‘Teler weet waardoor verdichting komt, maar handelt er niet altijd naar’
Van Balen gaf uitleg over bodemverdichting bij een workshop hierover voor Groen Kennisnet. Daarin liet hij eerst zien op welke gronden verdichting optreedt. In feite is dat op alle gronden, zand of klei. Op een overzichtskaart van Nederland is te zien dat tientallen procenten van de grond in belangrijke akkerbouwgebieden op de klei verdichte grond kent. Van Balen zegt dat vooral het opheffen van die verdichting in de diepere lagen en de ploegzool moeilijker zijn. De bovenste teeltlaag van de grond wordt jaarlijks bewerkt en daarom losser gehouden.
Prontosaurus
De onderzoeker vergeleek de ontwikkeling van het agrarische machinepark met het dierenrijk. „Grote dieren hebben een grotere voetafdruk om niet in de grond te zakken. Het grootste landdier dat geleefd heeft op aarde, de prontosaurus, woog tot wel 60 ton. Om niet weg te zakken in de grond had dit dier hele grote voetafdrukken. Onze huidige mechanisatie begint op die prontosaurus te lijken.”
Toch is de oplossing voor verdichting bij machines niet simpel het verlagen van de aslasten en het vergroten van het contactoppervlak van de banden. Dat draagt volgens Van Balen wel bij aan minder versmering en sporen, maar dergelijke zware machines verdichten de grond op grotere diepte nog steeds, zeker onder natte omstandigheden.
Als telers weten wat de oorzaak is van verdichting en ze weten dat dit tot meer dan 20 procent opbrengstderving kan betekenen, waarom doen ze dan niet meer om het te voorkomen? Het komt volgens de onderzoeker door factoren waar ze niet voldoende vat op hebben. „Afspraken in de keten is zo’n reden. De afnemer, een fabriek of een supermarkt, heeft een planning. De teler gaat toch oogsten onder slechte omstandigheden.”
Een andere oorzaak van verdichting is de schaalvergroting. „Te weinig personeel”, zegt Van Balen. Daardoor moet een handjevol akkerbouwers, loonwerkers en personeel met machines werken die een grote capaciteit hebben. Met de schaalvergroting en specialisatie is landruil en huur van land een andere factor. Investeren in tijdelijke grond is te duur voor ondernemers, die volgend seizoen weer ergens anders telen.
Verdoezelen
„Zweeds onderzoek laat zien dat er een sluimerende gemiddelde minderopbrengst van 3 tot 4 procent is door verdichting van de ondergrond. Het wordt deels verdoezeld door beregening en andere teeltmaatregelen.” Als de bodem door een verdichte laag naar boven toe minder vocht en voeding kan leveren lossen boeren dat zo op, maar daar zit ook een kostenplaatje bij.
Terwijl op de weg regels bestaan voor maximale aslasten bij landbouwmachines, geldt dit niet op het land. Richtlijnen daarvoor zouden bij kunnen dragen aan de bodemkwaliteit. „Er zijn voorbeelden van lichtere machines. Denk aan getrokken suikerbietenrooiers met een beperkte bunkerinhoud. Het moet passen bij je bedrijfsvoering. Die bunkers zijn te klein als je hele lange percelen hebt. Er zijn ook al oogstmachines die vanaf vaste rijpaden werken. Banden en rupsen rijden dan steeds over hetzelfde pad. Je hebt nog steeds verdichting daar, maar alleen op de paden. De bedden zijn onbereden.”
Een andere oplossing is het werken met lichtere robots, eventueel in groepen. „Robots zijn nog niet volstrekt autonoom. We moeten wel af van die veel te zware machines. Er zijn technische oplossingen, maar we moeten nog wat hobbels nemen.”
Afspraken
Het vergt ketenaanpak om de verdichting van bodems te keren, denkt Van Balen. Bij industriegroenten, suikerbieten en andere landbouwproducten kunnen telers in samenspraak met supermarkten, fabrieken of landeigenaren oplossingen zoeken voor verdichting. „Binnen het project Groene Ketens wordt gewerkt aan een start hiermee.”
Daar waar telers verdichtingen voorkomen, ziet van Balen herstel van de bodems. „Grond kan zich natuurlijk herstellen, bijvoorbeeld tijdens droge zomers op kleigronden. Groenbemesters en meer granen in het bouwplan zijn positief en telers kunnen oogstmomenten beter kiezen. Op de lange duur heb je op de lossere bodems die ontstaan minder vermogen nodig en kan je met lichtere machines die grond bewerken.”
Voorkómen van verdichting
Voorkómen van verdichting is volgens Van Balen de beste maatregel. De kennis uit het onderzoek wordt daarom al gebruikt in de landbouwopleidingen en door adviseurs en telers. Meeropbrengsten en brandstofbesparing zijn voordelen. Waterplassen en slechte doorworteling van de bodem zijn indicatoren van verdichting. Akkerbouwers die daar bewust naar kijken en het bodemmanagement aanpassen om dit te voorkomen en te herstellen, verbeteren hun grond. Aslasten van minder dan 10 ton en bandenspanning van minder dan 0,8 bar verlagen risico’s. Volgens Van Balen kan de veerkracht van de grond wel wat aan, maar is het erg belangrijk ‘niet door die grens te gaan’. Dan herstelt de verdichting niet makkelijk vanzelf.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes