Prei onder acryldoek telen beter bestand tegen winter
Grote bossen prei legt een medewerker van Maatschap Vergeldt uit Tienray (L.) op de schoningsband. Aan de andere kant van de band legt zijn collega snel en behendig de stelen recht met de wortels naar zich toe. Vervolgens glijdt de prei één voor één onder het mes. Ronddraaiende messen, veilig opgeborgen in een kast, snijden de stengels op de ingestelde maat af. Elf paar handen halen in rap tempo de vieze bladeren eraf. Aan het eind van de band selecteren en vullen twee medewerkers de kratten. 'Tot de kerst rooiden wij het ras Belton', zegt William Vergeldt. 'Wat wij nu rooien, is het ras Harston.'
Stuk minder productiviteit
'In vergelijking met de periode voor de vorst is de productiviteit nu een stuk minder. Voor het leveren van Klasse I moet het nodige blad eraf. Ik denk dat een kwart van de plant op de afvalhoop belandt. Begin december werd 100 tot 110 kg prei per uur geschoond. Dat is nu gedaald naar 60 tot 65 kg per uur.'
De hogere schoningskosten komen helaas niet terug in de prijs. Eind januari, begin februari schommelde de prijs tussen 60 en 70 cent per kg, terwijl volgens Vergeldt de kostprijs rond 90 cent ligt.
Angst voor vorst
Toen afgelopen december het kwik ver onder nul dook, kwamen de herinneringen aan de vorige koude winter bij veel preitelers weer naar boven. Strenge vorst vernietigde in het seizoen voor winterprei ruim driekwart van het areaal. Er was nauwelijks voorraad met als gevolg dat de prijs als een komeet omhoog schoot. 'Preitelers die vorig jaar in de winter konden rooien profiteerden van de hoge prijs', concludeert Vergeldt.
Hartrot groot probleem
Hartrot was vorig jaar een groot probleem. Het zat veelal tot diep in de plant waardoor er geen hergroei was in het voorjaar. Door vorstschade verloor maatschap Vergeldt 15 hectare. Dit jaar namen zij geen risico en dekten alle percelen af met acryldoek. Ook dit jaar is hartrot een probleem vooral in de prei die niet is afgedekt. 'Wij hebben wel preiplanten met hartrot, alleen zit het vrij bovenin. Veelal snijdt het mes de bladeren met hartrot eraf', zegt Vergeldt.
Fris en groen
Tussen de vorst en sneeuwbuien door is veel prei gerooid in Tienray. 'Er staat nu nog ongeveer 9 hectare. Als wij dat zouden verliezen, is dat 6 hectare minder dan vorig jaar', zegt William terwijl hij over het witte veld kijkt.
Onder het doek, dat de preiteler optilt, kleuren de planten fris groen zonder echte vorstschade. Planten hebben wel de neiging om wat scheef te gaan groeien. Door het gewicht van het sneeuwpakket zakt het doek wat in en er ontstaat druk op de planten. Telers in Brabant waar meer sneeuw is gevallen, hebben volgens Vergeldt veel meer scheefgroeiende preiplanten. Het probleem van dit kromgroeien is de vatbaarheid voor smet dat toeneemt. Aan een kant van de kromme plant ontstaan bobbels, dat is de start voor smet.
Acryldoek duur
Een minpuntje van het doek zijn volgens de preiteler de kosten. 'Ik heb geen exacte cijfers, maar de prijs voor een hectare acryldoek ligt tussen 2.000 en 2.500 euro, dit is exclusief de arbeid voor het leggen en opruimen. Als er geen gaten of scheuren in het doek komen, gebruiken wij het vier keer.'
Twee inkomenspieken
In de afgelopen tien jaar piekte het inkomen van een preiteler tweemaal: in 2001 en 2007. Beide piekjaren werden gevolgd door een periode waarin jaarlijks het inkomen verder zakte. Veel vertrouwen in snel herstel is er nu niet. Terwijl in Nederland het areaal prei sinds 2007 daalt, stijgt het areaal in landen als Duitsland en België, twee belangrijke exportlanden voor Nederland. Uit de marktcijfers van Productschap Tuinbouw blijkt dat in de eerste 11 maanden van 2008 bijna 9.000 ton prei naar Duitsland is geëxporteerd. In 2009 kwam de export, voor dezelfde periode, niet verder dan ruim 5.700 ton. Ook de export naar Italië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk nam in 2009 af. Minder consumptie was niet de oorzaak van deze daling, maar de graad van zelfvoorziening in deze exportlanden.
