschillende zaaimethoden zijn de verschillen in gewasontwikkeling groot. In twee rassen zijn met een precisiezaaimachine drie hoeveelheden zaaizaad gezaaid. Gangbaar is om zo'n 400 zaden per vierkante meter te zaaien, met een duizendkorrelgewicht van 50 gram. Dat komt neer op 200 kg zaaizaad per hectare. 'Komen er veel slakken voor, dan is de kans op het verongelukken van de planten groter en zaaien we 450 zaden per vierkante meter', zegt Roseboom.
Met de precisiezaaimachine is de zaaizaadhoeveelheid 64, 128 en 192 zaden per vierkante meter, met een duizendkorrelgewicht van 65 gram. 'Het idee is dat de opbrengst bij precisiezaai ook met lagere zaaizaadhoeveelheden hoger is. De planten stoelen beter uit, ze krijgen meer stengels per vierkante meter en de aren zijn groter en beter gevuld', zegt Klaas Froma van DLV Plant.
'Het voordeel van vroeg zaaien is bovendien dat de planten snel aanslaan en dus ook eerder een onkruidbestrijding kan worden uitgevoerd. Ook zagen we dat het gewas in de winter minder dicht stond. Dat is een voordeel, want de wind kon er goed door. Je hebt dan een kortere bladnatperiode. Wellicht bespaart dat bij de ziektebestrijding.'
In de demo liggen twee rassen, Tataros en Claire. Het eerste ras stoelt matig uit, het tweede is een goede uitstoeler. Die verschillen zijn in de demo goed zichtbaar.
Resultaten Bodemdag
Op een ander proefveld zijn de resultaten van verschillende grondbewerkingen te zien. Op de Bodemdag op 8 september vorig jaar zijn voor de grond- en stoppelbewerking gebruikt: een Sumo Trio (schijveneg met woelpoten), een Lemken Rubin (rotorcultivator) die de stoppel 5 tot 15 centimeter diep bewerkt en een Kverneland CLC (stoppelcultivator).
Verder waren er drie zaaicombinaties die rechtstreeks in de stoppel kunnen zaaien, een Rabe Combidigger (woeler die de grond lift) in combinatie met een rotorkopeg en een zaaimachine, een Amazone Primera directzaaimachine en een Kverneland MSC waarbij de bovenlaag met schijven wordt losgewerkt.
Daags na de Bodemdag zijn de bewerkte veldjes ingezaaid met de Kverneland MSC. Tijdens de Graandag staan de machines bij de demoveldjes die ze hebben bewerkt. 'Het effect op de stand van het gewas is daardoor goed te bekijken', zegt Roseboom.
No-till
Naast de proef met de grondbewerkingen liggen de no-till-proefvelden. De eerste officiële proef begon in 2003 en duurde drie jaar, maar SPNA zet het al vier jaar voort in eigen beheer.
'De effecten van minimale grondbewerking en niet-kerende grondbewerking zijn volgens Froma en Roseboom pas op langetermijn goed te zien. Het blijkt dat de eerste drie jaar de opbrengst daalt. Dit stabiliseert zich daarna en na zeven jaar ligt de opbrengst weer op het oude niveau. Dan betaalt no-till zich terug. Roseboom: 'De kosten zijn lager. De teler bespaart op ploegen en twee keer kopeggen én hij heeft een grotere capaciteit met zaaien.'
Strovertering
Een van de nadelen van het achterwege laten van de kerende grondbewerking is de ziektedruk. Septoria overwintert op stro. Als het stro op de grond blijft liggen, verteert het langzamer dan wanneer het wordt ondergewerkt. Bij een niet-kerende grondbewerking kan septoria lang op het stro overleven en bouwt de infectiedruk voor het volggewas op.
Op proefboerderij Ebelsheerd ligt een proef waarbij met verschillende methoden wordt geprobeerd om de strovertering te versnellen. Bij de vertering van stro wordt stikstof vastgelegd. Een van de onderzochte methoden is daarom het uitvoeren van de bemesting in het najaar, over de stoppel. Ook wordt gekeken naar de effecten van stoppelploegen, mulchen en cultiveren.
Graandag Ebelsheerd
Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA) en DLV Plant organiseren de Graandag 2010 op 30 juni van 13.30 uur tot 21.00 uur. De vier thema's van de dag zijn: bemesting, rassen, gewasbescherming & onkruidbestrijding en teelttechniek. Per thema zijn er rondleidingen langs de verschillende proefvelden. De rondleidingen duren ongeveer een uur.
Voor de verlenging van de spuitlicentie kunt u een programma volgen van 15.00 tot 18.00 uur of van 18.00 tot 21.00 uur.
Daarnaast is er een tent waarin twintig bedrijven een informatiestand hebben ingericht. Mechanisatiebedrijven laten de nieuwste ontwikkelingen voor de graanteelt zien.
Om 17.00 uur is in de tent de presentatie van de graannotering door de Landbouwbeurs Noord en Centraal Nederland.
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Susan Rexwinkel