Louis Beemsterboer, VTA: Zonder dialoog kom je nergens
Hij waardeert het dat het bestuur van VTA er vertrouwen in heeft dat hij ook kan optreden namens boeren. 'Het heeft voordelen dat ik ook de andere kant heb meegemaakt. Ik ken het klappen van de zweep bij de handel en de industrieën. Ik kan me inleven in beide kanten. Dat kan juist bijdragen aan een nauwere en betere samenwerking, waarbij de belangen van beide partijen zijn gediend.'
Loopbaan
Beemsterboer begon zijn loopbaan in het familiebedrijf in groentezaden. Een van de bedrijven waaruit het huidige Bejo Zaden is ontstaan. Hij maakte een overstap naar Wessanen, een beursgenoteerde onderneming. Daar deed Beemsterboer de eerste contacten op met de frietindustrie, onder meer Aviko en McCain. Hij werkte in de plantaardige oliën- en vetten-, de mengvoer- en vleeskuikenindustrie. Hij werkte een aantal jaren voor projecten in het buitenland. Eenmaal terug in Nederland werd hij op een verjaardag gepolst voor het voorzitterschap van VTA. Na uitgebreide gesprekken met het bestuur begon hij in december 2007 aan deze klus.
Gevecht
Een van de voordelen van zijn loopbaan is het inzicht in het 'gevecht op de boerenbeurzen', zoals Beemsterboer het noemt. 'Ik herken wel iets in het spel dat daar wordt gespeeld.'
Een principe dat hij bij Wessanen heeft geleerd, is: als je wilt weten wat er leeft in de markt, moet je niet alleen inkopen maar ook actief zijn in de markt. 'Daarom verkochten we ook grondstoffen. Dat doen de frietindustrieën ook. Ze noemen dat 'positie aanpassen'. Ze verkopen aardappelen en daardoor hebben ze een betere voeling met de markt. Hoewel dat niet de reden hoeft te zijn. Ze schuiven natuurlijk ook met partijen, omdat de leveringstijden van bepaalde partijen en rassen niet aansluiten bij de actuele vraag. Omdat ze te veel hebben ingekocht of omdat de verkoop tegenvalt.'
Boeren zijn in het nadeel, omdat ze niet continu op de markt zitten. 'Het verbaast me soms hoe gemakkelijk ze hun product verkopen voor het gemiddelde van de beursnoteringen. Er zit nogal wat bandbreedte tussen de rassen. Daar spelen aardappeltelers nauwelijks op in. Misschien is het wel tijd voor een beursnotering per ras. In elk geval voor de rassen met groot volume.'
Dialoog
Een grote uitdaging aan het begin van zijn voorzitterschap vond Beemsterboer het bij elkaar brengen van de vele telers van consumptieaardappelen en de enkele frietindustrieën. 'Het was mijn heilig voornemen om dat voor elkaar te krijgen. Je kunt met elkaar alleen iets bereiken als je met elkaar spreekt. Punt. Als je niet praat, kom je nergens. VTA zoekt de dialoog.'
Beter imago
Dat heeft vruchten afgeworpen, vindt Beemsterboer. Die houding heeft VTA inmiddels een beter imago opgeleverd. Toen hij aantrad, toonden handelaren en industrieën zich niet allemaal een even enthousiaste gesprekspartner. 'Dat had te maken met onze historie. Nu waait er een andere wind binnen onze organisatie en merken we ook een andere houding tegenover ons. We zitten nu wél met de vier grote frietindustrieën om tafel; we hebben geregeld gesprekken.'
Tot nu toe zijn dat individuele gesprekken. De voorzitter laat duidelijk blijken dat hij het overleg graag zou voortzetten binnen de meer formele organen, zoals de VAVI, de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie. Ook zijn er meer horizontale contacten. Bij de Werkgroep Consumptieaardappelen en Uien (WCU) van LTO Nederland is de voorzitter wel al eens aangeschoven.
Samenwerking is nodig
Inmiddels heeft Beemsterboer ervaren dat niet alle partijen in agrarisch Nederland bereid zijn tot die dialoog. 'In eerste instantie gaat iedereen zijn eigen gang. Boerenorganisaties bijvoorbeeld houden wel contact, ze zijn vriendelijk tegen elkaar, maar werken niet altijd samen. Dat is jammer.'