België belangrijke concurrent
William Vergeldt ziet België als een belangrijke concurrent. 'Onze buren zijn zelfvoorzienend en zetten op dezelfde markt als wij de prei af. Dit hoeft geen probleem te zijn als de prijzen niet te ver uit elkaar zouden liggen. Het probleem is de schaal. Prei telen ze in België op kleine familiebedrijven waar opa, oma, vader, moeder, zoon en dochter meewerken. Arbeidskosten berekenen ze niet in de prijs. Ze kunnen prei aanbieden voor een lagere prijs dan wij Nederlanders. Je ziet wel enige verschuiving naar externe arbeid, maar het is allemaal nog mimimaal. België moet nog professionaliseren. Als zij net zo ver zijn als wij zal daar ook de kostprijs anders zijn', denkt Vergeldt hardop.
Opslagcapaciteit
Een andere factor van het grotere aanbod is de opslagcapaciteit. Zowel telers als handelaren hebben aanzienlijke opslagcapaciteit. Maatschap Vergeldt heeft een opslagcapaciteit tussen 50.000 en 60.000 kg. 'Handelaren houden de weersvoorspellingen nauwlettend in de gaten. Zodra vriezend weer wordt voorspeld, kopen zij veel prei in. Het aanbod neemt af met als gevolg stijgende prijzen, waar zij op een later tijdstip van profiteren. Supermarkten halen prei uit de schappen bij hoge prijzen. Hierdoor valt de markt stil en is er voor de teler niets extra te verdienen, terwijl wij wel meer werk hebben. De handel weet feilloos wanneer telers rooien. Zij kunnen het zich permitteren om een afwachtende houding aan te nemen.'
Een maand in de koeling
De prei kan ongeveer een maand in de koeling zonder kwaliteitsverlies. Op het moment van kwaliteitvermindering komt prei op de markt. De handel heeft dan voldoende keuze. Dit wordt nog eens versterkt door een daling van afzetmogelijkheden in de afgelopen tien jaar.
Toekomst voor prei?
Het beantwoorden van de vraag of de preiteelt in Nederland nog toekomst heeft, vindt William Vergeldt niet eenvoudig. 'Te veel aanbod is het grote probleem. Een betere prijs is alleen mogelijk bij een vraag die groter is dan het aanbod. Het lijkt simpel, alleen de oplossing niet. Als bijvoorbeeld het areaal in Nederland verder krimpt, kan dat een reden zijn voor België en Duitsland om het areaal in eigen land te vergroten.'
Preiteler Vergeldt ziet areaalverkleining daarom niet als de oplossing. Zelf denkt hij meer aan imagoverbetering. In supermarkten en winkels zou de prei meer moeten worden gepromoot.
Prijs lager dan kostprijs
Vanaf vorig jaar zomer zijn de prijzen lager dan de kostprijs. Kwaliteit en productie waren gedurende de zomermaanden 2009 geen probleem. Het probleem was de prijs, die was 25 cent per kg. Om de kosten te drukken, besloten sommige telers noodgedwongen tot het tijdelijk stopzetten van de spoellijn. 'Dat hebben wij niet gedaan, maar elke dag was het wel of niet stopzetten van de spoellijn een punt van discussie', aldus Vergeldt.
Herfstprei deed 30 cent per kg
Herfstprei deed het iets beter met een prijs van 30 cent per kg. Die prijs ligt nog steeds lager dan de kostprijs. Het prijsniveau voor winterprei schommelt tussen 60 en 70 cent per kg.
Veel vertrouwen dat de prijs boven de 80 cent uitkomt, heeft Vergeldt niet. 'Alleen als de temperatuur weer flink zakt, kan dat gebeuren. Maar als het kwik boven nul komt, is rooien geen probleem. In een slechte periode kijk je kritisch naar je bedrijf en zoek je naar verbeterpunten. Het inkomen is in onze sector al jaren slecht en het is de vraag hoe lang je dit als teler kan volhouden', sluit William Vergeldt af.
Tekst: Kitty Hovenkamp
Beeld: John Peters