NAV op de bres voor eiwitrijke gewassen
Soja belangrijkste bron
Soja is verreweg de belangrijkste bron van deze eiwitten. Het is een perfecte grondstof voor veevoer; het is goedkoop en bevat goede soorten eiwitten. Soja bevat 40 procent eiwit, 18 procent olie en 25 procent koolhydraten.
Na China is Nederland de grootste soja-importeur ter wereld. Een deel daarvan wordt verwerkt en doorgevoerd, het eigen verbruik voor veevoer ligt rond 2,5 miljoen ton per jaar. Daarvan gaat 54 procent naar de varkens, 31 procent naar pluimvee en 14 procent naar rundvee.
Meeste soja komt uit Zuid-Amerika
Het overgrote deel van de soja komt uit Zuid-Amerika. Het areaal in Brazilië en Argentinië alleen al was in 2006 tien keer zo groot als Nederland. Daarvoor zijn miljoenen hectares tropische regenwouden gekapt en savannen ontgonnen. Erosie is er een groot probleem.
Naast deze problematiek is ook bekend dat de grootschalige sojateelt een zware stempel heeft gedrukt op de werkgelegenheid op het platteland en op de lokale voedselvoorziening.
Het transport kost veel energie. Daarnaast kampen grote importerende landen, zoals Nederland, met het probleem van onbalans in de fosfaatkringloop. 'Het morele standpunt is dat soja uit Zuid-Amerika niet kan en mag', zegt Ruud Timmer van PPO, een van de onderzoekers die meewerkte aan het rapport van PPO over de mogelijkheden van de teelt van sojavervangers in Nederland en de Europese Unie (zie kader).
Soja verdringt erwt
Het succes van de soja-import stamt al uit begin jaren negentig. De oorzaak ligt in het Blair House-akkoord. De Verenigde Staten, toen groot exporteur van soja, wilde de export naar de Europese Unie veilig stellen. In de onderhandelingen ging de EU akkoord met een nultarief op oliehoudende zaden, waaronder ook soja valt. Bovendien zou de EU de steun aan olie- en eiwithoudende zaden beperken tot een maximum van 5 miljoen hectare.
Funest akkoord
'Dat was funest', zegt Hans van Kessel van de NAV. Hij heeft de eiwithoudende gewassen in portefeuille. De goedkope graanvervangers verdrongen het Europese graan uit het veevoer. En het wegvallen van de subsidie op de teelt van eiwithoudende gewassen als droge erwten verdwenen die uit het bouwplan.
Van Kessel, akkerbouwer in Erichem, heeft zelf lange tijd erwten en veldbonen in het bouwplan gehad. 'In de jaren zeventig en tachtig was het een welkome aanvulling op het bouwplan. In Nederland hadden we veel zaaizaadteelt, voor de uitzaai in Frankrijk. Door het Blair House-akkoord is de teelt de nek omgedraaid', zegt Van Kessel. 'Voor alle producten in de Europese Unie geldt een invoerheffing, maar voor oliehoudende zaden niet. Dat is de bottleneck.'
Goed gewas
De vakbond ziet een aantal redenen om te pleiten voor eiwithoudende gewassen. 'De eerste is de egoïstische akkerbouwreden dat we graag een goed gewas in het bouwplan willen, als aanvulling op het inkomen', zegt Van Kessel. 'Daar komt bij dat het ook goed is voor de graanprijzen. De eiwithoudende gewassen, die verdwenen door het Blair House-akkoord, werden vervangen door graan. Het aanbod steeg, de vraag daalde door soja-importen. Het is goed voor de graanprijzen als er weer een concurrerend akkerbouwgewas bij komt.'
Productie plantaardige eiwitten stimuleren
Een andere reden is dat de NAV merkt dat de tijd rijp is om de productie en consumptie van plantaardige eiwitten te stimuleren. 'Op het ministerie van VROM is de discussie aangezwengeld dat het eten van plantaardige eiwitten gezonder is dan dierlijke eiwitten. Tegelijkertijd zegt Milieudefensie dat we niet dierlijke eiwitten zouden moeten eten die geproduceerd zijn met genetisch gemodificeerd soja. De Europese Unie wil geen genetisch gemodificeerde organismen, maar via de achterdeur komt het wel binnen. Volgens Milieudefensie zit er een fors percentage in de geïmporteerde soja.'
Masterplan Eiwit
De NAV wil een Masterplan Eiwit om in de EU bij plantaardig eiwit te komen tot een zelfvoorzieningsgraad van ten minste 70 procent voor zowel food als feed. Hoewel eiwithoudende gewassen al langer op de agenda van de NAV staan, heeft de aandacht in de Tweede Kamer en het verschijnen van het PPO-rapport de boel opgeschud. Deze weken zijn de bestuurders druk met het opstellen van een voorstel voor het masterplan.
NAV positiever dan PPO-rapport
Over de perspectieven van de teelt van eiwithoudende gewassen is de NAV positiever dan het PPO-rapport (zie kader). 'Ze gaan bijvoorbeeld uit van een te laag productieniveau', zegt Van Kessel. In het rapport is uitgegaan van een opbrengstpotentieel voor voererwten van 4,5 tot 5 ton per hectare. Maar in een Zeeuwse peulvruchtenstudieclub was de gemiddelde opbrengst van 23 praktijkpercelen in 1986 al 5,6 ton per hectare. In de laatste twee decennia is de opbrengst van wintertarwe met eenderde deel gestegen. Eenzelfde stijging van de erwtenopbrengst zou betekenen dat erwten nu 7,5 ton per hectare kunnen opbrengen.
