Preiteelt kampt met aanhoudend lage prijzen
Ondanks de aanhoudende lage prijzen is het prei-areaal volgens cijfers van het CBS in Nederland iets gegroeid van 3.047 hectare in 2006 naar 3.063 hectare in 2007. In 2000 bedroeg het areaal 2.939 hectare. Verder is het areaal in exportland nummer één, Duitsland, de laatste jaren sterk toegenomen.
Kostprijs stijgt
Volgens LTO vakgroep vollegrondsgroente zal de kostprijs van preiteelt dit jaar 20 procent hoger zijn dan vorig jaar. De kosten voor grond, arbeid, brandstof, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen zijn afgelopen jaar tussen de 15 en 50 procent gestegen. In voorgaande jaren konden telers een kleine kostenstijging veelal opvangen door efficiënter te werken, schaalvergroting en/of hogere productiviteit. Tegen een kostprijstoename van 20 procent kan een verbeterde efficiëntie niet op. Volgens de LTO-vakgroep kan alleen een hogere marktprijs de forse kostenstijging compenseren.
Te weinig stoppers
'Er stoppen weinig preitelers. Ondanks de aanhoudend lage prijzen gaan ze gewoon door', zegt Piet van der Haas. Hij is prei-adviseur bij Mertens in Horst en ook actief in de landelijke werkgroep prei en Plantum NL, de brancheorganisatie voor bedrijven in de sector plantaardig uitgangsmateriaal. 'De preitelers hopen op hogere prijzen en bovendien kunnen ze veelal niet anders. Ze moeten toch proberen hun forse investeringen terug te verdienen.'
Van der Haas verwacht dat de aanbodkant van de markt niet snel zal veranderen. 'Het maken van goede onderlinge afspraken is daarom van essentieel belang. Bovendien is de afgelopen maanden geen enkele kilo prei doorgedraaid. Een bewijs dat er voldoende vraag is naar prei.'
Volgens Van der Haas wordt het de hoogste tijd dat telers zich samenpakken en één 'vuist' richting handel maken. 'Zolang telers zich niet beter organiseren, blijft het hommeles. De handel is te machtig terwijl de telers te individualistisch functioneren. Er is steeds wel een teler die tegen een lagere prijs levert. Veel telers calculeren heel slecht hun kostprijs. Ze nemen niet alle kostenposten mee. Naast de plant-, oogst- en loonkosten moeten ze ook posten als afschrijving gebouwen en machines en zeer zeker ook de vergoeding voor hun eigen uren niet vergeten.'
Ziekten en plagen
De sector levert veel inspanning voor onder andere het behoud of vernieuwing van het pakket gewasbeschermingsmiddelen, zegt Van der Haas. 'Een breed en vernieuwend pakket teeltbenodigdheden vormt de basis voor gezond uitgangsmateriaal. Dit moet uiteindelijk resulteren in een kwalitatief hoogwaardig eindproduct', legt Van der Haas uit.
Het middelengebruik in de preiteelt staat steeds meer onder druk. Enerzijds door extremer wordende residueisen van supermarkten, anderzijds door de steeds strengere milieueisen als voorwaarde voor een toelating. 'Daartegenover zorgt de globalisering ervoor dat mensen ziekten steeds vaker en sneller over de hele wereld brengen en telers worden geconfronteerd met nieuwe ziekten en plagen', verzucht Van der Haas.
Resistente rassen bieden bij winterprei nog weinig soelaas. Goede, gezonde rassen die voldoende oogstzekerheid bieden, zijn volgens Van der Haas nog niet voorhanden.
Ook slechte weersomstandigheden zorgen voor extra risico's. Afgelopen jaar speelde de natte maand juli de telers parten. Door de vele regen waren de plantomstandigheden slecht, wat zich door zuurstofgebrek bij de wortels nog lang heeft doen voelen in de vorm van een slechte doorgroei van het gewas.
