Slecht weer is goed tegen bladluizen

Begin deze week voerde het LGV voor de vierde keer een bladluisdruk onderzoek uit in zijn waarnemingsnetwerk. De waarnemingen vonden plaats op 24 percelen, waarvan 16 percelen wintergerst en 8 percelen wintertarwe in West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg. De meeste gerstpercelen bevinden zich in stadium 4-blad tot begin uitstoeling. Percelen gezaaid na half oktober bevinden zich veelal in het 2e blad stadium.
Wintergerst
Het gemiddelde percentage wintergerstplanten bezet met minimaal één bladluis nam afgelopen week verder af. Als verklaring wijst de LGV op de slechte, regenachtige en turbulente weersomstandigheden. Ook op de Limburgse percelen, waar de afgelopen weken juist wat meer luizen werden aangetroffen, is de toestand verbeterd of stabiel.
Wintertarwe
Ook op de tarwepercelen worden momenteel bijna geen luizen aangetroffen. Een uitzondering vormen de Limburgse percelen waar enkele luizen worden waargenomen. Op één perceel was sprake van een kleine uitbreiding van de populatie.
Weersomstandigheden
Het winderige, regenachtige weer is niet gunstig voor verdere vluchten van de bladluizen. Met het oog op de actuele weersvoorspellingen verwacht de LGV dan ook een stabilisatie van de minimale bladluisdruk. Het momenteel behandelen van de percelen tegen luizen is daarom niet aan de orde. Zouden de weersomstandigheden sterk verbeteren en de percelen worden weer berijdbaar, dan krijgen de wintergraantelers het advies om de percelen, wat betreft de bladluisdruk, nauwgezet te blijven volgen.