Landelijke gevolgen buitengebiedplan Heerenveen
Loonspuiters
'De klachten dateren van begin jaren negentig, toen Noord-Hollandse leliekwekers hier loonspuiters aan het werk zetten in hun lelies', vertelt lelieteler Edwin Nieuwenhuis. Hij heeft 60 hectare lelies en op een aantal plaatsen grenst zijn grond aan woningen. 'Ik heb echter goede afspraken en in al die jaren dat ik hier teel, is er nog geen klacht geweest.' Nieuwenhuis gebruikt driftarme doppen, maar geen luchtondersteuning.
Collega-lelieteler Peter Drint heeft een perceel van 4,5 hectare, dat hij af kan schrijven als het bestemmingsplan straks geldt. 'Er valt zoveel af, dat ik het beter kan laten liggen.' Ook hij heeft geen problemen met de omwonenden. KAVB'er Timo van der Ven praat namens de kwekers met de gemeente. 'We zijn doodsbang voor de precedentwerking van deze uitspraak. Landbouw wordt lastig als de teeltvrije zone zo groot wordt.'
'Niets met klachten gedaan'
Volgens Van der Ven luistert Heerenveen meer naar planologisch adviesbureau Buro Vijn dan naar de omwonenden. 'Toen de klachten speelden, is er niets mee gedaan. Nu denken de omwonenden er heel anders over, maar toch zijn de geluiden in het plan van 2007 opgenomen. Heerenveen gaat uit van het voorzorgsbeginsel ofwel ze gaan voor zeker om klachten in de toekomst te voorkomen.'
Stedenbouwkundig adviseur Jules van der Weerd van Buro Vijn claimt echter dat de teeltvrijezone is gebaseerd op recentere klachten. 'Dat zegt onze opdrachtgever, de gemeente, tenminste.'
Landbouwbelangen
Ondertussen wendt Buro Vijn zijn ervaring bij andere gemeenten aan. Ook in Westerveld speelt een discussie over de teeltvrije zone; de gemeente wacht eerst de uitspraak van de Raad van State af. Van der Weerd houdt de belangen van de landbouw, naar eigen zeggen, goed in de gaten. 'We zorgen in onze plannen voor voldoende ruimte voor de sector.'
Tijdens een symposium in oktober 2008 zei Van der Weerd echter dat het platteland te vergelijken is met een 'gezellig terras'. 'Ik zie steeds vaker dat bewoners een grotere invloed uitoefenen, eenvoudig omdat er minder agrariërs zijn. Het landbouwbelang neemt af, de verhoudingen verschuiven. Ik merkte dat al toen ik nog voor het Landbouwschap werkte. Toen dachten we ook al mee over wonen en recreëren. Toch zie ik de landbouw als verantwoordelijke voor het onderhoud van het landschap.'
Van der Weerd stelt dat de lelietelers en de gemeente samen een oplossing hadden moeten bedenken, toen de klachten begonnen. 'Toen stelden de telers zich halsstarrig op en zag Heerenveen geen andere optie dan het via het bestemmingsplan te regelen.' Van der Ven heeft de kwestie uitvoerig met Heerenveen besproken, maar volgens de vertegenwoordiger van de telers heeft de gemeente vooral naar Buro Vijn geluisterd en niet naar kwekers en bewoners.
Gevolgen
De KAVB zwengelde het proefproces samen met LTO Noord aan. Beleidsmedewerker Frans van Houts: 'We hebben laten onderzoeken wat de gevolgen zijn van het gewasbeschermingsmiddelengebruik door de teler. Daar bleek uit dat er geen enkel risisco is.'
Heerenveen legt de onderzoeksresultaten naast zich neer en beroept zich op de zorgplicht van de gemeente. De gemeente voert bovendien aan dat het middelengebruik wél een gevaar is, met een uitspraak van de Raad van State als bewijs. Van Houts: 'Het gaat om onderzoek dat in de fruitteelt is gedaan. Toen heeft de raad zich voor een verruiming van de teeltvrije zone uitgesproken, maar in de fruitteelt wordt opwaarts gespoten en in de bollenteelt alleen neerwaarts. Drift wordt op allerlei manieren voorkomen en er liggen veel onderzoeken om te bewijzen dat de gevolgen nihil zijn. Wat wil je dan nog meer?'
Tekst: Hans van der Lee
Beeld: Susan Rexwinkel