Hij verbaast zich nog steeds over de houding van de aardappeltelers tegenover de frietindustrieën. 'Er zit daar een geweldige achterdocht. Daar bereiken ze niets mee. Ik denk dat het te maken heeft met het Calimero-gevoel. Per slot van rekening zijn er vier grote frietverwerkers tegenover pakweg vierduizend telers. En dan te bedenken hoe machtig akkerbouwers kunnen zijn.'
Die scheve verhouding maakt samenwerking nodig. 'Ik geloof heilig in krachtenbundeling. Zonder wordt het nooit wat. Zo gaat dat in het leven. Nederland telt vier inkooporganisaties van supermarkten, vier frietfabrikanten, vier vetleveranciers en vierduizend boeren. Het is een utopie te denken dat je in zo'n markt als individuele boer meetelt. We moeten zorgen dat de krachtenverhoudingen ongeveer gelijk zijn. En dan is er voor boeren maar één methode: bundeling.'
Bundeling was dichtbij
Nog nooit was die bundeling in de aardappelteelt zo dichtbij als afgelopen voorjaar, toen VTA samen met LTO en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) het plan Stichting Poolfonds Aardappelen (SPA) in het leven riep. Blijkbaar was dat nog een stap te ver. 'Zelfs de handel steunde ons. Maar boeren zijn eigen baas en dat zit diep', zegt Beemsterboer. 'Terwijl het bij SPA bijna vrijheid, blijheid was. Het enige wat we verlangden was, dat boeren doorgaven hoeveel tonnen ongeprijsde aardappelen ze hadden. En dat ze bij verkoop moesten melden hoeveel ze hadden verkocht en voor welke prijs.'
Beemsterboer is ervan overtuigd dat de boeren de 5 procent die SPA vroeg als bijdrage in de kosten zouden terugverdienen dankzij hogere beursnoteringen en marktprijzen, doordat SPA twijfelachtige partijen zou opkopen. Het plan is niet van de baan. Er komt een alternatief plan, dat de initiatiefnemers binnenkort met elkaar en met de handel bespreken.
Prijsinformatie
Uniek van het plan SPA was dat het boeren een afnamegarantie gaf voor de aangemelde vrije consumptieaardappelen. 'Dat is meer dan welke notering ook kan bieden. Ook niet ons eigen prijsinformatiesysteem PISA. Hoe goed dat ook is; zo'n prijsinformatiesysteem is een heilig goed.'
Die lijst van VTA is niet officieel erkend, maar ligt volgens Beemsterboer wel bij de noteringcommissies van de regionale landbouwbeurzen op tafel op het moment dat ze een notering vaststellen. 'Bovendien melden aardappeltelers nu weinig tot niets bij het Productschap Akkerbouw. Bij VTA hebben ze het gevoel: 'Dit is van ons'. Wij zijn de enige organisatie van, voor en door akkerbouwers die hen met commerciële informatie ondersteunt in hun beslissingen"' meldt Beemsterboer niet zonder trots.
VTA-leden hebben totang tot prijs- en marktinformatie
De duizend leden van VTA hebben toegang tot prijs- en marktinformatie van Agro Trade en PPA, twee bemiddelaars in respectievelijk consumptieaardappelen en uien die nauw samenwerken met VTA. Leden kunnen telefonisch informatie inwinnen. De bedrijven werken ook mee aan de VTA Aardappel- en Uiennieuwsbrief, die informeren over prijzen en marktontwikkelingen. Handelen via de bedrijven kan ook, maar dat is vrijblijvend. 'De samenwerking met PPA riep vragen op, omdat ze niet exclusief voor onze leden werken. Sommige telers zien PPA als handelaar en ze zijn bang dat we daarmee de vijand in huis halen. Maar het zijn bemiddelaars en we werken samen. Bij PPA zit een stel jonge honden. Die willen groeien. Dat wil VTA ook, dus passen we bij elkaar.'
Tekst: Harma Drenth
Beeld: Dick Breddels