Traceerbaarheid
De traceerbaarheid is een hot item. De telers moeten alle handelingen tot aan hun buitendeur verantwoorden. Wat met hun product gebeurt na het verlaten van het erf is echter moeilijk te achterhalen. Oorzaak is dat circa 75 procent van alle prei op de grote hoop wordt aangeleverd. 'De enige garantie voor 100 procent traceerbaarheid is op bedrijfsniveau de prei te verpakken. Probleem is dat de handel dit deel van de toegevoegde waarde graag in eigen hand houdt. Daar valt immers wat aan te verdienen. Zij worden uitgeknepen door supermarkten, die ruime marges willen maken op vooral groenten om zo hun prijzenoorlogen te financieren', denkt Van der Haas.
Het meest frustrerend voor tuinders is volgens hem dat het product dat zij maandenlang met veel zorg hebben geteeld en 'supervers' afleveren, er in de meeste supermarkten veelal 'verre van vers' bijligt en dat voor een prijs die drie- tot viermaal hoger is dan de telers ontvangen.
Imago
Een ander probleem van de prei is het imago van dit gewas bij de consument. Deze kiest en eet onbewust prei. Het zit in tal van gerechten verwerkt, alleen wordt het 'beestje' niet bij zijn naam genoemd en is de consument er niet bewust mee bezig. Hier moet verandering in komen, vindt de klankbordgroep prei van LTO Groeiservice. Deze groep wil het product naar een hoger niveau tillen.
Een eerste aanzet om het imago te verbeteren is de onlangs gelanceerde website www.prei.nl. De website is in eerste instantie een aanzet tot meer preiconsumptie. Verschillende facetten rondom het product prei komen aan bod en de site presenteert deze gezonde en voedzame groente op een leuke en opvallende wijze aan een breed publiek. Daarnaast kunnen preitelers een eigen bedrijfssite plaatsen. Zo kunnen ze de consument tonen hoe op hun bedrijf de prei wordt geteeld en verwerkt.
Bedrijf maatschap Vollenberg eerste bedrijf op site
De maatschap Jan en Mieky Vollenberg in het Noord-Limburgse Castenray heeft de primeur; het is het eerste teeltbedrijf op de website. 'Ik wil de consument openheid geven', zegt Jan Vollenberg. Ruim twintig jaar teelt het bedrijf jaarlijks 25 hectare prei.
20/80-regel
Wekelijks van medio juni tot eind april zet hij op dagprijsbasis tussen de 15 en 20 ton af bij een vaste handelaar. De afgelopen wintermaanden ontving hij hiervoor tussen de 30 en 50 cent. 'Je hebt minimaal 50 cent nodig om quitte te draaien', onderstreept Vollenberg. 'In de preiteelt gaat de 20/80-regel op. Op jaarbasis moet ik met 20 procent van mijn prei een prijs beuren die de lage prijs van de resterende 80 procent voldoende compenseert.'
Planten start begin maart
Als het weer het toelaat, start Vollenberg in de eerste week maart met het planten. Hij beschikt hiervoor over een vierrijige Groiger Besson plantmachine. Dit herhaalt hij elke twee weken tot half juli. Voor de vroege teelt gaan 200.000 planten per hectare de grond in en voor het latere plantseizoen 145.000. De planten voor het vroege traject komen uit Marokko en de iets latere uit Portugal.
Eén blok richting handel
Vollenberg vindt dat telers één blok richting handel moeten vormen. 'Het is echter moeilijk om ruim 300 telers op één lijn te krijgen. Bovendien zetten telers hun prei allemaal af onder andere condities, aan andere handelaren en in andere verpakkingen. Een transparantere prijsvorming zou al een stap in de goede richting zijn. Nu doen alle partijen steeds erg geheimzinnig over de actuele prijs. Meer onderlinge openheid tussen de telers zou niet nadelig zijn.'
Middelengebruik
Teelttechnisch blijft de bacterie pseudomonas een sluimerend probleem. Deze openbaart zich deels al tijdens de teelt, maar ook bij de oogst kunnen tuinders nog voor onaangename verrassingen komen te staan. In de zomer en herfst is prei vatbaar voor trips en in de natte wintermaanden steekt de papiervlekkenziekte de kop op. 'De beperkte toelating van gewasbeschermingsmiddelen vormt een probleem. Zo zijn er maar twee effectief werkende middelen op de markt tegen trips. Komend jaar verdwijnt één van deze twee weer van de markt. Met het oog op de resistentie moet de teler juist kunnen afwisselen tussen de middelen', verzucht Vollenberg.