Rapport niet onafhankelijk
Een kritiekpunt van NAV is bovendien dat het rapport niet onafhankelijk is. 'Het is gepresenteerd als een wetenschappelijk rapport, maar in feite staat het bol van de beleidsuitspraken. Dat klopt niet.'
De NAV heeft daarom een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. 'Daar hebben we nog niets gehoord. Ze hebben ons alleen verzekerd dat voor het zomerreces de Landbouwcommissie van de Tweede Kamer over de eiwithoudende gewassen discussieert.'
Importheffing op soja
Wat volgens de NAV in elk geval moet gebeuren, is de teelt een impuls geven door paal en perk te stellen aan de soja-importen. 'Er moet een importheffing komen op soja. Dat geeft de telers in de Europese Unie wat ruimte om tot een zekere productie te komen en een marktpositie te verwerven', zegt Van Kessel. Hoe hoog die importheffing moet zijn, kan worden afgeleid van de kostprijsberekening waarmee de vakbond bezig is.
Daarnaast pleit de organisatie voor nieuw teelt- en veredelingsonderzoek. Dat heeft in Nederland een flink aantal jaren stilgelegen. 'In de tijd is de tarweopbrengst van 7,5 naar tien ton gestegen. Bij erwten en veldbonen kunnen we een nog grotere klap maken omdat er zo lang niets is gebeurd.'
Vraag vanuit consument
Ook hoopt de NAV dat de vraag vanuit de consumentenkant op gang komt. Daarbij zal het vooral gaan om plantaardige eiwitten als alternatief voedingsmiddel voor vlees. Die markt is beperkt, geeft Van Kessel toe, maar het is een hoogwaardig segment en ook dat kan perspectieven bieden voor de akkerbouw. 'Er zijn op dit gebied wel initiatieven van goedwillende mensen, maar de overheid kan het veel krachtiger en breder in gang zetten.'
Moeilijke discussie
Van Kessel verwacht dat technisch snel resultaat mogelijk is. 'Natuurlijk niet voor volgend jaar, maar binnen tien jaar moet het makkelijk perspectief kunnen bieden. Tenslotte is in de jaren tachtig de teelt van erwten ook sterk opgekomen. Het sluimerde wat in het Zeeuwse, maar is toen heel snel in alle regio's uitgebreid. Jammer genoeg is het toen abrupt geëindigd.'
Politiek resultaat zal echter langer op zich laten wachten, beseft de akkerbouwer. Het is een moeilijke discussie omdat machtsverhoudingen en verschillen in belangen van akkerbouw en veehouderij meespelen.
Eerste resultaat
De NAV heeft in elk geval wel een eerste resultaat geboekt bij europarlementariër Jan Mulder. Tijdens een werkbezoek aan de NAV, dit voorjaar, heeft de VVD'er toegezegd om te onderzoeken in hoeverre het Blair House-akkoord nog van toepassing is en wat de mogelijkheden zijn om van dat akkoord af te komen. 'Er is destijds geen einddatum afgesproken. Maar er moeten mogelijkheden zijn, omdat de EU niet meer de EG van toen is.'
Mulder is bovendien voorstander van de teelt van eiwithoudende gewassen. 'Als we het zelf kunnen verbouwen, waarom dan niet? Het moet hier gebeuren, daar zijn we het over eens. En dat kan zonder op een volgende hervorming te wachten.'
Eiwithoudende gewassen in cijfers
Wat zijn eiwithoudende gewassen?
Eiwithoudende gewassen bevatten meer dan 15 procent eiwit. De eiwithoudende gewassen behoren tot de vlinderbloemigen. Ze worden geteeld voor de eiwitrijke zaden, die rijp en droog worden geoogst. De zaden zijn geschikt voor menselijke consumptie en als diervoeder. Wereldwijd telen boeren meer dan 40 soorten eiwithoudende gewassen. In Europa zijn erwten, veldbonen, lupinen (blauw, geel en wit), wikken (smalle wikke en linzenwikke) en kikkererwten de belangrijkste teelten.
Producenten
De grootste producenten in de Europese Unie: Spanje, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Duitsland. Samen telen ze 86 procent van het Europese areaal eiwithoudende gewassen. Het totale areaal was in 2006 2,2 miljoen hectare.
Belangrijkste gewassen
Erwten is het grootste eiwithoudende gewas met 807.000 hectare. De belangrijkste teeltgebieden zijn Frankrijk, Spanje en Duitsland met een gezamenlijk aandeel van 71 procent van het Europese areaal.
Het tweede gewas is veldbonen. Groot-Brittannië en Frankrijk telen samen 65 procent van het Europese areaal.
Lupinen zijn vooral te vinden in Duitsland en Polen, die samen 64 procent telen.
Het centrum van de wikketeelt ligt in Spanje, met 92 procent van het areaal.
Soja tenslotte wordt geteeld in Italië, Frankrijk en Hongarije.
Tekst: Harma Drenth
Beeld: iStock